Besluit van de Minister voor Rechtsbescherming van 4 september 2020, nr. 2976626, houdende vergoedingen van de voorzitter, de overige leden en de plaatsvervangend leden van het Adviescollege levenslanggestraften (Vergoedingenbesluit Adviescollege levenslanggestraften)

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies en artikel 11 van het Besluit Adviescollege levenslanggestraften;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Aan de voorzitter van het Adviescollege levenslanggestraften wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de toepasselijke salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 van de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn. De toepasselijke arbeidsduurfactor wordt vastgesteld op 5,8/36.

  • 2. Aan de overige leden van het adviescollege wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de toepasselijke salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 17 van de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn. De toepasselijke arbeidsduurfactor wordt vastgesteld op 2,7/36.

  • 3. Aan de plaatsvervangende leden van het adviescollege wordt een vaste vergoeding per vergadering toegekend, waarbij de toepasselijke salarisschaal wordt vastgesteld op 3% van het maximum van schaal 18 van de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn.

Artikel 2

Artikel 3 van het Besluit benoeming en vergoeding voorzitter Adviescollege levenslanggestraften vervalt.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en artikel 1 werkt terug tot en met 1 januari 2018.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Vergoedingenbesluit Adviescollege levenslanggestraften.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

TOELICHTING

Met ingang van 1 maart 2017 is het Adviescollege levenslanggestraften (hierna: het adviescollege) ingesteld. Het adviescollege heeft als taak:

  • te adviseren voor welke re-integratieactiviteiten een levenslanggestrafte in aanmerking komt;

  • de Minister voor Rechtsbescherming te informeren over de voortgang van de resocialisatie- en re-integratieactiviteiten van de levenslanggestrafte naar aanleiding van de start van een gratieprocedure in die gevallen waarin het adviescollege eerder een advies heeft uitgebracht;

  • de Minister voor Rechtsbescherming op diens verzoek te adviseren of te informeren over het aanbieden of over de voortgang van re-integratieactiviteiten;

  • het op diens verzoek informeren van de Minister over de voortgang van de resocialisatie- en re-integratieactiviteiten van de levenslanggestraften in andere dan de in onderdeel b bedoelde gevallen.

Vergoeding voorzitter

De voorzitter werd op grond van het Besluit benoeming en vergoeding voorzitter Adviescollege levenslanggestrafte voor het eerste jaar van de benoeming (met ingang van 1 april 2017) een vaste vergoeding per maand toegekend. Een vaste vergoeding gedurende het eerste jaar werd gepast geacht, gelet op de te verwachten inzet van de voorzitter. Deze inzet heeft zich niet beperkt tot enkel de vergaderingen van het adviescollege. De voorzitter had ook andere verantwoordelijkheden zoals het voorbereiden van collegevergaderingen, casusvergaderingen en hoorzittingen, het vertegenwoordigen van het college, het onderhouden van contacten etc.

Bij de aard en de zwaarte van de werkzaamheden van de voorzitter werd schaal 18 van Bijlage B van het inmiddels vervallen Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 (hierna: BBRA 1984) toepasselijk geacht. Volgens artikel 2 van het BBRA 1984 is de arbeidsduurfactor: de breuk, waarvan de teller bestaat uit de voor de ambtenaar vastgestelde arbeidsduur en de noemer bestaat uit het getal 36. De arbeidsduurfactor voor de voorzitter van het adviescollege werd gelijkgesteld met 4/36. Dit kwam neer op een bedrag van € 1.017 bruto per maand.

Na 1 jaar (met ingang van 1 april 2018), zou ingevolge het eerste artikel 3 van het Besluit benoeming en vergoeding voorzitter adviescollege levenslanggestraften de vaste vergoeding per maand worden omgezet in een vergoeding per vergadering van € 357,22 bruto (130% van 3% van het maximum van salarisschaal 18 van het BBRA 1984). Echter gedurende het eerste jaar is gebleken dat een vergoeding per vergadering aan de voorzitter geen recht deed aan de geleverde inzet.

Vanwege voornoemde werkzaamheden naast de vergaderingen en de tijd die daarmee is gemoeid, is besloten om de vaste vergoeding per maand voor de voorzitter te verhogen en te continueren. Artikel 1 lid 1 strekt tot formaliseren van het toekennen van een vaste vergoeding per maand aan de voorzitter met terugwerkende kracht tot 1 januari 2018. De vaste vergoeding wordt in 2020 vastgesteld op € 1.603 per maand, schaal 18 van de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn. De arbeidsduurfactor voor de voorzitter wordt vastgesteld op 5,8/36.

Vergoeding overige leden

In artikel 1 lid 2 wordt de toekenning van een vaste vergoeding per maand voor de overige leden geformaliseerd en met terugwerkende kracht tot 1 januari 2018 toegekend. De vaste vergoeding voor de leden wordt met ingang van 1 januari 2020 vastgesteld op € 684,63 per maand, schaal 17 van de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn. De arbeidsduurfactor voor de leden van het adviescollege wordt vastgesteld op 2,7/36.

Vergoeding plaatsvervangende leden

In artikel 1 lid 3 is erin voorzien dat de plaatsvervangende leden van het adviescollege per vergadering 3% van het maximum van salarisschaal 18 krijgen. De plaatsvervangende leden ontvangen met ingang van 1 januari 2020 een vergoeding per vergadering van € 298,59. Dit bedrag is gebaseerd op de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn

Artikel 3 Terugwerkende kracht

Artikel 3 regelt dat de vergoedingen, voor zover nog niet zijn uitgekeerd, met terugwerkende kracht worden uitgekeerd tot en met 1 januari 2018. Dat betekent voor wat betreft de terugwerkende kracht dat de hoogte van de vergoedingen wordt bepaald aan de hand van de destijds laatstelijk afgesloten CAO. Concreet betekent dat voor de voorzitter dat de vergoeding m.i.v. 1 januari 2018 € 1496,36 p/maand, m.i.v. 1 juli 2018 € 1.541,25 p/maand, m.i.v. 1 juli 2019 € 1.572,07 p/maand en m.i.v. 1 januari 2020 € 1.603,51 zal zijn. Voor de leden betekent dit dat de vergoeding m.i.v. 1 januari 2018 € 638,88 p/maand, m.i.v. 1 juli 2018 € 658,05 p/maand, m.i.v. 1 juli 2019 € 671,21 p/maand en m.i.v. 1 januari 2020 € 684,63 zal zijn. Voor de plaatsvervangend leden betekent dit dat m.i.v. 1 januari 2018 278,63 p/vergadering, m.i.v. 1 juli 2018 € 286,99 p/vergadering, m.i.v. 1 juli 2019 € 292,73 p/vergadering en m.i.v. 1 januari 2020 € 298,59 p/vergadering zal zijn.

De vergoedingen zullen elke keer als er een nieuwe CAO wordt afgesloten, worden geïndexeerd.

Vervallen artikelen

Met het oog op transparantie en uitvoerbaarheid is ervoor gekozen het eerste artikel 3 van het Besluit benoeming en vergoeding voorzitter Adviescollege levenslanggestraften dat ziet op de vergoeding van de voorzitter te laten vervallen. De overige artikelen van het Besluit benoeming en vergoeding voorzitter Adviescollege levenslanggestraften zien op de benoeming van de voorzitter en blijven daarom in stand.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven