Advies Raad van State inzake het voorstel van wet Uitvoeringswet Verordening conflictmineralen

Nader Rapport

4 juni 2020

Aan de Koning

Nader rapport inzake het voorstel van wet Uitvoeringswet Verordening conflictmineralen

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 8 april 2020, no. 2020000704, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 20 mei 2020, nr. W02.20.0107/II, bied ik U hierbij aan.

De tekst van het advies treft u hieronder aan, voorzien van mijn reactie.

Bij Kabinetsmissive van 8 april 2020, no 2020000704, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet, houdende bepalingen tot uitvoering van Verordening (EU) 2017/821 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van verplichtingen inzake passende zorgvuldigheid in de toeleveringsketen voor Unie-importeurs van tin, tantaal en wolfraam, de overeenkomstige ertsen, en goud uit conflict- en hoogrisicogebieden (PbEU, L 130), met memorie van toelichting.

Het voorstel gaf de Afdeling advisering geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de inwerkingtredings-bepaling, artikel 5, aan te passen, omdat door de beperkende maatregelen in verband met het virus COVID-19 de kans is toegenomen dat de parlementaire behandeling van het voorstel niet voor 1 januari 2021 kan worden afgerond.

De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.

Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no. W02.20.0107/II

  • Vul in aanhef van art. 4 lid 5 het woord ’personen’ aan tot: ’natuurlijke of rechtspersonen’ en vervang in lid b ‘betrokken partijen’ door ’deze personen’.

  • Een transponeringstabel toevoegen (zie aanwijzing 9.12 van de Aanwijzingen voor de regelgeving).

De redactionele kanttekeningen zijn verwerkt.

De Afdeling adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.

De vice-president van de Raad van State,

Th.C. de Graaf

Ik verzoek U het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag.

Advies Raad van State

No. W02.20.0107/II

’s-Gravenhage, 20 mei 2020

Bij Kabinetsmissive van 8 april 2020, no.2020000704, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet, houdende bepalingen tot uitvoering van Verordening (EU) 2017/821 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van verplichtingen inzake passende zorgvuldigheid in de toeleveringsketen voor Unie-importeurs van tin, tantaal en wolfraam, de overeenkomstige ertsen, en goud uit conflict- en hoogrisicogebieden (Pb EU 2017, L 130), met memorie van toelichting.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen inhoudelijke opmerkingen bij het voorstel.

De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.

De Afdeling adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.

De vice-president van de Raad van State, Th.C. de Graaf.

Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no. W02.20.0107/II

  • Vul in aanhef van art. 4 lid 5 het woord ‘personen’ aan tot: ‘natuurlijke of rechtspersonen’ en vervang in lid b ‘betrokken partijen’ door ‘deze personen’.

  • Een transponeringstabel toevoegen (zie aanwijzing 9.12 van de Aanwijzingen voor de regelgeving)

Tekst zoals toegezonden aan de Raad van State: Wet van (...) tot uitvoering van Verordening (EU) 2017/821 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van verplichtingen inzake passende zorgvuldigheid in de toeleveringsketen voor Unie-importeurs van tin, tantaal en wolfraam, de overeenkomstige ertsen, en goud uit conflict- en hoogrisicogebieden (PbEU, L 130) (Uitvoeringswet Verordening conflictmineralen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is regels te stellen ter uitvoering van Verordening (EU) 2017/821 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van verplichtingen inzake passende zorgvuldigheid in de toeleveringsketen voor Unie-importeurs van tin, tantaal en wolfraam, de overeenkomstige ertsen, en goud uit conflict- en hoogrisicogebieden (PbEU, L 130);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze wet wordt verstaan onder Verordening (EU) 2017/821 verstaan: Verordening (EU) 2017/821 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van verplichtingen inzake passende zorgvuldigheid in de toeleveringsketen voor Unie-importeurs van tin, tantaal en wolfraam, de overeenkomstige ertsen, en goud uit conflict- en hoogrisicogebieden (PbEU, L 130).

Artikel 2 Aanwijzing bevoegde autoriteit

  • 1. De inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport, bedoeld in het Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport, is de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 10 van Verordening (EU) 2017/821.

  • 2. De bij besluit van Onze Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aangewezen ambtenaren zijn belast met het toezicht op de naleving van de artikelen 3, 4, 5, 6, 7 en 8, vijfde lid, van de Verordening (EU) 2017/821.

Artikel 3 Bevoegdheid last onder dwangsom

De bevoegde autoriteit is bevoegd tot het opleggen van een last onder dwangsom ter handhaving van de artikelen 3, 4, 5, 6, 7 en 8, vijfde lid, van Verordening (EU) 2017/821.

Artikel 4 Openbaarmaking besluit last onder dwangsom

  • 1. De bevoegde autoriteit maakt een besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom openbaar wanneer de termijn waarbinnen de last moet worden uitgevoerd is verstreken of een dwangsom wordt verbeurd.

  • 2. Voordat tot openbaarmaking van het besluit tot het opleggen van een last wordt over gegaan, neemt de bevoegde autoriteit een besluit tot openbaarmaking. Dit besluit bevat:

    • a. de openbaar te maken gegevens;

    • b. de wijze van openbaarmaking; en

    • c. de termijn waarbinnen de openbaarmaking zal plaatsvinden.

  • 3. De bevoegde autoriteit gaat pas over tot openbaarmaking, nadat tien werkdagen zijn verstreken na de dag waarop het besluit aan de onderneming bekend is gemaakt.

  • 4. Als verzocht is om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt de openbaarmaking van het besluit opgeschort tot de uitspraak van de voorzieningenrechter.

  • 5. Openbaar maken van een besluit gebeurt in een vorm dat het besluit niet herleidbaar is tot afzonderlijke personen, als voorafgaand aan openbaarmaking door de bevoegde autoriteit kan worden vastgesteld dat bij volledige openbaarmaking:

    • a. bekendmaking van persoonsgegevens onevenredig zou zijn gezien de ernst van de overtreding;

    • b. betrokken partijen in onevenredige mate schade zou worden berokkend; of

    • c. een lopend strafrechtelijk onderzoek of een lopend onderzoek door de bevoegde autoriteit zou worden ondermijnd.

  • 6. De bevoegde autoriteit maakt de indiening van een bezwaar of de instelling van een beroep tegen een besluit als bedoeld in het eerste lid, en de uitkomst van dat bezwaar of beroep, bekend zodra dit redelijkerwijs uitvoerbaar is. De beperkingen, bedoeld in het vijfde lid, zijn daarop van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Artikel 6 Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Uitvoeringswet Verordening conflictmineralen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

Naar boven