De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op de artikelen 12, tweede lid, en 13, van het Besluit luchtvaartuigen 2008;
BESLUIT:
ARTIKEL I
In artikel 33, zesde lid, van de Regeling nationale veiligheidsvoorschriften luchtvaartuigen,
wordt ‘helikopters’ vervangen door ‘helikopter’ en wordt ‘ML’ vervangen door ‘M’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2020.
TOELICHTING
Met de onderhavige regeling wordt een onjuiste verwijzing gecorrigeerd in een bepaling
in de Regeling nationale veiligheidsvoorschriften luchtvaartuigen (hierna: Rnvl) van
16 juni 2020 (Strct. 2020, nr. 31290), die op 1 oktober 2020 in werking treedt.
Hoofdstuk 5, paragraaf 1, van de Rnvl, betreft het onderhoudsprogramma inzake het
periodieke onderhoud van luchtvaartuigen die niet onder de reikwijdte van de Europese
basisverordening1 vallen. Voor het opstellen van dit onderhoudsprogramma kunnen de voorschriften van
de Europese luchtvaartveiligheidsregelgeving zoals opgenomen in Part M of Part ML
van verordening (EU) nr. 1321/20142, overeenkomstig worden gebruikt. In artikel 33 wordt in het vijfde en zesde lid deze
overeenkomstige toepassing opgenomen, waarbij voor kleine luchtvaartuigen het vijfde
lid geldt (Part M-Light), en het zesde lid grote en zwaardere luchtvaartuigen betreft
(Part M). Abusievelijk is echter in het zesde lid verwezen naar Part ML, dat niet
van toepassing is op zware luchtvaartuigen, en waardoor deze onder een te licht onderhoudsregime
worden gebracht.
Met onderhavige regeling wordt de foutieve verwijzing gecorrigeerd. Van de gelegenheid
is gebruik gemaakt tevens een enkele redactionele aanpassing in hetzelfde lid aan
te brengen.
Uitvoering en handhaving
De Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT) houdt toezicht op de naleving
van onder meer (veiligheids)wetten en regels voor de luchtvaart en handhaaft deze.
De correcties in de Rnvl hebben geen gevolgen voor uitvoering en handhaving. Deze
regeling is daarom niet aan de Inspecteur-Generaal (hierna: IG) van de ILT voorgelegd
ter toetsing op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid van de aangepaste
bepaling van de regeling. In dat verband is van belang dat de Rnvl nog niet in werking
is getreden. Het ontwerp van de Rnvl is eerder voor toetsing voorgelegd aan de IG.
Voor de inhoudelijke beoordeling van de IG op die ontwerpregeling wordt verwezen naar
de toelichting bij de Rnvl.
Financiële gevolgen
Deze reparatie-regeling brengt geen verandering in de financiële gevolgen voor de
betrokken sector met zich. In dat verband is van belang dat de Rnvl nog niet in werking
is getreden. Het ontwerp van de Rnvl is eerder voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing
Regeldruk (ATR). Voor de inhoudelijke beoordeling van ATR op die ontwerpregeling wordt
verwezen naar de toelichting bij de Rnvl. ATR heeft daarbij geen formeel advies uitgebracht.
Internetconsultatie
Met toepassing van de uitzonderingsgrond ‘ministeriële regelingen die geen ingrijpende
verandering teweegbrengen in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en ook
geen ingrijpende gevolgen hebben voor de uitvoeringspraktijk’ is in dit geval afgezien
van internetconsultatie. Het betreft hier reparatieregelgeving. Consultatie zou niet
in betekenende mate leiden tot aanpassing van het ontwerp. Het ontwerp behelst een
aanpassing, waarmee de sector en de ILT duidelijkheid wordt geboden ten aanzien van
de toepassing van het juiste kader voor het onderhoudsprogramma.
Inwerkingtreding
Op grond van de Aanwijzingen voor de regelgeving treden ministeriële regelingen in
werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Voor de inwerkingtreding
van deze regeling wordt niet aangesloten bij het systeem van vaste verandermomenten
wat betreft de publicatietermijn, aangezien hier een uitzonderingsgrond van toepassing
is om hiervan af te wijken, te weten reparatieregelgeving (uitzonderingsgrond c uit
aanwijzing 4.17 van genoemde Aanwijzingen). Deze regeling treedt gelijktijdig met
de Rnvl in werking, te weten 1 oktober 2020, opdat de aanpassing op gelijke datum
uitgevoerd kan worden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga