TOELICHTING
Aanleiding
Als gevolg van de uitbraak van het COVID-19-virus is van aanbieders van zorg en ondersteuning
extra inspanning gevraagd om de zorg aan ouderen en mensen met een kwetsbare gezondheid
die thuis wonen te continueren. Dit blijft het geval nu de coronamaatregelen geleidelijk
steeds verder afgeschaald worden. Organisaties hebben nog steeds te maken met voorschriften
rondom ‘social distancing’, waarbij, conform de richtlijnen van het RIVM, minder contact
is met anderen en men afstand blijft houden tot elkaar om zo de kans op besmetting
met het COVID-19-virus te beperken.
Ouderen en mensen met een kwetsbare gezondheid behoren tot de risicogroepen van het
COVID-19-virus. Mensen met psychische aandoeningen kunnen vanwege hun aandoening extra
last hebben van alle aanpassingen waar zij op dit moment mee te maken krijgen. Zorg
en ondersteuning voor deze groepen behoeft ten tijde van de coronacrisis dan ook extra
aandacht, ook na de geleidelijke versoepeling van de maatregelen die ingevoerd zijn
om besmetting van het COVID-19-virus tegen te gaan.
De inzet van zorg en ondersteuning op afstand kan uitkomst bieden in deze situatie.
Voorbeelden van e-health toepassingen die ondersteuning of zorg op afstand mogelijk
maken zijn beeldschermzorg, het stellen van een indicatie via een app en het aanreiken
van medicatie via medicijndispensers.
Verschil SET COVID-19
De Stimuleringsregeling E-health Thuis COVID-19 2.0 (SET COVID-19 2.0) volgt de Stimuleringsregeling
E-health Thuis COVID-19 (SET COVID-19) op. Deze tijdelijke uitbreiding op de Stimuleringsregel
E-health Thuis (SET) werd op 25 maart geopend en is gesloten nadat het subsidieplafond
van € 23.000.000 bereikt was. De breed toegankelijke SET COVID-19, was gericht op
het continueren van zorg en ondersteuning tijdens de coronacrisis en was passend bij
de situatie destijds, waarin de druk op het Nederlandse zorgsysteem snel toenam.
In vergelijking met de SET COVID-19 is de scope van de SET COVID-19 2.0 beperkt van
alle aanbieders van zorg, ondersteuning en jeugdhulp tot aanbieders van huisartsenzorg,
wijkverpleging, GGZ, en ondersteuning in het kader van de Wmo 2015. Dit is zorg waar
met name kwetsbare groepen (veel) gebruik van maken. Zo worden de risicogroepen, ouderen,
mensen met een kwetsbare gezondheid, en mensen met een psychische aandoening, zo goed
mogelijk bereikt. Daarmee sluit de SET COVID-19 2.0 goed aan bij de oorspronkelijke
bedoeling van de Stimuleringsregeling E-health Thuis.
Het subsidiebedrag is nu variabel, ten minste € 25.000 en ten hoogste € 50.000, om
de regeling toegankelijker te maken voor kleinere aanbieders. De informatieplicht
richting de inkoper, uitbreiding van de indiencriteria en een lager maximumpercentage
voor de subsidiabele kosten voor aanschaf, lease en licentie van digitale toepassingen
zijn toegevoegd om meer aandacht te scheppen voor de duurzame inbedding van de inzet
van digitale zorg en ondersteuning in de organisatie, zowel tijdens als na de coronacrisis.
De SET COVID-19 2.0 kent een maximum van vijf gehonoreerde aanvragen per organisatie,
dit maximum ligt op vier voor organisaties die subsidie hebben ontvangen uit de SET
COVID-19. Hierbij geldt dat iedere aanvraag voor een andere activiteit, per e-health
technologie, gespecificeerd dient te zijn.
Zowel de SET COVID-19 als de SET COVID-19 2.0 zijn aanvullend op de reguliere SET-regeling,
de reguliere SET-regeling vervalt dus niet.
Doel en doelgroep
Doel van de SET COVID-19 2.0 is het stimuleren van activiteiten die bijdragen aan
de duurzame implementatie en borging van e-health toepassingen die zorg en ondersteuning
op afstand aan cliënten thuis faciliteren. De bedoeling is dat de e-health toepassingen
die zorg en ondersteuning op afstand mogelijk maken, tijdens en na de geleidelijke
afschaling van de coronamaatregelen onderdeel blijven van de reguliere ondersteuning
en zorg. Daarbij gaat het om toepassingen die in Nederland al door ten minste 100
cliënten en/of mantelzorgers structureel worden gebruikt. In deze regeling ligt de
focus specifiek op zorg en ondersteuning thuis bij de risicogroepen, zijnde ouderen
en mensen met een kwetsbare gezondheid, of bij mensen die een grote impact ervaren
van de coronacrisis, zijnde mensen met psychische aandoeningen.
De regeling beperkt zich tot aanbieders van wijkverpleging (zowel op basis van de
Zorgverzekeringswet als de Wet langdurige zorg), huisartsenzorg, GGZ en ondersteuning
in het kader van de Wmo 2015 aan deze doelgroep. Aanvragers moeten tenminste 50 cliënten
actief van zorg of ondersteuning voorzien, omdat het subsidiebedrag van ten minste
€ 25.000 niet passend is voor zeer kleine zorgaanbieders.
Subsidiabele kosten (artikel 4)
Bij deze regeling is sprake van een variabel subsidiebedrag van ten minste € 25.000
en een maximum van € 50.000 voor de activiteit. De activiteit heeft een maximale looptijd
van 9 maanden. Deze doorlooptijd past bij de urgentie om, ten gevolge van de coronacrisis,
versneld in te zetten op de inzet van e-health toepassingen voor zorg of ondersteuning
op afstand, waarbij er wel voldoende tijd moet worden genomen om dit op een duurzame
wijze in te richten en te borgen in de organisatie.
Subsidiabele kosten zijn kosten voor de aanschaf, lease en licentie van digitale toepassingen
(deze kosten bedragen maximaal 40% van het totale subsidiebedrag) en implementatiekosten.
Onder deze implementatiekosten worden de loonkosten van professionals die verband
houden met de implementatie van e-health toepassingen en kosten voor het verstrekken
van advies en procesbegeleiding door kennisinstellingen of onafhankelijke adviesorganisaties
verstaan. Hiermee kan bijvoorbeeld de opleiding van professionals voor de inzet van
e-health toepassingen ter ondersteuning van hun werkzaamheden gefinancierd worden.
Meerdere aanvragen (artikel 2)
Organisaties kunnen meerdere subsidieaanvragen indienen voor de SET COVID-19 2.0.
Hierbij geldt een maximum van vijf gehonoreerde aanvragen per organisatie. Voorwaarde
hierbij is dat iedere aanvraag voor een andere activiteit is. Het onderscheid wordt
gemaakt op basis van het type toepassing dat wordt ingezet. Er kunnen dus niet meerdere
aanvragen ingediend worden om dezelfde activiteit te subsidiëren. Voor een grotere
inzet van een specifieke e-health toepassing is de reguliere Stimuleringsregeling
E-health Thuis (SET) bedoeld. Bij het onderscheid op technologie wordt er beoordeeld
op basis van een achttal verschillende categorieën e-health toepassingen, zijnde:
Onder de categorie beeldschermzorg wordt de inzet van hardware en/of software ten
behoeve van beeldzorg en contact op afstand, bijvoorbeeld voor e-consults, verstaan.
Onder de categorie (tele)alarmering valt de inzet van e-health toepassingen voor personenalarmering,
zoals een valalarm. De categorie telemonitoring en telebegeleiding bevat de inzet
van e-health waarmee het op afstand monitoren en-of begeleiden van mensen met een
chronische aandoening, zoals COPD of chronisch hartfalen, of bij revalidatie mogelijk
wordt gemaakt. De categorie sloten/sleutelkluisjes behelst de inzet van slimme en
veilige oplossing als toegangsoplossing tot de woning voor de verlening van zorg en/of
ondersteuning door professionele zorgverleners en/of mantelzorgers.
Onder de categorie zorgrobots vallen robots die zijn aan te merken als hulpmiddel,
zoals bedoeld in de Wmo 2015, en die iemand met beperkingen in arm- en handfunctie
helpen bij het eten en drinken, spelletjes doen of lichamelijke activiteiten voorstellen,
in de gaten houden of het gas uit is en de ramen dicht zijn en/of iemand eraan herinneren
te eten. De categorie medicatie behelst de inzet van e-health toepassingen voor medicatietoediening
en/of medicatiecontrole. Voorbeelden hiervan zijn medicatiedispensers, elektronische
toedieningsregistratiesystemen (ETRS) en medicatiecontrole-applicaties.
Onder de categorie communicatie platform vallen online omgevingen waarbij de cliënt
inzicht krijgt in welk soort zorg er is en/of cliënten kunnen communiceren met verschillende
zorgverleners. De categorie zelfmanagement beslaat applicaties voor thuismetingen
en zelfmanagement door de cliënt, bijvoorbeeld bij reuma, diabetes of revalidatie.
E-health toepassingen die wel binnen de reikwijdte van de regeling vallen, maar niet
onder de voorgaande zeven categorieën geschaard kunnen worden, vallen onder de categorie
‘anders’.
Hierbij geldt dat sommige typen e-health-toepassingen onder meer dan één categorie
geschaard kunnen worden. In dit geval moet voor de best passende categorie gekozen
worden. Ook voor de inzet van e-health-toepassingen die onder meerdere categorieën
vallen, mag de aanvrager slechts één aanvraag per technologie doen.
Subsidieplafond wijkverpleging en subsidieplafond huisartsenzorg, GGZ en ondersteuning
Binnen de regeling wordt een apart subsidieplafond opgenomen voor activiteiten aangaande
wijkverpleging en een apart subsidieplafond waar activiteiten inzake huisartsenzorg,
GGZ en ondersteuning vanuit de Wmo 2015 onder vallen (artikel 5). Gedurende de coronacrisis
zijn de beperkingen voor ouderen en mensen met kwetsbare gezondheid het strengst,
zij lopen een hoger risico ernstig ziek te worden van een besmetting. Voor deze groep
kan zorg en ondersteuning die op afstand geleverd wordt in het bijzonder van grote
toegevoegde waarde zijn. Over het algemeen hebben wijkverpleegkundigen het meest dagelijkse
contact met deze groep en is het belangrijk dat deze zorg doorgang vindt. In deze
periode waarbij contact beperkt dient te blijven kan de inzet van e-health toepassingen
uitkomst bieden. Deze toepassingen kunnen een deel van deze contacten vervangen worden
waardoor zorg op afstand mogelijk is. Om dit te kunnen garanderen is er een subsidieplafond
van € 53.700.000 voor wijkverpleging en een plafond van € 23.300.000 voor huisartsenzorg,
GGZ en ondersteuning.
Hierbij geldt voor bijvoorbeeld aanbieders van thuiszorg dat zij vaak zowel wijkverpleging
als ondersteuning in het kader van de Wmo aanbieden. Onder welk subsidieplafond de
aanvraag valt, is dan afhankelijk van de activiteit waarvoor de subsidie aangevraagd
wordt. Als de activiteit enkel gericht is op ofwel wijkverpleging dan wel huisartsenzorg,
GGZ of ondersteuning, dan valt de aanvraag onder het plafond waartoe deze activiteit
behoort. Indien de activiteit waarvoor subsidie aangevraagd wordt zowel wijkverpleging
als huisartsenzorg, GGZ of ondersteuning beslaat, dan kan de aanvrager kiezen onder
welk subsidieplafond hij zijn aanvraag doet.
Duurzame inzet van zorg en ondersteuning op afstand
De inzet van zorg en ondersteuning op afstand zijn niet alleen van meerwaarde ten
tijde van de coronacrisis, maar kunnen ook hierna bijdragen aan onder meer de kwaliteit
van leven van de cliënt, minder werkdruk voor de zorgprofessional en een betere kwaliteit
van dienstverlening voor de aanbieder van zorg of ondersteuning.
Het is daarom van belang dat de inzet van e-health toepassingen op een duurzame manier
wordt ingebed in de organisatie van de aanbieder van zorg of ondersteuning. Dit draagt
bij aan de beweging naar de juiste zorg op de juiste plek. Aanvragers dienen van tevoren
na te denken over de duurzame inzet van e-health toepassingen en dienen dit in hun
aanvraag mee te nemen. Het gebruik van de toepassingen moet ingebed worden in de werkprocessen
van het ondersteunings- en zorgaanbod aan mensen thuis.
Ook duurzame bekostiging voor het inzetten van de toepassingen en borging daarvan
in inkoop- en contractafspraken tussen aanbieders en inkopers van ondersteuning of
zorg is een aandachtspunt. Om dit gesprek tussen aanbieder en inkoper te ondersteunen,
dient de aanvrager zijn aanvraag, mits deze gehonoreerd wordt, te delen met de zorginkoper(s),
zijnde de preferente zorgverzekeraar, gemeente of het zorgkantoor. Hierbij kan, afhankelijk
van de zorgaanbieder en aanvraag, sprake zijn van één of meerdere zorginkopers. Naleving
hiervan wordt steekproefsgewijs gecontroleerd (artikel 8).
Het aanvraagformulier wordt zo ingericht dat het waarborgen van de duurzame toepassing
van digitale zorg en ondersteuning blijkt uit de aanvraag. Bij beoordeling van de
aanvraag wordt dan gekeken naar volledigheid op de volgende aspecten:
-
1. De toegevoegde waarde van de digitale zorg of ondersteuning voor de organisatie
-
2. De toegevoegde waarde van de digitale zorg of ondersteuning voor de thuiswonende,
kwetsbare cliënt (kwaliteit van leven)
-
3. Minimaal aantal en het percentage thuiswonende, kwetsbare cliënten in het cliëntenbestand
dat zal worden bereikt
-
4. Welke activiteiten nodig zijn voor een succesvolle implementatie (trainen van cliënten,
trainen van medewerkers, andere werkwijze, protocollen etc)
-
5. Hoe de digitale zorg of ondersteuning tijdens en na afschaling van de coronamaatregelen
onderdeel blijven van de reguliere zorg of ondersteuning
-
6. Hoe de bekostiging op lange termijn wordt geregeld
-
7. De projectkosten en een toelichting hierop
Kennisdeling
Hoe e-health toepassingen voor zorg en ondersteuning op afstand op een duurzame wijze
in de organisatie kunnen worden ingebed, is een vraag die veel aanbieders tegenkomen
als zij aan de slag gaan met zorg en ondersteuning op afstand. Daarom wordt er extra
ingezet op het versnellen van de leercurve bij individuele aanbieders en het verbreden
van kennis over de implementatie en het gebruik van e-health. In de regeling is derhalve
opgenomen dat de subsidieontvanger actief mee dient te werken aan kennisdeling (artikel
8).
Dit kan bijvoorbeeld via het ondersteuningsprogramma SET-up en de Fasttrack Beeldschermzorg
die in het kader van deze regeling en de Stimuleringsregeling E-health Thuis (SET)
worden uitgevoerd door VitaValley. Aanvragers kunnen bij het indienen van hun aanvraag
aangeven dat zij benaderd mogen worden door VitaValley voor deelname aan dit kennisnetwerk.
Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS
De SET COVID-19 2.0 is een aanvulling op de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS
(hierna: Kaderregeling). Dit betekent dat de Kaderregeling van toepassing is op subsidies
op grond van onderhavige regeling.
De subsidie is een subsidie als bedoeld in artikel 1.5, onder c, sub 2°, van de Kaderregeling.
De subsidieontvanger toont aan de hand van een verklaring inzake werkelijke kosten
en opbrengsten als bedoeld in artikel 1.1 van de Kaderregeling aan dat de activiteiten
zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen.
Daarnaast geeft de subsidieontvanger een terugkoppeling waarin aangegeven wordt wat
er met de subsidie is bereikt en hoe dit geborgd wordt binnen de organisatie (artikel
9).
De Kaderregeling bepaalt in artikel 6.1, derde lid, dat bij beschikking kan worden
afgeweken van het gelijkmatig uitbetalen van de voorschotten. Bij het besluit tot
verlening van de subsidie wordt een voorschot van 100% van het subsidiebedrag verleend.
Het voorschot wordt in een keer betaald (artikel 6).
Staatssteun
De Europese Commissie heeft –vanwege de uitbraak van COVID-19 – de Tijdelijke kaderregeling
inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak
(hierna: Tijdelijke kaderregeling) afgekondigd. Op grond van dit tijdelijke steunkader
kan staatssteun voor een beperkte periode verenigbaar met de interne markt worden
verklaard op grond van artikel 107, derde lid, onder b), van het Verdrag betreffende
de werking van de Europese Unie. Hiermee kunnen overheden ondernemingen steunen om
de verstoringen ten gevolge van de COVID-19-uitbraak tegen te gaan.
Deze regeling voldoet aan de voorwaarden die de Europese Commissie in de Tijdelijke
kaderregeling stelt:
-
a. De steun bedraagt niet meer dan € 250.000 per onderneming in de vorm van rechtstreekse
subsidies;
-
b. Er wordt een subsidieplafond gehanteerd bij het verlenen van de subsidies;
-
c. De steun mag enkel worden verleend aan ondernemingen die niet in moeilijkheden verkeren
en/of aan ondernemingen die op 31 december 2019 niet in moeilijkheden verkeerden maar
vervolgens met moeilijkheden te kampen hadden of in moeilijkheden kwamen als gevolg
van de uitbraak van COVID-19. Op grond van deze regeling geldt de voorwaarde dat een
onderneming ten tijde van 31 december 2019 nog geen onderneming in moeilijkheden was
conform artikel 2, punt 18, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van
17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108
van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (hierna: Algemene
Groepsvrijstellingsverordening);
-
d. De steun wordt uiterlijk op 30 november 2020 aangevraagd;
-
e. De verslaglegging geschiedt conform artikel 9 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening.
De Europese Commissie heeft op 16 juli 2020 de steun voor e-health toepassingen die
bijdragen aan de continuïteit van ondersteuning of zorg tijdens de uitbraak van COVID-19
bij besluit SA.57897 (2020/N) goedgekeurd met toepassing van artikel 107, derde lid,
onder b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Procedure
Een aanvraag tot verlening van subsidie voor digitale toepassingen die bijdragen aan
de continuïteit van ondersteuning of zorg tijdens de uitbraak van COVID-19 dient uiterlijk
op 30 november 2020 ontvangen te zijn door de RVO.
Organisaties komen voor maximaal vijf goedgekeurde aanvragen in aanmerking. Indien
een organisatie eerder een gehonoreerde aanvraag heeft ingediend voor de SET COVID-19,
komt deze organisatie voor maximaal vier goedgekeurde aanvragen in aanmerking (artikel
7).
Er kan slechts eenmaal subsidie aangevraagd worden voor dezelfde activiteit. Als voor
deze activiteit op grond van een andere regeling reeds subsidie verkregen is, kan
er voor deze activiteit geen subsidie meer aangevraagd worden. Op deze wijze komen
zoveel mogelijk activiteiten van verschillende organisaties in aanmerking voor het
ontvangen van een impuls voor de inzet van digitale zorg en ondersteuning (artikel
7).
De minister verdeelt het ingevolge het subsidieplafond beschikbare bedrag op volgorde
van binnenkomst van de aanvragen. Als er meerdere aanvragen worden ingediend op de
dag dat het budget wordt overschreden, zal er een loting plaatsvinden om de volgorde
te bepalen waarop de die dag ontvangen aanvragen beoordeeld worden (artikel 5).
Deze regeling wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO),
in mandaat namens de Minister van VWS. Digitale aanvragen voor de regeling kunnen
uitsluitend worden ingediend middels het digitale loket op de website van de RVO (https://www.rvo.nl/set-corona). Op deze website wordt de aanvraagprocedure ook beschreven.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge