Gelet op het bepaalde in artikel 15, eerste lid en artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994, het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
Overwegende:
Dat geconstateerd is dat vrachtverkeer voor Warder hoofdzakelijk via het Oosteinde en Warderweg te Oosthuizen naar Warder rijdt;
Dat dit vrachtverkeer overlast veroorzaakt op de Warderweg en een deel van het Oosteinde;
Dat het daarom noodzakelijk is vrachtverkeer niet langer toe te staan op de Warderweg, tussen Warder 1 en Oosteinde te Oosthuizen;
Dat de bedrijven gevestigd op Warder 1 t/m 37 te Warder bereikbaar moeten blijven voor vrachtverkeer;
Dat vrachtverkeer voor Warder vanaf de provinciale weg N247 gebruik kan maken van de Westerweg;
dat aan dit verkeersbesluit de volgende belangen, als bedoeld in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 ten grondslag liggen, namelijk: het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan en het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;
dat overleg heeft plaatsgevonden met de gemandateerde van de korpschef van politie;
BESLUIT
Een geslotenverklaring voor vrachtverkeer in te stellen op de Warderweg, tussen Warder 1 en Oosteinde te Oosthuizen, door het plaatsen van een bord model C07 van Bijlage 1 van het RVV 1990.
te bepalen, dat met het van kracht worden van dit besluit, eerdere verkeersmaatregelen in het onderhavige verkeersgebied komen te vervallen, indien die met dit besluit in strijd zijn, dan wel niet in overeenstemming zijn.