Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 15 september 2020, nr. VO/25426614, tot wijziging van de Regeling resultaatafhankelijke bekostiging vsv vo in verband met het verlengen van de regeling voor de kalenderjaren 2022 en 2023

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op artikel 74 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling resultaatafhankelijke bekostiging vsv vo wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De minister verstrekt voor de kalenderjaren 2017 tot en met 2022 ambtshalve aanvullende bekostiging aan het bevoegd gezag van scholen die bijdragen aan het realiseren van een landelijke vermindering van het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters tot maximaal 20.000 nieuwe voortijdig schoolverlaters per jaar, gemeten over het schooljaar 2021–2022.

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘2017 tot en met 2020’ vervangen door ‘2017 tot en met 2022’.

2. In het tweede lid wordt ‘2017 tot en met 2020’ vervangen door ‘2017 tot en met 2022’.

In artikel 6, eerste en tweede lid, wordt ‘2017 tot en met 2020’ telkens vervangen door ‘2017 tot en met 2022’.

C

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘2017 tot en met 2020’ vervangen door ‘2017 tot en met 2022’.

2. In de laatste volzin van het eerste lid wordt ‘2019 en 2020’ vervangen door ‘2019, 2020, 2021 en 2022’.

In artikel 7, eerste lid, worden ‘2017 tot en met 2020’ vervangen door ‘2017 tot en met 2022’ en ‘2019 en 2020’ door ‘2019 tot en met 2022.

D

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • e. voor het kalenderjaar 2021: op 1oktober 2019;

  • f. voor het kalenderjaar 2022: op 1 oktober 2020.

2. In het vijfde lid worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • e. voor het kalenderjaar 2021: op 1 oktober 2020;

  • f. voor het kalenderjaar 2022: op 1 oktober 2021.

E

Tabel 2, behorende bij artikel 10, komt te luiden:

Tabel 2. Procentuele norm nieuwe voortijdig schoolverlaters
 

onderbouw

bovenbouw vmbo

bovenbouw havo/vwo

2016–2017

0.75%

3.0%

0.5%

2017–2018

0.5%

2.0%

0.5%

2018–2019

0.5%

2.0%

0.5%

2019–2020

0.5%

2.0%

0.5%

2020–2021

0.5%

2.0%

0.5%

2021–2022

0.5%

2.0%

0.5%

F

In artikel 13 wordt ‘vervalt per 1 januari 2022’ vervangen door ‘vervalt met ingang van 1 januari 2024’.

G

BIJLAGE I

In bijlage één wordt in de paragraaf ‘Berekeningswijze’ de ‘Regeling aanvullende bekostiging eerste opvang nieuwkomers vo 2017’ vervangen door de ‘Regeling aanvullende bekostiging eerste opvang nieuwkomers vo’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

Algemeen

De Regeling resultaatafhankelijke bekostiging vsv vo (hierna: de regeling) bevat regels voor de aanvullende bekostiging van scholen voor voortgezet onderwijs (vo) voor de aanpak van voortijdig schoolverlaten (vsv). Met deze wijziging wordt de regeling verlengd voor de kalenderjaren 2021 en 2022.

De huidige regeling zou eind 2021 zijn werking verliezen. De doelstelling van de regeling is een reductie van het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters per jaar tot maximaal 20.000, gemeten over het schooljaar 2019–2020. Deze doelstelling is nog niet behaald, wat maakt dat de inzet van middelen op dit terrein van belang blijft. De regeling wordt met twee jaar verlengd. De inzet van de beschikbare middelen en de systematiek waarmee deze worden verstrekt veranderen niet. Er is voor gekozen om de regeling met een relatief korte termijn van twee jaar te verlengen, zodat desgewenst ook een andere keuze gemaakt kan worden voor de inzet van de vsv-middelen op de langere termijn. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een meer integraal vsv-beleid, dat overkoepelend wordt ingezet over verschillende onderwijssectoren.

Budgettaire gevolgen

Het vaste deel van de bekostiging voor 2021 en 2022 wordt betaald in de maand november voorafgaand aan het kalenderjaar. Het variabele deel van de bekostiging wordt betaald in het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waar de bekostiging betrekking op heeft. Schematisch ziet dit er voor de jaren 2021 en 2022 als volgt uit:

Betalingsjaar

Betaling vast deel

Betaling variabel deel (incl. verdeling niet-uitgeputte middelen variabel deel)

Budget (de niet-uitgeputte middelen blijven buiten beschouwing omdat deze niet vaststaan)

2020

Vast deel 2021

 

€ 8.550.000

2021

Vast deel 2022

 

€ 8.550.000

2022

-

Variabel deel 2021

€ 8.550.000

2023

-

Variabel deel 2022

€ 8.550.000

Regeldrukeffecten

OCW voorziet geen administratieve lasten of ervaren regeldruk als gevolg van dit voorstel. De resultaatafhankelijke bekostiging wordt automatisch verstrekt aan de scholen die er recht op hebben, op basis van berekeningen van de Dienst Uitvoering Onderwijs.

Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt met ingang van 1 september 2020 in werking. Daarmee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten. Hiervoor is gekozen omdat scholen op deze manier zo snel mogelijk weten dat zij ook de komende jaren recht hebben op de bekostiging waarvoor deze regeling een grondslag biedt.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven