Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 20 augustus 2020, kenmerk 1723933-208275-CZ, houdende wijziging van de Subsidieregeling subsidiëring Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional MSZ en audiologische centra in verband met een aanpassing van artikel 8

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

Aan artikel 8 van de Subsidieregeling subsidiëring Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional MSZ en audiologische centra wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van het eerste lid komen voor subsidie in aanmerking:

    • a. ziekenhuizen die subsidie hebben ontvangen op grond van het Besluit vaststelling beleidskader subsidiëring Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional;

    • b. overige instellingen voor medisch specialistische zorg die deel uitmaken van een ziekenhuis of een umc en reeds subsidie hebben ontvangen op grond van het Besluit vaststelling beleidsregels subsidiëring Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional fase 2;

    • c. umc’s.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 12 februari 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

TOELICHTING

Algemeen

Op grond van de regeling subsidiering Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional van instellingen voor medisch specialistische zorg en audiologische centra (hierna: subsidieregeling) kan subsidie worden verstrekt aan instellingen voor medisch specialistische zorg en audiologische centra. Dit met het oog op de verdere intensivering van de informatie-uitwisseling richting patiënten en tussen instellingen onderling.

Met de onderhavige wijzigingsregeling is artikel 8 van de subsidieregeling aangepast, door toevoeging van een derde lid. Als gevolg van deze aanpassing worden bepaalde instellingen uitgezonderd van het groepscriterium, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de subsidieregeling. De uitzondering is wenselijk, omdat ziekenhuizen en instellingen die deel uitmaken van een groepsconstructie anders geen vervolg kunnen geven aan – kort gezegd – hun VIPP 1 of VIPP 2 traject. Met VIPP 1 en VIPP 2 heeft de gestandaardiseerde vastlegging van gegevens een stevige impuls gekregen, met VIPP 5 stimuleren we de uitwisseling richting een PGO en het twee richtingsverkeer van de digitale informatie tussen een PGO van een patiënt en de instelling. Daarnaast stimuleren we de uitwisseling tussen professionals onderling.

De doelstelling van VIPP 5 is het hergebruik van informatie, waarbij eenmalig vastleggen, meervoudig gebruik het uitgangspunt is, zodat overtypen niet meer nodig is. Deze doelstelling is vertaald in gestandaardiseerde digitale informatie-uitwisseling tussen instellingen onderling en tussen een instelling en de patiënt via de PGO conform het MedMij-Afsprakenstelsel. Deze doelstellingen zullen niet haalbaar zijn voor alle ziekenhuizen en instellingen indien er wordt vastgehouden aan het groepscriterium. Dit is onwenselijk aangezien goede en tijdige informatie-uitwisseling met de patiënt en tussen instellingen onderling nodig is om kwalitatief goede en veilige zorg te kunnen leveren. Van belang daarbij is dat dezelfde standaarden worden gebruikt voor het ontsluiten van gegevens.

De doelstellingen van de subsidieregeling zijn tevens van belang voor umc’s, waarvoor VIPP 5 een eerste VIPP-traject is. Gelet op het gering aantal umc’s in Nederland is het niet wenselijk om het groepscriterium toe te passen op umc’s, omdat hiermee mogelijk enkele umc’s kunnen worden uitgesloten van deelname aan VIPP 5.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Aan artikel 8 wordt een derde lid toegevoegd, op grond waarvan in bepaalde gevallen wordt afgeweken van het eerste lid. Hierdoor krijgen instellingen die deel uit maken van een groep en die hebben meegedaan aan VIPP 1 of VIPP 2 de mogelijkheid om toch subsidie aan te vragen op grond van deze subsidieregeling. Ook aan umc’s wordt deze mogelijkheid geboden. Met deze aanpassing kunnen de doelstellingen van de subsidieregeling, die is geënt op VIPP 1 en VIPP 2, worden behaald.

Artikel II

In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving (VVM), treedt deze regeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 12 februari 2020 (de dag van inwerkingtreding van de bovengenoemde subsidieregeling van 11 februari 2020). Voor deze terugwerkende kracht is gekozen met het oog op de subsidieaanvragen die al zijn ingediend. Zonder terugwerkende kracht is het voor deze instellingen niet mogelijk om vervolg te geven aan hun VIPP-traject, hetgeen het doel van de subsidieregeling belemmert.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

Naar boven