Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 8 september 2020, nr. IENW/BSK-2020/153278, tot wijziging van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Waterstaat in verband met de nieuwe organisatiestructuur voortvloeiend uit het programma Bedrijfsvoering in Beweging

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:9, eerste lid, 10:11 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Waterstaat wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel i komt te luiden:

  • i. de hoofddirectie Financiën en Integrale Bedrijfsvoering;.

2. Onderdeel j vervalt.

3. De onderdelen k tot en met q worden verletterd tot j tot en met p.

B

Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12. Hoofddirectie Financiën en Integrale Bedrijfsvoering

  • 1. De hoofddirectie Financiën en Integrale Bedrijfsvoering staat onder leiding van de hoofddirecteur Financiën en Integrale Bedrijfsvoering.

  • 2. De hoofddirectie Financiën en Integrale Bedrijfsvoering bestaat uit de volgende dienstonderdelen:

    • a. de concerndirectie Financiën;

    • b. de concerndirectie Informatievoorziening;

    • c. de concerndirectie Mens en Organisatie;

    • d. de directie Uitvoering en Decentraal Advies en Control (UDAC); en

    • e. het bureau Eigenaarsadvisering.

  • 3. De dienstonderdelen, genoemd in het tweede lid, onder a tot en met d, staan onder leiding van een directeur. Het dienstonderdeel, genoemd in het tweede lid, onder e, staat onder leiding van een afdelingshoofd. Het dienstonderdeel, genoemd in het tweede lid, onder d, bestaat uit directies, genoemd in het negende lid, onderdeel d, die onder leiding staan van een directeur. De dienstonderdelen, genoemd in het tweede lid, onder a tot en met c, en de directies binnen het dienstonderdeel, genoemd in het tweede lid, onder d, bestaan uit afdelingen die onder leiding staan van een afdelingshoofd.

  • 4. Bij afwezigheid of verhindering van de hoofddirecteur Financiën en Integrale Bedrijfsvoering zijn de directeuren, bedoeld in het derde lid, eerste zin, bevoegd om als plaatsvervanger op te treden.

  • 5. Bij afwezigheid of verhindering van een directeur, bedoeld in het derde lid, eerste zin, zijn de overige directeuren, bedoeld in het derde lid, eerste zin, en de afdelingshoofden of directeuren, bedoeld in het derde lid, derde zin, binnen de directie bevoegd om als plaatsvervanger op te treden.

  • 6. Bij afwezigheid of verhindering van een directeur, bedoeld in het derde lid, derde zin, zijn de overige directeuren, bedoeld in het derde lid, derde zin, en de afdelingshoofden binnen de directie bevoegd om als plaatsvervanger op te treden.

  • 7. Bij afwezigheid of verhindering van een afdelingshoofd binnen een directie zijn de overige afdelingshoofden binnen de directie bevoegd om als plaatsvervanger op te treden.

  • 8. Plaatsvervanging geschiedt voor het overige overeenkomstig daartoe strekkende instructies van de hoofddirecteur Financiën en Integrale Bedrijfsvoering.

  • 9. De hoofddirectie Financiën en Integrale Bedrijfsvoering en haar dienstonderdelen hebben de volgende taken:

    • a. de concerndirectie Financiën: de ingevolge de Comptabiliteitwet 2016 opgedragen zorg voor de begrotingszaken en de daarmee samenhangende administraties, de zorg voor de departementale financiële functie en de departementale beleidstaken op het gebied van inkoop (de rol van Coördinerend Directeur Inkoop);

    • b. de concerndirectie Informatievoorziening: de aan de rol van Chief Information Officer opgedragen zorg voor de departementale strategie voor informatievoorziening en ICT en het beleid met betrekking tot beveiliging;

    • c. de concerndirectie Mens en Organisatie: de departementale kaderstelling en advisering van de secretaris-generaal op het terrein van mens en organisatie, de zorg inzake goed werkgeverschap, rechtspositionele aangelegenheden, overleg met bonden en de medezeggenschap, huisvesting en integriteit;

    • d. de directie Uitvoering en Decentraal Advies en Control:

      • 1°. de directie Financiën en Inkoop: het verzorgen van dienstverlening en advies op het gebied van financiën en inkoop, waaronder het betaalproces, buitenlandse dienstreizen, Europese aanbestedingen en andere inkooptrajecten;

      • 2°. de directie Informatie en Exploitatie: het verzorgen van dienstverlening en advies op tactisch en operationeel niveau op het gebied van informatievoorziening, ICT-toepassingen en documentair informatiemanagement; en

      • 3°. de directie Organisatie en Personeel: het verzorgen van dienstverlening en advies op het gebied van human resource management, waaronder de organisatieontwikkeling en personeels- en salarisadministratie, en facilitair management en huisvesting; en

    • e. het bureau Eigenaarsadvisering: de zorg voor het uitvoeringstoezicht op en advisering over de invulling van de eigenaarsrol ten opzichte van zelfstandige bestuursorganen.

C

Artikel 13 vervalt.

D

In artikel 23, derde lid, wordt ‘de algemeen directeur Integrale Bedrijfsvoering Infrastructuur en Waterstaat’ vervangen door ‘de hoofddirecteur Financiën en Integrale Bedrijfsvoering’.

E

Artikel 26, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt ‘Financiën, Management en Control’ vervangen door ‘Financiën en Integrale Bedrijfsvoering’.

2. In onderdeel d wordt ‘de algemeen directeur Integrale Bedrijfsvoering Infrastructuur en Waterstaat’ vervangen door ‘de hoofddirecteur Financiën en Integrale Bedrijfsvoering’.

F

Artikel 29, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel e wordt ‘de hoofddirecteur Financiën, Management en Control’ vervangen door ‘de hoofddirecteur Financiën en Integrale Bedrijfsvoering’ en wordt na de puntkomma toegevoegd ‘en’.

2. Onderdeel f vervalt.

3. Onderdeel g wordt verletterd tot f.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2020. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 augustus 2020, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt het terug tot en met 1 september 2020.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

Algemeen deel

Deze wijziging van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Waterstaat (OenM-besluit) heeft betrekking op de nieuwe organisatiestructuur voor de bedrijfsvoering die voortvloeit uit het programma Bedrijfsvoering in Beweging. Het programma beoogt een structuur die bijdraagt aan een beheerste en adaptieve bedrijfsvoering en die knelpunten in de huidige organisatie wegneemt. De nieuwe organisatiestructuur betreft de voormalige hoofddirectie Financiën, Management en Control (FMC) en de directie Integrale Bedrijfsvoering Infrastructuur en Waterstaat (IBI).

Geconstateerd is dat een verbeterslag kon worden gemaakt in de bedrijfsvoering. Hiervoor moest een aantal verbeterpunten worden doorgevoerd die een betere samenwerking beogen. Deze moeten leiden tot eenduidige aansturing van FMC en IBI, minder koppelvlakken en meer duidelijkheid in de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bijbehorende rollen. Het gaat dan om samenwerking voor het realiseren van de gezamenlijke ambitie van de bedrijfsvoering, maar ook om samenwerking in de dagelijkse praktijk bij de uitoefening van werkzaamheden binnen de organisatie. Daarnaast waren er in de oude organisatiestructuur van de twee bedrijfsvoeringorganisaties punten die als belemmerend in de samenwerking werden ervaren. Zonder de doorgevoerde wijzigingen was het lastig om goed de verbinding met het primair proces aan te gaan. Het doel is een bedrijfsvoering die het ministerie en haar onderdelen zo goed mogelijk faciliteert, adviseert én stuurt, gericht op zowel het individuele als het collectieve belang. Dit vraagt om flexibel, wendbaar en proactief opereren vanuit een stabiele basis. Daartoe is gekomen tot één hoofdirectie Financiën en Integrale Bedrijfsvoering (FIB).

In de nieuwe structuur is er één hoofddirectie die integraal verantwoordelijk is voor de domeinen Financiën en Integrale Bedrijfsvoering. Hiermee wordt een heldere en eenduidige sturing voor de organisatie van de hoofddirectie bereikt. Daarbinnen is er nog een scheiding tussen de oude directies van FMC en IBI. De directies van FMC gaan verder onder de aanduiding concerndirecties. De directies van IBI vallen onder de overkoepelende directie Uitvoering en Decentraal Advies en Control (UDAC), met een eigen directeur. Daarbinnen zijn er drie UDAC-directies. Tussen de concerndirecties en UDAC-directies is er een onderscheid in rollen en verantwoordlijkheden met betrekking tot kaderstelling (concerndirecties) en uitvoering (UDAC-directies).

De samenvoeging van FMC en IBI heeft geen financieel of taakstellingsdoel en leidt niet tot het vervallen van functies of overtolligheid. In overeenstemming met de Wet op de ondernemingsraad is over deze wijziging advies gevraagd aan de medezeggenschapsraad, die hiermee heeft ingestemd.

De nieuwe hoofddirectie FIB gaat met ingang van 1 september 2020 van start.

Artikelsgewijs deel

Artikel I, onderdeel A

In artikel 2 van het OenM-besluit worden in de opsomming van organisatieonderdelen binnen het ministerie FMC en IBI vervangen door FIB.

Artikel I, onderdelen B en C

De omschrijvingen van de organisaties van FMC en IBI worden in artikel 12 samengevoegd tot één omschrijving van FIB. Daarmee is uitvoering gegeven aan de organisatieverbetering in de bedrijfsvoering die voortvloeit uit het programma Bedrijfsvoering in Beweging, zoals beschreven in het algemeen deel van de toelichting. Wat betreft de taakomschrijvingen zijn de taakomschrijvingen van FMC en IBI als uitgangspunt genomen.

Artikel I, onderdelen D, E en F, onder 1

De specifieke bevoegdheden van de hoofddirecteur FMC (het nemen van besluiten op verzoek om informatie, bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur, en het geven van aanwijzingen in de zin van de Comptabiliteitswet 2016) en de algemeen directeur IBI (ondertekeningsmandaat ambtelijke rechtspositie, personeels- en salarisadministratie, documentair beheer en gebouwgebonden veiligheid) zijn overgegaan op de hoofddirecteur FIB.

Artikel I, onderdeel F, onder 2 en 3

Dit betreft een technische wijziging. Het Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 1996 is niet langer van kracht en kan dus vervallen uit de opsomming van kaders die in acht moeten worden genomen bij de uitoefening van bevoegdheden namens de bewindspersonen.

Artikel II

Om de nieuwe organisatiestructuur zo snel mogelijk te formaliseren is het OenM-besluit gewijzigd met ingang van 1 september 2020, dan wel de dag na publicatie van dit besluit in de Staatscourant als die datum niet is gehaald met terugwerkende kracht tot en met 1 september 2020.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven