De Minister voor Medische Zorg,
Gelet op artikel 4, vijfde lid, van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen en artikel
57, derde lid, van de Wet publieke gezondheid;
Besluit:
ARTIKEL I
Artikel 5 van de Warenwetregeling tatoeëren en piercen wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt:
a. In onderdeel a ‘€ 432,88’ vervangen door ‘€ 445,43’;
b. In onderdeel b ‘€ 378,77’ vervangen door ‘€ 389,75’;
c. In onderdeel c ‘€ 216,44’ vervangen door ‘€ 222,72’;
d. In onderdeel d ‘€ 432,88’ vervangen door ‘€ 445,43’;
e. In onderdeel e ‘€ 378,77’ vervangen door ‘€ 389,75’;
f. In onderdeel f ‘€ 541,10’ vervangen door ‘€ 556,79’;
g. In onderdeel g ‘€ 432,88’ vervangen door ‘€ 445,43’; en
h. In onderdeel h ‘€ 162,33’ vervangen door ‘€ 167,04’.
2. In het tweede en derde lid wordt ‘€ 27,06’ telkens vervangen door ‘€ 27,84’.
3. In het vierde lid wordt ‘€ 108,22’ vervangen door ‘€ 111,36’.
4. In het vijfde lid wordt ‘vijfde lid’ vervangen door ‘vierde lid’.
ARTIKEL II
Artikel 9 van de Regeling publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt:
a. In onderdeel a ‘€ 108,22’ vervangen door ‘€ 111,36’;
b. In onderdeel b ‘€ 162,33’ vervangen door ‘€ 167,04’; en
c. In onderdeel c ‘€ 216,44’ vervangen door ‘€ 222,72’.
2. In het derde lid wordt ‘€ 108,22’ vervangen door ‘€ 111,36’.
3. In het vierde lid wordt ‘€ 27,06’ vervangen door ‘€ 27,84’.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling strekt ertoe de Warenwetregeling tatoeëren en piercen en de Regeling
publieke gezondheid te wijzigen in verband met de indexering van tarieven voor 2020.
Tevens wordt een onjuiste verwijzing in de Warenwetregeling tatoeëren en piercen hersteld.
De wijzigingen worden in de artikelsgewijze toelichting toegelicht.
Gevolgen voor regeldruk
Deze regeling heeft geen effect op de administratieve lasten of nalevingskosten. Tarieven
en retributies zijn financiële lasten en vallen als zodanig buiten de definitie van
regeldruk. Zij worden aldus niet aangemerkt als regeldruk die voortvloeit uit wet-
of regelgeving. De eenmalige kennisnemingskosten zijn vrijwel nihil. Het Adviescollege
Toetsing Regeldruk kan zich vinden in de analyse en conclusie ten aanzien van de gevolgen
voor de regeldruk.
Regulier overleg Warenwet
Het ontwerp van deze regeling is ter informatie gestuurd aan de deelnemers aan het
Regulier Overleg Warenwet (ROW)1.
Artikelsgewijs
Artikel I
De tarieven voor werkzaamheden in het kader van tatoeëren, piercen en permanente make-up
worden jaarlijks geïndexeerd. De tarieven zijn oorspronkelijk gebaseerd op het in
2007 vastgestelde uurtarief van € 87,18. Dit tarief is voor 2008 en 2009 geïndexeerd
naar aanleiding van de indexatie van de CAO voor de gemeenten en vanaf 2010 jaarlijks
geïndexeerd aan de hand van het CBS loonindexcijfer voor de sector overheid over het
voorafgaande jaar. Per 1 augustus 2020 wordt het tarief geïndexeerd op basis van het
CBS loonindexcijfer voor de sector overheid over 2019 van 2,9%. Het nieuwe uurtarief
in 2020 bedraagt € 111,36.
Bij een eerdere wijziging van artikel 5 van de Warenwetregeling tatoeëren en piercen,
waarbij het zesde lid werd vernummerd tot het vijfde lid, is een onjuiste verwijzing
ontstaan in het vijfde lid (nieuw). De onjuiste verwijzing in het vijfde lid wordt
bij deze regeling gecorrigeerd.
Artikel II
De tarieven voor werkzaamheden in het kader van sanitaire controles van schepen worden
jaarlijks geïndexeerd. Dit gebeurt op basis van het door het CBS vastgestelde loonindexcijfer
voor de sector overheid, zoals ook bij de indexeringen voor de tarieven voor de werkzaamheden
in het kader van tatoeëren, piercen en permanente make-up het geval is. Per 1 augustus
2020 wordt het tarief geïndexeerd op basis van het CBS loonindexcijfer voor de sector
overheid over 2019 van 2,9%. Het nieuwe uurtarief in 2020 bedraagt € 111,36.
Artikel III
Ten aanzien van het tijdstip van inwerkingtreding van de onderhavige wijziging is
gekozen om af te wijken van het systeem van vaste verandermomenten. De betrokken sectoren
verwachten dat de aanpassingen van de tarieven in de zomer van 2020 worden doorgevoerd.
De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark