De Minister voor Medische Zorg,
Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;
Besluit:
ARTIKEL I
Aan artikel 8 van de Subsidieregeling subsidiëring Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling
Patiënt en Professional MSZ en audiologische centra wordt een lid toegevoegd, luidende:
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 12 februari
2020.
TOELICHTING
Algemeen
Op grond van de regeling subsidiering Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling
Patiënt en Professional van instellingen voor medisch specialistische zorg en audiologische
centra (hierna: subsidieregeling) kan subsidie worden verstrekt aan instellingen voor
medisch specialistische zorg en audiologische centra. Dit met het oog op de verdere
intensivering van de informatie-uitwisseling richting patiënten en tussen instellingen
onderling.
Met de onderhavige wijzigingsregeling is artikel 8 van de subsidieregeling aangepast,
door toevoeging van een derde lid. Als gevolg van deze aanpassing worden bepaalde
instellingen uitgezonderd van het groepscriterium, bedoeld in artikel 8, eerste lid,
van de subsidieregeling. De uitzondering is wenselijk, omdat ziekenhuizen en instellingen
die deel uitmaken van een groepsconstructie anders geen vervolg kunnen geven aan –
kort gezegd – hun VIPP 1 of VIPP 2 traject. Met VIPP 1 en VIPP 2 heeft de gestandaardiseerde
vastlegging van gegevens een stevige impuls gekregen, met VIPP 5 stimuleren we de
uitwisseling richting een PGO en het twee richtingsverkeer van de digitale informatie
tussen een PGO van een patiënt en de instelling. Daarnaast stimuleren we de uitwisseling
tussen professionals onderling.
De doelstelling van VIPP 5 is het hergebruik van informatie, waarbij eenmalig vastleggen,
meervoudig gebruik het uitgangspunt is, zodat overtypen niet meer nodig is. Deze doelstelling
is vertaald in gestandaardiseerde digitale informatie-uitwisseling tussen instellingen
onderling en tussen een instelling en de patiënt via de PGO conform het MedMij-Afsprakenstelsel.
Deze doelstellingen zullen niet haalbaar zijn voor alle ziekenhuizen en instellingen
indien er wordt vastgehouden aan het groepscriterium. Dit is onwenselijk aangezien
goede en tijdige informatie-uitwisseling met de patiënt en tussen instellingen onderling
nodig is om kwalitatief goede en veilige zorg te kunnen leveren. Van belang daarbij
is dat dezelfde standaarden worden gebruikt voor het ontsluiten van gegevens.
De doelstellingen van de subsidieregeling zijn tevens van belang voor umc’s, waarvoor
VIPP 5 een eerste VIPP-traject is. Gelet op het gering aantal umc’s in Nederland is
het niet wenselijk om het groepscriterium toe te passen op umc’s, omdat hiermee mogelijk
enkele umc’s kunnen worden uitgesloten van deelname aan VIPP 5.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel I
Aan artikel 8 wordt een derde lid toegevoegd, op grond waarvan in bepaalde gevallen
wordt afgeweken van het eerste lid. Hierdoor krijgen instellingen die deel uit maken
van een groep en die hebben meegedaan aan VIPP 1 of VIPP 2 de mogelijkheid om toch
subsidie aan te vragen op grond van deze subsidieregeling. Ook aan umc’s wordt deze
mogelijkheid geboden. Met deze aanpassing kunnen de doelstellingen van de subsidieregeling,
die is geënt op VIPP 1 en VIPP 2, worden behaald.
Artikel II
In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving (VVM),
treedt deze regeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 12 februari
2020 (de dag van inwerkingtreding van de bovengenoemde subsidieregeling van 11 februari
2020). Voor deze terugwerkende kracht is gekozen met het oog op de subsidieaanvragen
die al zijn ingediend. Zonder terugwerkende kracht is het voor deze instellingen niet
mogelijk om vervolg te geven aan hun VIPP-traject, hetgeen het doel van de subsidieregeling
belemmert.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark