Besluit van 15 juli 2020 houdende de instelling van een Curriculumcommissie (Instellingsbesluit Curriculumcommissie)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap gedaan mede namens Onze Minister voor Basis- en Voorgezet Onderwijs en Media en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 13 juli 2020, nr. PO/154310 directie Primair Onderwijs;

Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Kaderwet adviescolleges;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

commissie:

de Curriculumcommissie, bedoeld in artikel 2 van dit besluit;

kerndoelen:

kerndoelen als bedoeld in artikel 9, vijfde lid, van de Wet op het primair onderwijs, als bedoeld in artikel 13, zevende lid, van de Wet op de expertisecentra en als bedoeld in artikel 11b en 11e van de Wet op het voortgezet onderwijs;

eindtermen:

eindtermen als bedoeld in bijlage 1 en bijlage 2 van de Regeling examenprogramma’s voortgezet onderwijs;

werkopdracht:

opdracht die het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geeft aan de Stichting Leerplanontwikkeling voor het ontwikkelen van kerndoelen en eindtermen.

Artikel 2

Er is een Curriculumcommissie.

Artikel 3

De commissie heeft tot taak te adviseren over een vernieuwd curriculum voor het primair onderwijs en voortgezet onderwijs en geeft hierbij richtinggevende aanbevelingen voor bijstelling van de kerndoelen en eindtermen waarmee het formele curriculum wettelijk is vastgelegd, evenals aanbevelingen voor de inrichting van een systematiek voor periodieke herijking van het curriculum. De adviestaak ziet ten minste toe op:

  • a. de technische en inhoudelijke bruikbaarheid van de voorstellen van Curriculum.nu voor het ontwikkelen van kerndoelen;

  • b. de werkopdracht voor het ontwikkelen van kerndoelen, evenals over de ontwerptijdverdeling en de wijze van formulering van de kerndoelen die hier onderdeel van zijn;

  • c. de werkopdracht voor het ontwikkelen van eindtermen, evenals over de ontwerptijdverdeling en de wijze van formulering van de eindtermen die hier onderdeel van zijn;

  • d. de mate waarin de vernieuwde kerndoelen en eindtermen voldoen aan de doelstellingen van de curriculumherziening met bijzondere aandacht voor het terugdringen van overladenheid en het bevorderen van kansengelijkheid;

  • e. de eigen werkwijze en samenstelling bij afronding van haar advieswerkzaamheden, met het oog op een in te richten systematiek van periodieke herijking van het curriculum.

Artikel 4

De commissie bestaat uit ten hoogste zeven leden, inclusief voorzitter.

Artikel 5

  • 1. De commissie brengt uiterlijk 1 september 2023 haar eindadvies uit. Dit eindadvies wordt voorafgegaan door een of meerdere tussenrapportages die zien op de adviestaak zoals beschreven in artikel 3.

  • 2. De commissie brengt de adviezen uit aan Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Onze Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media gezamenlijk.

  • 3. Na het uitbrengen van het eindadvies is de commissie opgeheven.

Artikel 6

De archiefbescheiden van de commissie wordt na haar opheffing of, zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het archief van de directie Organisatie en Bedrijfsvoering van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 7

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2024.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Curriculumcommissie.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij horende nota van toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 15 juli 2020

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

NOTA VAN TOELICHTING

Achtergrond

In maart 2018 is onder de noemer Curriculum.nu een actualisatie van het curriculum voor het primair onderwijs (po) en voortgezet onderwijs (vo) gestart. Een actueel curriculum moet bijdragen aan betere doorlopende leerlijnen van het po naar het vo en het vervolgonderwijs, een versterkte samenhang tussen vakken en een minder overladen onderwijsprogramma. Ook moet het scholen en leraren meer ruimte bieden voor eigen keuzes in de onderwijsinhoud aansluitend op hun onderwijsvisie en de behoeften van hun leerlingen.

In de zogeheten ontwikkelfase van Curriculum.nu is in 2018 en 2019 door ontwikkelteams van leraren, schoolleiders en curriculumexperts gewerkt aan voorstellen voor de actualisatie van de formele onderwijsinhoud: de kerndoelen en de eindtermen. Deze voorstellen zijn in oktober 2019 aangeboden aan de Minister voor Basis-, Voortgezet Onderwijs en Media (hierna: de minister). In de vervolgfase dienen deze voorstellen als basis voor vernieuwde kerndoelen en eindtermen.

Vervolgfase curriculumherziening

In opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) gaat Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) samen met leraren en andere inhoudelijk experts aan de slag met het vertalen van de voorstellen naar nieuwe kerndoelen en eindtermen. Deze nieuwe kerndoelen en eindtermen worden in pilots beproefd in de praktijk, voordat ze wettelijk worden verankerd.

Middels voorliggend instellingsbesluit wordt een onafhankelijke wetenschappelijke curriculumcommissie ingericht die op afstand van het ministerie wordt geplaatst, om de minister en de Minister van OCW te voorzien van wetenschappelijk advies over de bijstelling van kerndoelen en eindtermen. Dit is in lijn met eerdere adviezen van de Onderwijsraad.1 De Onderwijsraad heeft geadviseerd een permanente commissie voor periodieke herijking van het curriculum in te stellen, hetgeen zorgvuldige weging vergt en alleen met een wetswijziging te realiseren is. Om tijdens de eerstvolgende fases van het huidige curriculumherzieningstraject onafhankelijk wetenschappelijk advies in te winnen over de bijstelling van kerndoelen en eindtermen, wordt deze commissie voor eenmalige advisering ingesteld. Hiermee wordt bevorderd dat de technische aspecten van de kerndoelen en eindtermen zijn geborgd, zodat de Kamer zich op de hoofdlijnen kan richten.

Deze adviestaak vereist specifieke expertise op het gebied van leerplanontwikkeling, zodat een goede vertaalslag van de voorstellen van Curriculum.nu naar onderwijsdoelen kan worden gemaakt. De Onderwijsraad, het onafhankelijke adviescollege over onderwijs van de regering en het parlement, adviseert strategisch over beleidsvorming en beschikt niet over de genoemde expertise ten aanzien van de formele curriculumdocumenten. Daarom is ervoor gekozen om voor deze specifieke taak een adviescollege in te stellen. Bijkomend doel is dat de Onderwijsraad nog zonder last kan adviseren over het traject als geheel, op het moment dat de resulterende wetswijzigingen aan de Kamer worden aangeboden.

Adviestaak

De commissie wordt gevraagd te adviseren over een vernieuwd curriculum en met richtinggevende aanbevelingen te komen, zowel voor de bijstelling van de kerndoelen en eindtermen, als ook voor de inrichting van een systematiek van periodieke herijking. De commissie is gevraagd ten minste te adviseren over de hieronder genoemde onderwerpen.

Voorstellen Curriculum.nu

De voorstellen van Curriculum.nu vormen de basis voor vernieuwde kerndoelen en eindtermen. Voor het po en de onderbouw van het vo hebben de ontwikkelteams voorstellen opgeleverd voor negen leergebieden, te weten: Nederlands, Rekenen & Wiskunde, Engels/Moderne Vreemde Talen, Digitale geletterdheid, Burgerschap, Mens & Natuur, Mens & Maatschappij, Kunst & Cultuur, Sport & Bewegen. De commissie wordt gevraagd een advies te geven over de inhoudelijke en technische bruikbaarheid van de voorstellen van Curriculum.nu voor het ontwikkelen van kerndoelen. Hiermee wordt bedoeld dat de commissie bekijkt of de wetenschappelijke onderbouwing van de voorstellen afdoende is; of de voorstellen zijn geformuleerd op een wijze die zich beperkt tot de onderwijsinhoud, en niet voorschrijvend zijn in onderdelen die behoren tot de richting en inrichting van het onderwijs, zoals pedagogiek en didactiek; of de voorstellen voldoende zijn uitgewerkt om als basis te dienen voor de ontwikkeling van vernieuwde kerndoelen, of dat op onderdelen nog aanvullende stappen nodig zijn.

Werkopdrachten voor bijstelling kerndoelen en eindtermen

In opdracht van het Ministerie van OCW vertaalt SLO de voorstellen van Curriculum.nu naar bijgestelde kerndoelen en eindtermen. Hiervoor stelt het Ministerie van OCW een werkopdracht vast voor het ontwikkelen van kerndoelen en een werkopdracht voor het ontwikkelen van eindtermen.

Voor de ontwikkeling van vernieuwde eindtermen voor de bovenbouw van het vo heeft de minister in zijn brief van 10 juni 2020 de vakken Nederlands, Wiskunde en de moderne vreemde talen als prioritair aangemerkt.2 De Tweede Kamer heeft daarnaast aandacht gevraagd voor het leergebied Burgerschap en het bètacurriculum voor het vmbo.3 De verwachting is dat voor alle vakken actualisatie van de inhoud is gewenst, waarbij de urgentie en omvang van de gewenste actualisatie per vak verschilt. Door de totale omvang van het geheel aan vakvernieuwingen, de kosten die daarmee gepaard gaan en om uitvoeringsconsequenties en de belasting voor het onderwijsveld in proportie te houden, zullen vakvernieuwingen gefaseerd plaatsvinden.

Een ontwerptijdverdeling om de overladenheid in het curriculum te beperken en de wijze waarop de onderwijsdoelen worden geformuleerd maken onderdeel uit van de werkopdrachten. De commissie wordt gevraagd te adviseren over de werkopdrachten voor de kerndoelen en eindtermen en daarbij aan te geven of met deze werkopdrachten de doelstellingen van de herziening afdoende worden bevorderd.

Voorstellen toetsen aan doelstellingen curriculumherziening

De commissie wordt gevraagd om te adviseren of de bijgestelde (concept)kerndoelen en (concept)eindtermen voldoende tegemoetkomen aan de doelstellingen van de herziening. Met deze curriculumherziening wordt beoogd:

  • de onderwijsinhoud te actualiseren, zodat het onderwijs bij de tijd is en het leerlingen goed voorbereidt op de toekomst;

  • samenhang in de onderwijsinhoud te versterken binnen en tussen leergebieden;

  • de doorlopende leerlijnen te verbeteren van po naar vo, tussen de schoolsoorten vmbo, havo en vwo en richting in het vervolgonderwijs;

  • overladenheid in het curriculum te beperken en daarmee ruimte te scheppen voor leraren en scholen voor eigen keuzes in het curriculum;

  • een betere balans aan te brengen in de doeldomeinen van het onderwijs (kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming);

  • de opdracht aan het onderwijs te verhelderen door de kerndoelen aan te scherpen en zo heldere ijkpunten voor leraren, schoolleiders, besturen en de Inspectie van het Onderwijs te bepalen;

  • kansengelijkheid in het formele curriculum te bevorderen door voldoende basis op te nemen voor lezen, schrijven en rekenen. Om hier uitspraken over te doen is een beoordelingskader opgesteld door SLO. Dit kader is getoetst bij experts op het gebied van kansengelijkheid. De commissie kan dit kader als instrument hanteren bij haar advisering over het vernieuwde curriculum.

Deze doelstellingen van de curriculumherziening worden in de werkopdrachten aan de SLO nader gespecificeerd.

Structureel proces voor periodieke herijking van het curriculum

Tot slot wordt de commissie gevraagd te reflecteren op haar eigen werkwijze en samenstelling, en van daaruit aanbevelingen te geven voor de inrichting van een systematiek voor periodieke herijking, zoals genoemd in het eerder aangehaalde advies ‘Curriculumvernieuwing’ van de Onderwijsraad. Bij de wetswijziging tot aanpassing van de kerndoelen is het voornemen om deze systematiek van periodieke herijking te regelen.

Samenstelling

Het voornemen is een compacte commissie van ten hoogste zeven leden samen te stellen bestaande uit gezaghebbende wetenschappers met o.a. expertise op het gebied van curriculumontwikkeling, onderwijskunde, onderwijsinnovatie en ontwikkelingspsychologie. Daarnaast is het van belang dat de commissieleden een brede maatschappelijke blik op het onderwijs hebben en goed bekend zijn met de huidige onderwijspraktijk. De adviezen die aan de commissie worden gevraagd vereisen een stevige vakinhoudelijke kennis. Het is echter onwerkbaar om een compacte commissie in te richten waarin alle vakinhoudelijke kennis is geborgd. Daarom zal SLO de door de commissie gewenste vakinhoudelijke expertise ter beschikking stellen op momenten dat hierom gevraagd wordt.

Deze toelichting is mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vanwege zijn verantwoordelijkheden in het adviesstelsel.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Kamerstukken II 2018/19, 31 289, nr. 390

X Noot
2

Kamerstukken II 2019/20, PM (nog niet geregistreerd op officiële bekendmakingen)

X Noot
3

Kamerstukken II 2019/20, 31 293, nr. 522 en 534

Naar boven