Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 7 september 2020, nr. MINBUZA- 2020.5746-17/DAM/20, tot vaststelling van een subsidieplafond en beleidsregels voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (MENA Scholarship programme-III)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Gelet op de artikelen 6, 7 en 10 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Gelet op de artikelen 2.2, sub a, b en d, 2.3, sub a, b, c, e en f, 9.3, sub c, en 9.4 sub d, van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Voor subsidieverlening op grond van de artikelen 2.2, sub a, b en d, 2.3, sub a, b, c, e en f, 9.3, sub c, en 9.4 sub d, van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 in het kader van het Middle-East North-Africa Scholarship programme III gelden voor de periode vanaf inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2022 de als bijlage bij dit besluit gevoegde beleidsregels met betrekking tot het MENA (Middle-East North-Africa) Scholarship programme III.

  • 2. De subsidieverlening vindt plaats via verschillende openstellingen waarvoor nadere beleidsregels bekend kunnen worden gemaakt via www.nuffic.nl onder kennisgeving daarvan in de Staatscourant.

Artikel 2

  • 1. Voor subsidieverlening in het kader van het Middle-East North-Africa Scholarship programme III geldt voor de periode vanaf inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2020 een subsidieplafond van € 441.000 voor subsidieverlening voor activiteiten gericht op het verstrekken van beurzen en een subsidieplafond van € 0 voor subsidieverlening voor activiteiten gericht op het aanbieden van tailor made trainingen. De voor subsidieverlening beschikbare middelen voor de jaren 2021 en 2022 zullen bij nader besluit in de Staatscourant bekend worden gemaakt.

  • 2. De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat voor het deel van de subsidie dat ten laste van een nog niet vastgestelde begroting komt, voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 3

  • 1. Aanvragen voor een subsidie in het kader van het Middle-East North-Africa Scholarship programme III worden ingediend naar aanleiding van subsidieopenstellingen waarvan mededeling wordt gedaan op www.nuffic.nl.

  • 2. Aanvragen voor een subsidie in het kader van het Middle-East North-Africa Scholarship programme III worden ingediend aan de hand van een daartoe door de minister vastgesteld aanvraagformulier en voorzien van de op het aanvraagformulier vermelde bescheiden.1

Artikel 4

De verdeling van de middelen vindt plaats op grond van een beoordeling overeenkomstig de maatstaven die in de bijlage bij dit besluit zijn neergelegd, met dien verstande dat uit alle aanvragen die voldoen aan de maatstaven, de aanvragen die het beste daaraan voldoen het eerst voor een subsidie in aanmerking komen, binnen het raam van een evenwichtige spreiding als bedoeld in artikel 8, derde lid, sub d, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Artikel 5

Het besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 23 juni 2020, nr. Min-BuZa.2020.5435-14, tot vaststelling van een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Nulplafond MENA Scholarship Programme)2 wordt ingetrokken.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2023, met dien verstande dat het van toepassing blijft op subsidies die reeds voor die datum zijn verleend.

Dit besluit zal met de daarbij behorende bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, namens deze, de Directeur-Generaal Politieke Zaken, M.E.C. van der Plas

BIJLAGE SUBSIDIEBELEIDSKADER MENA (MIDDLE-EAST NORTH-AFRICA) SCHOLARSHIP PROGRAMME III

Hoofdstuk 1

1.1 Inleiding

Het voorliggende subsidiebeleidskader vormt het richtsnoer voor de beoordeling van aanvragen voor een subsidie in het kader van het MENA-Scholarship progamme (MSP-III).

Shiraka

Het MSP-III is onderdeel van het Shiraka-programma. Shiraka streeft naar een duurzame transitie in de Arabische regio die uiteindelijk leidt tot:

  • Pluralisme waarin culturele en religieuze verschillen geaccepteerd worden en waar een mate van inclusiviteit is;

  • Een rule of law die bescherming biedt aan burgerschap, mensenrechten en minderheden;

  • Gunstige condities voor het creëren van economische groei en werkgelegenheid.

1.2 Doelstelling MSP-III

De doelstelling van het MSP-III is tweeledig en behelst: Bijdragen aan organisatorische capaciteitsopbouw in de deelnemende landen door het aanbieden van korte opleidingen aan ‘mid-career professionals’ uit de Arabische regio, die werkzaam zijn bij de overheid, NGO’s of in de private sector. Het tweede doel is het intensiveren van bilaterale relaties door opbouw en bestendiging van het alumninetwerk.

Naast een instrument voor capaciteitsopbouw in specifieke vakgebieden waarbinnen kennisbehoefte bestaat, fungeert het MSP-III als instrument voor de posten om publieksdiplomatie te beoefenen.

De ervaring die de bursalen opdoen tijdens de training of cursus in Nederland versterkt bovendien het beeld van Nederland als kennisland en draagt bij aan positieve beeldvorming over Nederland.

Binnen MSP-III wordt ernaar gestreefd 50% van de met de subsidie te verstrekken beurzen toe te kennen aan vrouwelijke kandidaten.

De prioriteiten van de doellanden van MSP-III (zie hierna) worden per land weer gegeven in hetCountry Focus Document.

1.3 Beschikbare middelen

Voor subsidieverlening in het kader van het MSP-III zal in de periode 2020-2022 in totaal naar verwachting € 3.519.000 beschikbaar zijn. Dit beschikbare bedrag wordt in de periode tot en met 31 december 2022 verdeeld over diverse openstellingen waarin steeds een deel van de totaal beschikbare middelen beschikbaar komt voor aanvragen die in die periodes worden ingediend. In het kader van MSP-III worden middelen beschikbaar gesteld voor subsidieverlening voor activiteiten gericht op het verstrekken van beurzen en voor activiteiten gericht op het aanbieden van tailor made trainingen. Voor subsidieverlening in 2020 is een bedrag beschikbaar van € 441.000, welke middelen beschikbaar zijn voor activiteiten gericht op het verstrekken van beurzen. Voor subsidieverlening voor het aanbieden van tailor made trainingen zijn in 2020 nog geen middelen beschikbaar. Gelet daarop gaan de beleidsregels in deze bijlage vooralsnog alleen in op de beoordeling en selectie van subsidieaanvragen gericht op het verstrekken van beurzen. De middelen die beschikbaar zijn voor subsidieverlening voor beide soorten onderwijsactiviteiten in de verschillende openstellingen in 2021 en 2022 zullen periodiek bekend worden gemaakt in de Staatscourant in daartoe strekkende besluiten. Bij het besluit waarbij het plafond voor 2021 bekend zal worden gemaakt zullen ook de beleidsregels ten behoeve van de beoordeling en selectie van subsidieaanvragen gericht op het aanbieden van tailor made trainingen bekend worden gemaakt.

1.4 Uitvoering en beheer

Nuffic voert het MSP-III uit namens de Minister van Buitenlandse Zaken op grond van een aan Nuffic verleend mandaat. Namens de minister zal Nuffic subsidieaanvragen behandelen van en subsidie verstrekken aan Nederlandse Hoger Onderwijs instellingen plus Nederlandse instellingen die onderwijstrainingen kunnen aanbieden die ook bijdragen aan de doelstellingen van het programma en beurzen en Tailor-made trainingen (TMT’s) aanbieden aan kandidaten uit de hierna genoemde landen van de MENA-regio.

1.5 Beleidsregels per soort activiteit

In het hierna volgende hoofdstuk 2 zijn de beleidsregels vastgesteld die worden gehanteerd bij de beoordeling en selectie van subsidieaanvragen voor het verstrekken van individuele beurzen. Bij het besluit waarbij het plafond voor MSP-III voor 2021 zal worden vastgesteld zullen eveneens beleidsregels worden vastgesteld ten behoeve van de beoordeling en selectie van subsidieaanvragen voor het aanbieden van TMT’s.

1.6 Landenlijst en focusthema’s MSP-III

Doellanden MSP-III

Het MSP-III beperkt zich tot subsidieverlening voor activiteiten gericht op de volgende 11 doellanden in de Arabische regio: Algerije, Egypte, Irak, Iran, Jordanië, Libanon, Libië, Marokko, Oman, Syrië en Tunesië.Focusthema’s per land

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie voor de verschillende onderwijsactiviteiten waarvoor MSP-III subsidiemiddelen beschikbaar stelt dienen de subsidieaanvragen relevant te zijn voor Shiraka (zie paragraaf 1.1 Inleiding). Daarnaast gelden binnen landen voor die landen prioritaire thema’s. Op de website van Nuffic wordt een overzicht van lokale prioritaire thema’s per land gepubliceerd in het Country Focus Document.3

Thema’s waarvoor subsidie voor TMT’s en individuele beurzen in het kader van OKP4 vergeven worden komen niet in aanmerking voor subsidieverstrekking in het kader van het MSP-III. Er is sprake van potentiële overlap in vier van de 11 MSP-III doellanden: Egypte, Libanon, Jordanië en Tunesië.

Hoofdstuk 2 Individuele beurzen

In het kader van MSP-III worden subsidies verstrekt waarmee beurzen kunnen worden verleend aan deelnemers aan Short courses (SC): cursussen waaraan geen graad is verbonden, zoals bijvoorbeeld diplomacursussen of modulen van Bachelor- en Masteropleidingen. De SC duurt tenminste twee weken en ten hoogste 90 dagen.

2.1 Landen

Het MSP-III beurzenprogramma beperkt zich voor subsidieverlening voor het verstrekken van individuele beurzen tot de volgende tien doellanden in de Arabische regio: Algerije, Egypte, Irak, Iran, Jordanië, Libanon, Libië, Marokko, Syrië en Tunesië.

2.2 Doelgroep

Het programma richt zich op kandidaten die voldoen aan de volgende criteria:

  • De kandidaat is een mid-career professional (t/m 45 jaar);

  • De kandidaat woont en werkt in één van de hierboven onder 2.1 Landen vermelde doellanden van het MSP-III beurzenprogramma (behalve Syrië) , waarbij voor kandidaten uit Syrië geldt dat alleen subsidie voor beursverstrekking kan worden verkregen indien ze in een van de andere doellanden wonen en werken (Algerije, Egypte, Irak, Iran, Jordanië, Libanon, Libië, Marokko en Tunesië).

  • De kandidaat is werkzaam voor een organisatie die niet beschikt over eigen mogelijkheden voor stafontwikkeling;

  • De kandidaten zijn werkzaam bij één van de volgende typen nationale en/of lokale organisaties: private sector, commissies, NGO’s, ministeries, middelbaar- en hoger (beroeps)onderwijsinstellingen, universiteiten. De kandidaat mag niet werkzaam zijn bij:

    • Een bilaterale of multilaterale organisatie;

    • Een niet-gouvernementele organisatie die internationaal actief is.

  • De kandidaat is toegelaten tot de korte cursus waarvoor door de instelling subsidie wordt aangevraagd;

  • De werkgever van de kandidaat ondersteunt de beursaanvraag middels een positieve referentie;

  • De kandidaat is in bezit van een geldig identiteitsbewijs;

  • De kandidaat beschikt over een government statement indien deze door de lokale overheid verplicht is voor de doelgroep;

  • De kandidaat mag maar één beurs per openstelling aanvragen.

  • De beursaanvraag sluit aan bij de prioriteiten in het kader van het Nederlandse buitenlandbeleid ten aanzien van het betreffende land zoals opgenomen in het Country Focus Document.5

2.3 Subsidieaanvragers

Voor subsidie voor beursverstrekking komen in aanmerking Nederlandse Onderwijsinstellingen (opleidingsinstituten) die korte (tussen de twee weken en 90 dagen) Engels- en Franstalige cursussen op het niveau van Hoger Onderwijs (HO) dan wel Universitair Onderwijs aanbieden in de vakgebieden die aansluiten bij de thema’s die in het MSP Country Focus Document6 genoemd worden.

De onderwijsinstellingen moeten zich hebben gecommitteerd aan de Gedragscode Internationale Student (Code of Conduct International Student) of zijn opgenomen op de lijst van Additionele kenniscentra die participeren in het Orange Knowledge Programme. Beiden zijn te vinden op de website www.internationalstudy.nl.

Voor alle onderwijsinstellingen geldt dat ze voldoende organisatorische en financiële capaciteit moeten hebben om een training te geven. Bovendien moeten de onderwijsinstellingen aantoonbare ervaring hebben in het verzorgen van de gewenste training.

2.4 Van aanvraag tot toekenning

2.4.1 Aanvraagtermijn

Nuffic stelt per jaar twee aanvraagrondes open voor het indienen van een subsidieaanvraag voor het verstrekken van beurzen met een uiterste indiendatum in de maanden april en oktober. Hiervan (openstelling en de precieze uiterste datum van indiening) wordt mededeling gedaan op www.nuffic.nl. In elke aanvraagronde hebben onderwijsinstellingen circa 2 maanden de tijd (tussen de opening en sluiting van de subsidieaanvraagronde).

Beursaanvraag

De kandidaat vraagt de MSP-beurs zelf aan bij één van de onderwijsinstellingen die voldoen aan de hierboven onder 2.3 Subsidieaanvragers genoemde vereisten. De instelling toetst of de kandidaten voldoen aan de toelatingseisen van de betreffende cursus of training en of de kandidaat voldoet aan de hierboven onder 2.2 Doelgroep genoemde drempelcriteria voor de doelgroep (eligibility criteria). De instelling bepaalt vervolgens voor welke kandidaten zij subsidie aanvraagt voor het verstrekken van een MSP-beurs.

Subsidieaanvraag

Per aanvraagronde kunnen instellingen voor een maximaal aantal beurzen subsidie ontvangen. Het maximaal aantal beurzen waar subsidie voor kan worden ontvangen wordt bepaald per instelling aan de hand van de volgende criteria:

  • het voor de betreffende deadline beschikbare subsidiebudget;

  • de gemiddelde kosten van een beurs;

  • het aantal deelnemende instellingen;

  • het aantal beurzen waarvoor aan de instelling in een vorige ronde subsidie is toegekend (indien van toepassing).

Voor elke openstelling wordt op het aanvraagformulier de berekenwijze van het maximaal aantal beurzen waarvoor subsidie kan worden ontvangen vermeld.

Subsidieaanvragen dienen digitaal te worden ingediend via de website van Nuffic aan de hand van een daartoe vastgesteld formulier.7 Op het formulier is vermeld voor hoeveel beurzen maximaal een subsidie kan worden ontvangen en welke bescheiden met de aanvraag moeten worden meegestuurd en wat de overige aan de aanvraag gestelde eisen zijn.

2.4.2 Toetsing en beoordeling aanvraag

Nuffic toetst of de aanvrager voldoet aan de hierboven onder 2.3 Subsidieaanvragers opgenomen criteria.

De Nederlandse ambassades voor de doellanden toetsen of de kandidaten die de subsidieaanvrager in zijn aanvraag heeft opgenomen voldoen aan de hierboven onder 2.2 Doelgroep aan deze kandidaten gestelde criteria voldoen en adviseert Nuffic hierover. Aanvragen die niet aan deze criteria voldoen worden door Nuffic afgewezen en niet verder beoordeeld.

De ambassades beoordelen de kandidaten vervolgens op grond van de volgende beoordelingscriteria:

  • De motivatie van de kandidaat;

  • De mate waarin de kandidaat de opgedane kennis kan implementeren in zijn/haar organisatie en land;

  • De mate waarin de beursaanvraag van de kandidaat bijdraagt aan de prioriteiten van het Nederlandse buitenlandbeleid voor het land zoals opgenomen in het Country Focus Document;

  • De mate waarin de kandidaat een bijdrage kan leveren aan het versterken van de bilaterale relatie tussen Nederland en de deelnemende landen.

De uitkomst van deze beoordeling wordt uitgedrukt in een score en resulteert in een ranking van kandidaten per land.

2.4.3 Selectie en subsidietoekenning

Nuffic neemt de besluiten op de subsidieaanvragen van de onderwijsinstellingen. De aanvragen moeten voldoen aan een minimum beoordelingsscore voor de beoordelingscriteria om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie. Aanvragen die niet aan de minimum beoordelingsscore voldoen, worden afgewezen. De besluiten op de subsidieaanvragen van de onderwijsinstellingen vloeien voort uit de ranking van de kandidaten die in aanmerking kunnen komen voor een beurs, daarbij rekening houdend met een evenwichtige spreiding van de beschikbare middelen over de doellanden van het MSP-III beurzenprogramma. De selectie van kandidaten wordt gedaan aan de hand van de ranking per land. De hoogste scorende kandidaten per land komen het eerst in aanmerking voor een beurs met dien verstande dat wordt gestreefd 50% van de beurzen per aanvraagronde aan vrouwen te geven. In de beschikkingen op de subsidieaanvragen wordt opgenomen of en zo ja, ten behoeve van beurzen voor welke kandidaten subsidie wordt toegekend.


X Noot
1

Het aanvraagformulier wordt geplaatst op www.nuffic.nl.

X Noot
3

Het MSP Country Focus Document wordt geplaatst op www.nuffic.nl

X Noot
4

De OKP thema’s staan per land in het OKP Country Focus document op www.nuffic.nl

X Noot
5

Het MSP Country Focus Document wordt geplaatst op www.nuffic.nl

X Noot
6

Het MSP Country Focus Document wordt geplaatst op www.nuffic.nl

X Noot
7

Het aanvraagformulier wordt geplaatst op www.nuffic.nl

Naar boven