De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op de artikelen 111, vierde lid, en 134, tweede lid, van de Wegenverkeerswet
1994;
BESLUIT:
ARTIKEL I
De bijlage behorende bij de Regeling eisen geschiktheid 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
In paragraaf 5.2 wordt na punt ‘iii’ de volgende begripsbepaling toegevoegd:
B
In paragraaf 5.2.2 wordt zowel onder a als onder b ‘de aantekening van de keurend
arts’ vervangen door ‘de aantekening van de keurend arts of de diabetesverpleegkundige’.
C
In paragraaf 5.2.3, onder a, wordt ‘de aantekening van de keurend arts’ vervangen
door ‘de aantekening van de keurend arts of de diabetesverpleegkundige’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2020.
TOELICHTING
Algemeen
De onderhavige ministeriële regeling wijzigt de bijlage van de Regeling eisen geschiktheid
2000 (hierna: de Regeling). Met deze wijziging wordt het advies van de Gezondheidsraad
van 16 december 20191 over de rol van de diabetesverpleegkundige in de medische beoordeling overgenomen
in de regelgeving.
Het advies van de Gezondheidsraad volgt op het voorstel van het CBR om paragraaf 5.2
van de bijlage bij de Regeling zodanig aan te passen dat de diabetesvragenlijst ook
door een gespecialiseerd diabetesverpleegkundige mag worden ingevuld. Deze procedure
is voor mensen met diabetes mellitus minder belastend, omdat ze in de praktijk meestal
niet (alleen) door de arts worden behandeld, maar vooral door de diabetesverpleegkundige.
De Gezondheidsraad heeft in zijn advies aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het
voorstel. De desbetreffende verpleegkundige moet een BIG-registratie hebben met een
aantekening diabetes mellitus.
In deze wijziging wordt gesproken over rijbewijzen van groep 1 en 2. Het gaat hierover
de rijbewijscategorieën zoals omschreven in artikel 1 van de Regeling eisen geschiktheid
2000.
De wijziging heeft betrekking op houders van een rijbewijs van groep 1 met diabetes
mellitus. Voor houders van een rijbewijs van groep 2 geldt het alleen voor personen
met diabetes mellitus die geen middelen gebruiken die hypoglykemieën kunnen veroorzaken.
Houders van een rijbewijs van groep 1 met diabetes mellitus en houders van een rijbewijs
van groep 2 met diabetes mellitus die geen middelen gebruiken die hypoglykemieën kunnen
veroorzaken, moesten voorheen de diabetesvragenlijst laten invullen door een arts.
Met deze wijziging van de Regeling mag dit ook de diabetesverpleegkundige zijn, mits
deze een BIG-registratie heeft met een aantekening diabetes mellitus.
Voor de volledigheid wordt nog opgemerkt dat de volgende zaken niet wijzigen.
Houders van een groep 2 rijbewijs die middelen gebruiken die hypoglykemieën kunnen
veroorzaken, krijgen een verwijzing naar een internist die het rapport ‘internist
DM’ van het CBR moet invullen. Personen die ongeschikt zijn verklaard en opnieuw een
aanvraag indienen, krijgen een verwijzing naar een internist die het rapport ‘internist
DM’ van het CBR moet invullen. En tot slot wijzigt evenmin dat personen die naar het
CBR verwezen zijn na een mededeling van de politie, een verwijzing krijgen naar een
internist die het rapport ‘internist DM’ van het CBR moet invullen.
Administratieve lasten
Diabetesverpleegkundigen zijn verpleegkundigen met een BIG-registratie waaruit blijkt
dat men een afgeronde aanvullende opleiding heeft gevolgd in de diabeteszorg. Zij
beschikken dan over de zogenoemde 'voorschrijfbevoegdheid diabetes mellitus'. Deze
aanvullende opleiding maakt deel uit van de huidige opleiding tot diabetesverpleegkundige.
Personen die deze opleiding de afgelopen jaren hebben voltooid staan als zodanig geregistreerd
in het BIG-register. Voor hen leidt deze verplichting niet tot nieuwe administratieve
lasten.
Verpleegkundigen die langer geleden de opleiding hebben voltooid, hebben in de meeste
gevallen een aparte module pharmacologie gevolgd. Zij beschikken daarmee wel over
de voorschrijfbevoegdheid, maar dit blijkt niet uit de inschrijving van het BIG-register.
Als deze personen de diabetesvragenlijst willen kunnen invullen, kunnen zij hun specialisatie
aanvullend laten registreren. Dit kan door de diploma's in te sturen en gaat gepaard
met een eenmalige kostenpost van 85 euro. Het is lastig in te schatten om hoeveel
personen dit gaat.
De verandering van de administratieve lasten als gevolg van de wijziging van de Regeling
eisen geschiktheid heeft derhalve geen omvangrijke regeldrukeffecten. Om deze reden
is de onderhavige wijzigingsregeling niet voor advies voorgelegd aan het Adviescollege
toetsing regeldruk.
Internetconsultatie
Er heeft geen internetconsultatie plaatsgevonden over deze regeling. De aanpassing
van de regelgeving brengt geen ingrijpende veranderingen teweeg in de rechten en plichten
van burgers en bedrijven. Op grond van het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie
kon internetconsultatie daarom achterwege blijven.
Inwerkingtreding
De onderhavige regeling treedt met ingang van 1 oktober 2020 in werking. De datum
van inwerkingtreding is het eerstvolgende vaste verandermoment. Van de in het systeem
van vaste verandermomenten opgenomen minimale invoeringstermijn van twee maanden tussen
publicatie en inwerkingtreding wordt afgeweken. De reden daarvoor is dat de doelgroep
vanwege een versoepeling van de geschiktheidseisen bijzonder gebaat is bij een spoedige
inwerkingtreding van de regeling (uitzonderingsgrond a van het systeem van vaste verandermomenten,
zie Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309).
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga