Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 25 juli 2020, nr. IENW/BSK-2020/145350, tot wijziging van de samenstelling van het tuchtcollege voor de scheepvaart

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 55b, eerste lid, en 55f, tweede lid, van de Wet zeevarenden;

BESLUIT:

Artikel 1

T. Hamburger, wonende te Les Ventes de Bourse, Frankrijk, wordt eervol ontslagen als plaatsvervangend lid van het tuchtcollege voor de scheepvaart met ingang van 1 september 2020.

Artikel 2

In het tuchtcollege voor de scheepvaart wordt benoemd voor de periode tot en met 31 december 2021 tot plaatsvervangend lid: W.A. Barten, hydrograaf, wonende te Nootdorp.

Artikel 3

J. Preesman, wonende te Ridderkerk, wordt eervol ontslagen als plaatsvervangend lid van het tuchtcollege voor de scheepvaart met ingang van 1 september 2020.

Artikel 4

In het tuchtcollege voor de scheepvaart wordt benoemd voor de periode tot en met 31 december 2021 tot plaatsvervangend lid: J.J. Spaan, waterbouwkundige, wonende te Maassluis.

Artikel 5

D.P.M. Bos, wonende te Overveen, wordt eervol ontslagen als plaatsvervangend secretaris van het tuchtcollege voor de scheepvaart met ingang van 1 september 2020.

Artikel 6

In het tuchtcollege voor de scheepvaart wordt benoemd voor de periode tot en met 31 december 2021 tot plaatsvervangend secretaris: V. Bouchla, jurist, wonende te Rotterdam.

Artikel 7

In het tuchtcollege voor de scheepvaart wordt benoemd voor de periode tot en met 31 december 2021 tot plaatsvervangend secretaris: E. M. Dooting, jurist, wonende te Bussum.

Artikel 8

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2020.

  • 2. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 september 2020, treedt dit besluit in werking met ingang van de dag na de uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 september 2020.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

Met dit besluit is uitvoering gegeven aan artikel 55b, eerste lid, van de Wet zeevarenden, inzake de benoeming van (plaatsvervangende) leden van het tuchtcollege voor de scheepvaart. Met dit besluit is twee plaatsvervangende leden eervol ontslag verleend en zijn twee plaatsvervangende leden benoemd.

Voorts is uitvoering gegeven aan artikel 55f, tweede lid, van de Wet zeevarenden, inzake de benoeming van (plaatsvervangende) secretarissen van het tuchtcollege voor de scheepvaart. Met dit besluit is een plaatsvervangende secretaris eervol ontslag verleend en zijn twee plaatsvervangende secretarissen benoemd.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven