Rectificatie van de Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 september 2020, kenmerk 1742422-209889-MEVA, houdende regels voor het subsidiëren van een bonus aan professionals die in de sector zorg en welzijn een uitzonderlijke prestatie hebben geleverd in verband met de uitbraak van het COVID-19 virus (Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19) (Stcrt. 2020, 48058)

In artikel 4: ‘artikel XXVI’ wijzigen in ‘artikel XXIII’.

In artikel 9: ‘artikel XXVI’ wijzigen in ‘artikel XXIII’

In de artikelsgewijze toelichting bij ‘Artikel 9. Verplicht eindheffingsbestanddeel’:

‘Voor derden dient de uitkering van de bonus door de zorgaanbieder in aanmerking genomen te worden als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel XXVI van het Belastingplan 2021.’

wijzigen in: ‘Voor derden dient de uitkering van de bonus door de zorgaanbieder in aanmerking genomen te worden als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel XXIII van het Belastingplan 2021.’

In de artikelsgewijze toelichting bij ‘Artikel 10. Administratieplicht’:

‘Onderdeel van de administratieplicht is, op grond van het tweede lid, dat de zorgaanbieder ten aanzien van uitgekeerde bonussen aan derden een afzonderlijke administratie bijhoudt waaruit blijkt aan wie de bonus is uitgekeerd. Dit is immers noodzakelijk om de uitkering van de bonus aan derden aan te kunnen wijzen als eindheffingsbestanddeel, als bedoeld in artikel XXVI van het Belastingplan 2021.’

wijzigen in: ‘Onderdeel van de administratieplicht is, op grond van het tweede lid, dat de zorgaanbieder ten aanzien van uitgekeerde bonussen aan derden een afzonderlijke administratie bijhoudt waaruit blijkt aan wie de bonus is uitgekeerd. Dit is immers noodzakelijk om de uitkering van de bonus aan derden aan te kunnen wijzen als eindheffingsbestanddeel, als bedoeld in artikel XXIII van het Belastingplan 2021.’

Naar boven