Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 10 september 2020, nummer WBN-CM 2020/2, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Rijkswet op het Nederlanderschap, het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap (BvvN), het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002, het Wijzigingsbesluit Besluit optie- en Naturalisatiegelden 2002, de Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap (RvvN);

Besluit:

ARTIKEL I

De Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten wordt als volgt gewijzigd:

A

13-1 Toelichting ad artikel 13, eerste lid, HRWN-CM komt te luiden:

13-1 Toelichting ad artikel 13, eerste lid

Bij algemene maatregel van rijksbestuur worden regelen gesteld betreffende het recht dat verschuldigd is voor het afleggen en de behandeling van de verklaring van optie en van het verzoek tot verlening van het Nederlanderschap, de gevallen en de mate waarin daarvan ontheffing kan worden verleend en de wijze waarop het moet worden voldaan.

De te betalen bedragen voor het afleggen van een optieverklaring en voor het indienen van een verzoek om naturalisatie zijn vastgelegd in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002.

Met het oog op de jaarlijkse indexering van de optie- en naturalisatiegelden (zie artikel 9, eerste lid, BON) wordt verwezen naar de in onderstaande tabel vermelde tariefgroepen en de daarbij behorende tariefcodes en bedragen (in Nederlands-Antilliaanse gulden).

Tariefgroep

Tarief(code)

Bedrag

optie; enkelvoudig

A

Naf. 390

optie; gemeenschappelijk

B

Naf. 666

optie; medeopterende minderjarige

C

Naf. 44

naturalisatie; enkelvoudig; standaard

D

Naf. 1839

naturalisatie; gemeenschappelijk; standaard

E

Naf. 2348

naturalisatie; enkelvoudig; verlaagd

F

Naf. 1368

naturalisatie; gemeenschappelijk; verlaagd

G

Naf. 1879

naturalisatie; meenaturaliserende minderjarige

H

Naf. 272

B

Paragraaf 4/13-1 Toelichting ad artikel 13, eerste lid, HRWN-CM komt te luiden:

Paragraaf 4 Afdracht naturalisatiegelden

De Gouverneur hoeft de ontvangen optiegelden niet af te dragen aan Onze Minister.

De behandeling van en de beslissing op de optieverklaring liggen immers geheel in handen van de ontvangende instantie.

Artikel 8 BON bepaalt dat een gedeelte van de ontvangen naturalisatiegelden moet worden afgedragen aan de rijksoverheid. De Gouverneur draagt zorg voor een rechtstreekse afdracht aan Onze Minister. Tevens regelt artikel 8 BON de hoogte van het bedrag dat de Gouverneur behoudt en op welke wijze de afdracht aan Onze Minister geschiedt. Over de wijze van afdracht van de ontvangen naturalisatiegelden door de Gouverneur aan Onze Minister, wordt de Gouverneur nader geïnformeerd met een brief van de IND.

De Gouverneur behoudt per enkelvoudig verzoek om naturalisatie Naf. 390, ongeacht of betrokkene het standaard of het verlaagde tarief betaalt. Het resterende bedrag dat aan leges is ontvangen, wordt afgedragen aan Onze Minister (Naf. 1449 bij standaard tarief en Naf. 978 bij verlaagd tarief).

Bij een gemeenschappelijk verzoek of een gelijktijdig verzoek om naturalisatie van meerdere kinderen binnen één gezin behoudt de Gouverneur Naf. 666 eveneens ongeacht of standaard of verlaagd tarief is betaald. Het resterende bedrag dat aan leges is ontvangen wordt afgedragen Onze Minister (Naf. 1682 bij het standaard tarief en Naf. 1213 bij het verlaagd tarief). In het geval van een verzoek tot medeverlening als bedoeld in artikel 11, eerste lid, RWN behoudt de Gouverneur Naf. 44 per kind. Het resterende bedrag dat aan leges is ontvangen (Naf. 228) wordt afgedragen aan Onze Minister. Als de verzoeker tijdens de naturalisatieprocedure verhuist, behoudt de Gouverneur die de leges geïnd heeft het bedrag dat niet afgedragen hoeft te worden en draagt zorg voor de afdracht van het resterende bedrag.

De afdracht geschiedt rechtstreeks aan Onze Minister zonder tussenkomst van de landen Curaçao of Sint Maarten.

Vanaf 1 januari 2021 gelden de volgende afdrachtcodes:

Tariefgroep

af te dragen bedrag

afdrachtcode

optie; enkelvoudig

nvt

nvt

optie; gemeenschappelijk

nvt

nvt

optie; medeopterende minderjarige

nvt

nvt

naturalisatie; enkelvoudig; standaard

Naf. 1449

210-NA

naturalisatie; enkelvoudig; verlaagd

Naf. 978

211-NA

naturalisatie; gemeenschappelijk; standaard

Naf. 1682

213-NA

naturalisatie; gemeenschappelijk; verlaagd

Naf. 1213

214-NA

naturalisatie; meenaturaliserende minderjarige

Naf. 228

215-NA

In geval van ontheffing van betaling van de naturalisatiegelden kan de Gouverneur verzoeken om een vergoeding (artikel 8, tweede lid, BON). Een dergelijk schriftelijk verzoek moet worden gericht aan het Team Financiële Administratie van de Directie Bedrijfsvoering, afdeling Financiën en Business Informatie van de IND, Postbus 85449, 2508 CC Den Haag. Als het verzoek van de Gouverneur door de IND wordt gehonoreerd, ontvangt de Gouverneur een bedrag van Naf. 390 voor een enkelvoudig verzoek en Naf. 666 voor een gemeenschappelijk verzoek.

C

Het model 1.25 HRWN-CM behorende bij de optieprocedure HRWN-CM komt te luiden als aangegeven in bijlage 1.

D

Het model 2.8 HRWN-CM behorende bij de naturalisatieprocedure HRWN-CM komt te luiden als aangegeven in bijlage 2.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant, de Landscourant van Curaçao en de Landscourant van Sint Maarten worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 september 2020

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, J.W. Beaujean directeur-generaal Migratie

BIJLAGE 1

Model 1.25 HRWN-CM: Verklaring ‘Ingelicht over betaling van optiegelden’ tevens inverzuimstelling;

alsook: Verklaring vrijgesteld van optiegelden

BIJLAGE 2

Model 2.8 HRWN-CM: Verklaring ‘Ingelicht over betaling van naturalisatiegelden’ tevens inverzuimstelling;

alsook: Verklaring vrijgesteld van naturalisatiegelden

TOELICHTING

Algemeen

Elk jaar worden de optie- en naturalisatiegelden geïndexeerd. Dit gebeurt op grond van artikel 9 van het Besluit Optie- en Naturalisatiegelden (BON 2002). Op grond van de beschikking wijzigingspercentage optie- en naturalisatiegelden 2021 van 6 september 2020, Staatscourant 2020, nr. 47059, worden de optie- en naturalisatiegelden per 1 januari 2021 verhoogd met 2,709%. Afronding op tienden van een procent betekent dit een verhoging van de leges per 1 januari 2021 met 2,7%. Echter, gelet op de koers tussen de euro en de Antilliaanse gulden op 1 juli dalen de leges in Curacao en Sint Maarten in Antilliaanse guldens enigszins.

Met dit WBN-CM worden de legestarieven zoals deze gelden per 1 januari 2021 in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap, toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten opgenomen. Ook zijn de bedragen die het Kabinet van de Gouverneur zelf behouden en het deel dat zij afdragen aan de IND aangepast. Voorts zijn de relevante modelformulieren aangepast.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, J.W. Beaujean directeur-generaal Migratie

Naar boven