Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2020, 44792 | Adviezen Raad van State |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2020, 44792 | Adviezen Raad van State |
’s-Gravenhage, 30 juni 2020
WJZ / 2016169
Aan de Koning
Nader rapport inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur tot wijziging van het Dierproevenbesluit 2014 in verband met precisering verwijzingen naar de Dierproevenrichtlijn
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 26 mei 2020, nr. no. 2020001048, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde ontwerp van een algemene maatregel van bestuur rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 3 juni 2020, nr. No. W11.20.0148/IV, bied ik U hierbij aan.
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.
Bij gelegenheid van dit nader rapport is de passage aangaande regeldruk in de nota van toelichting aangevuld naar aanleiding van ambtelijke opmerkingen bij het ontwerpbesluit nadat het is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk.
Ik moge U hierbij het ontwerpbesluit en de nota van toelichting wederom doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluit.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten.
No. W11.20.0148/IV
’s-Gravenhage, 3 juni 2020
Aan de Koning
Bij Kabinetsmissive van 26 mei 2020, no. 2020001048, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit tot wijziging van het Dierproevenbesluit 2014 in verband met precisering verwijzingen naar de Dierproevenrichtlijn, met nota van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen over het ontwerpbesluit en adviseert het besluit te nemen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State, Th.C. de Graaf.
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, nr. WJZ / 20142377;
Gelet op richtlijn nr. 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt (PbEU 2010, L 276) en artikel 13f, eerste lid, van de Wet op de dierproeven;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van ..., nr. ...);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van ..., nr. WJZ ...;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 7 van het Dierproevenbesluit 2014 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt na ‘eisen’ ingevoegd ‘met ingang van de in die bijlage bij die eisen genoemde data’.
2. In het vijfde lid wordt na ‘voorzieningen’ ingevoegd ‘en het ontwerp, de bouw en de werking daarvan, bedoeld in het vierde lid,’.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Met dit besluit is artikel 7 van het Dierproevenbesluit 2014 gewijzigd. Deze wijziging hangt samen met de wijzigingen die zijn doorgevoerd in Wet van 20 december 2017 tot wijziging van de Wet op de dierproeven (Stb. 2018, 3). De aanleiding voor deze wijzigingen vormen vragen van de Europese Commissie over de omzetting in Nederlands recht van Richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt (PbEU 2010, L 276) (hierna: de richtlijn).
De wijziging betreft de precisering van twee verwijzingen in artikel 7 naar bijlage III van de richtlijn. De precisering is aangewezen omdat deze verwijzingen onvolledig waren. In bijlage III zijn voorschriften opgenomen voor inrichtingen waar de proefdieren worden gehouden en voor de huisvesting en verzorging van de proefdieren. Daarbij worden ook huisvestings- en verzorgingsnormen onderscheiden waarvoor specifieke data gelden met ingang waarvan deze van toepassing moeten zijn. In het eerste lid, onderdeel a, werd naar bijlage III verwezen zonder vermelding of verwijzing naar bedoelde ingangsdata. In het vijfde lid werd voor de voldoening aan de voorschriften en eisen van bijlage III slechts verwezen naar de installaties en voorzieningen die bedoeld zijn in het derde lid. Het ontwerp, de bouw en de werking van de installaties van het vierde lid zijn daarmee ten onrechte onttrokken aan de voorschriften en eisen van bijlage III. Beide omissies zijn met dit Besluit hersteld.
Met deze wijziging van het Dierproevenbesluit 2014 zijn geen nieuwe informatieverplichtingen voor bedrijven of burgers ingevoerd. De wijziging heeft derhalve geen gevolgen voor de regeldruk.
Met het eerste lid is in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, ingevoegd: met ingang van de in bijlage III bij die eisen genoemde data. Zo is verduidelijkt dat de eisen van bijlage III van de richtlijn, waarnaar wordt verwezen, gelden met ingang van de in die bijlage bij de respectieve eisen genoemde data.
Met het tweede lid is aan het vijfde lid van artikel 7 toegevoegd dat ook het ontwerp, de bouw en de werking van de installaties en voorzieningen, bedoeld in het vierde lid, moeten voldoen aan de voorschriften van bijlage III van de richtlijn. Volgens de richtlijn moeten zowel de installaties en voorzieningen van de fokkers, leveranciers en gebruikers als het ontwerp, de bouw en de werking van de installaties en voorzieningen voldoen aan de voorschriften van bijlage III van de richtlijn. In het huidige vijfde lid worden de voorschriften van bijlage III alleen gekoppeld aan de installaties en voorzieningen bedoeld in het derde lid.
In afwijking van het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten, is dit besluit in werking getreden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waar het in wordt geplaatst. Deze afwijking is gerechtvaardigd aangezien het besluit de implementatie van een bindende EU-rechtshandeling betreft.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-44792.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.