Bekendmaking van 27 augustus 2020, nr. 3001879 van de gewijzigde inkomensgrenzen, in de Wet op de rechtsbijstand, eigen bijdragen en bedragen, bedoeld in het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand, het Besluit vergoedingen rechtsbijstand en het Besluit toevoeging mediation over 2021 en vaststelling van het normbedrag en het bedrag van het voorschot voor advocaten als bedoeld in het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000

De Minister voor Rechtsbescherming;

Gelet op artikel 34, vierde lid, van de Wet op de rechtsbijstand, artikel 3, tweede lid, van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand, artikel 4, vijfde lid van het Besluit toevoeging mediation, artikel 3, tweede lid, en artikel 35, tweede en vierde lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000;

Maakt bekend:

Artikel 1

Met ingang van 1 januari 2021 luiden de bedragen, zoals vermeld in artikel 34, eerste lid, van de Wet op de rechtsbijstand: € 28.600 respectievelijk € 40.500.

Artikel 2

Met ingang van 1 januari 2021 luiden de inkomensgrenzen, zoals vermeld in het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand:

  • a. in artikel 2, eerste lid

    • in onderdeel a: € 20.300;

    • in onderdeel b: € 20.300 respectievelijk € 21.000;

    • in onderdeel c: € 21.000 respectievelijk € 22.200;

    • in onderdeel d: € 22.200 respectievelijk € 24.100; en

    • in onderdeel e: € 24.100 respectievelijk € 28.600;

  • b. in artikel 2, tweede lid:

    • in onderdeel a: € 28.200;

    • in onderdeel b: € 28.200 respectievelijk € 29.300;

    • in onderdeel c: € 29.300 respectievelijk € 30.600;

    • in onderdeel d: € 30.600 respectievelijk € 34.200; en

    • in onderdeel e: € 34.200 respectievelijk € 40.500;

  • c. in artikel 2a, tweede lid:

    • in onderdeel a: € 20.300;

    • in onderdeel b: € 20.300 respectievelijk € 21.000;

    • in onderdeel c: € 21.000 respectievelijk € 22.200;

    • in onderdeel d: € 22.200 respectievelijk € 24.100; en

    • in onderdeel e: € 24.100 respectievelijk € 28.600;

  • d. in artikel 2a, derde lid:

    • in onderdeel a: € 28.200;

    • in onderdeel b: € 28.200 respectievelijk € 29.300;

    • in onderdeel c: € 29.300 respectievelijk € 30.600;

    • in onderdeel d: € 30.600 respectievelijk € 34.200; en

    • in onderdeel e: € 34.200 respectievelijk € 40.500.

  • e. In artikel 2, derde lid:

    • in onderdeel a: € 21.000 respectievelijk € 29.300; en

    • in onderdeel b: € 21.000 respectievelijk € 28.600 respectievelijk € 29.300 respectievelijk € 40.500.

  • f. In artikel 2a, vierde lid:

    • in onderdeel a: € 21.000 respectievelijk € 29.300;

    • in onderdeel b: € 21.000 respectievelijk € 28.600 respectievelijk € 29.300 respectievelijk € 40.500.

Artikel 3

Met ingang van 1 januari 2021 luiden de eigen bijdrage, zoals vermeld in het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand:

  • a. in artikel 2, eerste lid

    • in onderdeel a: € 208;

    • in onderdeel b: € 383;

    • in onderdeel c: € 547;

    • in onderdeel d: € 713; en

    • in onderdeel e: € 876.

  • b. in artikel 2, tweede lid

    • in onderdeel a: € 208;

    • in onderdeel b: € 383;

    • in onderdeel c: € 547;

    • in onderdeel d: € 713; en

    • in onderdeel e: € 876.

  • c. in artikel 2, derde lid:

    • in onderdeel a: € 82; en

    • in onderdeel b: € 138;

  • d. in artikel 2, vijfde lid: € 876.

  • e. in artikel 2a, tweede lid:

    • in onderdeel a: € 362;

    • in onderdeel b: € 438;

    • in onderdeel c: € 603;

    • in onderdeel d: € 767; en

    • in onderdeel e: € 905;

  • f. in artikel 2a, derde lid:

    • in onderdeel a: € 362;

    • In onderdeel b: € 438;

    • in onderdeel c: € 603;

    • in onderdeel d: € 767; en

    • in onderdeel e: € 905;

  • g. in artikel 2a, vierde lid:

    • in onderdeel a: € 115; en

    • in onderdeel b: € 151.

  • h. in artikel 4, eerste lid: € 208.

  • i. in artikel 4, tweede lid: € 56.

  • j. in artikel 4, derde lid: € 56.

Artikel 4

Met ingang van 1 januari 2021 luiden de bedragen voor korting diagnose en triage, zoals vermeld in het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand:

  • a. in artikel 2, zesde lid: € 56.

  • b. in artikel 2, zevende lid: € 56.

  • c. in artikel 2, achtste lid: € 56.

Artikel 5

Met ingang van 1 januari 2021 luiden de eigen bijdragen, zoals vermeld in het Besluit toevoeging mediation:

  • a. in artikel 4, eerste lid: € 56;

  • b. in artikel 4, tweede lid: € 112;

  • c. in artikel 4, derde lid: € 56;

  • d. in artikel 4, vierde lid: € 112.

Artikel 6

Met ingang van 1 januari 2021 luiden de inkomensgrenzen, zoals vermeld in het Besluit toevoeging mediation:

  • a. in artikel 4, derde lid, onderdeel a: € 20.300;

  • b. in artikel 4, derde lid, onderdeel b: € 28.200;

Artikel 7

  • 1. Met ingang van 1 januari 2021 wordt het normbedrag als bedoeld in artikel 35, tweede lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 vastgesteld op € 883.

  • 2. Met ingang van 1 januari 2021 wordt het voorschot als bedoeld in artikel 35, vierde lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 vastgesteld op: ten hoogste 10% van € 54.300.

Artikel 8

Met ingang van 1 januari 2021 luiden de vergoedingen voor advocaten, zoals vermeld in het Besluit Vergoedingen Rechtsbijstand:

  • a. in artikel 3, eerste lid: € 113.25.

  • b. in artikel 27, eerste lid: € 20.31.

Deze bekendmaking zal in de Staatscourant worden geplaatst en treedt in werking op 1 januari 2021.

’s-Gravenhage, 27 augustus 2020

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

TOELICHTING

Jaarlijks worden de gewijzigde bedragen overeenkomstig artikel 34, vierde lid Wet op de rechtsbijstand en artikel 3, tweede lid, van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand, artikel 4, vijfde lid van het Besluit toevoeging mediation, en artikel 35, tweede en vierde lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000, en de eigen bijdragen en bedragen bedoeld in het Besluit eigen bijdragen rechtsbijstand en het Besluit toevoeging mediation gewijzigd. Dit betreft een jaarlijkse indexering.

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2021.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven