Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Staatscourant 2020, 38979 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Staatscourant 2020, 38979 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Na de sluiting van de luchtmachtbasis Twente – waarmee het voormalig militair gebruik is beëindigd – het Projectgebied aldaar sindsdien wordt getransformeerd naar nieuwe toekomstbestendige bestemmingen die een belangrijke bijdrage zullen leveren aan de economie, ecologie en leefbaarheid van de regio. Het gebied daarvoor zal worden bestemd voor woningbouw, bedrijventerrein, leisure, luchthaven en natuur.
De Raad van de gemeente Enschede en Provinciale Staten van Overijssel op respectievelijk 8 november 2010 en 14 oktober 2010 hebben besloten tot het treffen van een gemeenschappelijke regeling, waarbij het openbaar lichaam is ingesteld met de naam Gemeenschappelijke Regeling Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. om voornoemde transformatie te effectueren.
De gemeenteraad van Enschede op 12 maart 2018, de bestemmingsplannen “Voormalige vliegbasis Twenthe -Noord, -Midden en -Zones” en de Beleidsregel ruimtelijke kwaliteit Voormalige vliegbasis Twenthe heeft vastgesteld en deze bestemmingsplannen en beleidsregels hebben te gelden als ruimtelijk kader samen met het Luchthavenbesluit vastgesteld op 30 maart 2017 door de Provincie Overijssel.
De huidige gemeenschappelijke regeling een zgn. gemengde regeling betreft terwijl er enkel nog bevoegdheden van de colleges van Burgemeester en Wethouders en Gedeputeerde Staten worden uitgevoerd en de in 2015 gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen in dat geval verplicht tot een zogenaamde collegeregeling.
In het kader van de heroriëntatie op de gemeenschappelijke regeling is geconstateerd dat de gebiedsontwikkeling vanuit taken op het gebied van voorbereiding en planvorming in een fase terecht is gekomen, die gericht is op regie, ontwikkeling, exploitatie, beheer en onderhoud en deelnemers de wens hebben geuit te komen tot een efficiënte, slagvaardige, compacte en marktgerichte organisatie, in verband waarmee de taken van de gemeenschappelijke regeling daarop dienen te worden aangepast en geactualiseerd, ook mede gelet op de door deelnemers gewenste (integrale) gebiedsregie van het plangebied.
Het bepaalde in de Wet gemeenschappelijke regelingen, meer in het bijzonder op het bepaalde in de artikelen 51 en volgende van die wet alsmede op het bepaalde in de Provinciewet en de Gemeentewet.
Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
Waar in deze regeling artikelen van de Provinciewet of van enige andere wet van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen die artikelen in de plaats van respectievelijk provincie, Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en de Commissaris (van de Koning), respectievelijk het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter.
Waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet of enige andere wet van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen die artikelen in de plaats van respectievelijk gemeente, de (Gemeente)raad, Burgemeester en Wethouders en de burgemeester, respectievelijk het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter.
Technology Base heeft als doel de integrale gebiedsontwikkeling, binnen door de deelnemers gestelde kaders van het Projectgebied - ten behoeve van toekomstbestendige bestemmingen die een belangrijke bijdrage zullen leveren aan de economie, ecologie, natuur, woningbouw en leefbaarheid van de regio.
Het planologisch kader voor de gebiedsontwikkeling wordt gevormd door de vigerende bestemmingsplannen van de gemeenten Dinkelland en Enschede, structuurvisies en de Beleidsregel ruimtelijke kwaliteit voormalige Vliegbasis Twenthe.
Dit artikel bevat geen limitatieve opsomming van de bevoegdheden van Technology Base en beoogt geen beperking aan te brengen in de bevoegdheden die Technology Base van rechtswege heeft.
Het aangaan van organisatorische en/of facilitaire samenwerking met derden, waaronder andere overheidslichamen, maatschappelijke organisaties, onder meer op het gebied van natuur en milieu en andere belangenorganisaties, indien dat voor een effectieve behartiging van de belangen van Technology Base noodzakelijk is.
Artikel 6. Verplichtingen van de deelnemers
Teneinde de in artikel 3 omschreven doelstellingen te kunnen verwezenlijken, zullen de deelnemers zich inspannen om maximaal medewerking te verlenen aan de te voeren procedures op het gebied van onder meer de ruimtelijke ordening en het milieu die noodzakelijk zijn voor de realisatie van de beoogde gebiedsontwikkeling.
Artikel 7. Het Algemeen Bestuur
De benoeming geschiedt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen dertien weken na installatie van Gedeputeerde Staten respectievelijk het College van Burgemeester en Wethouders.
Voor de eerste maal geschiedt de benoeming van de (plaatsvervangend) leden van het Algemeen Bestuur bij vaststelling van deze regeling, dan wel uiterlijk binnen acht weken daarna.
Aftredende leden en plaatsvervangende leden kunnen opnieuw worden benoemd. De leden en plaatsvervangende leden kunnen te allen tijde schriftelijk ontslag nemen. Beëindiging van het lidmaatschap van Gedeputeerde Staten, respectievelijk het College van Burgemeester en Wethouders leidt tot beëindiging van het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur.
Artikel 10. Het Dagelijks Bestuur
In geval van ontstentenis van een lid van het Dagelijks Bestuur of van een naar het oordeel van de voorzitter te langdurige verhindering anderszins tot het vervullen van zijn taak als zodanig treedt het voor dit bestuurslid aangewezen plaatsvervangende lid van de deelnemer op als lid van het Dagelijks Bestuur.
Artikel 11. Bevoegdheden Dagelijks Bestuur
Het Dagelijks Bestuur is in ieder geval bevoegd:
Te besluiten namens het openbaar lichaam, het Dagelijks Bestuur of het Algemeen Bestuur tot het voeren van rechtsgedingen en tot het aangaan van minnelijke schikkingen ter voorkoming dan wel beëindiging daarvan, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het Algemeen Bestuur, voor zover het het Algemeen Bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist.
Ten behoeve van een slagvaardig bestuur en beheer de in dit artikel genoemde taken en bevoegdheden uitoefenen door middel van het nemen van besluiten die - mits passend binnen het totaal van de begroting - in financieel opzicht 10% mogen afwijken met een maximum van eur. 100.000,- van hetgeen ingevolge de vigerende begroting zou hebben te gelden.
Artikel 13. Vergaderingen van Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur
Op het houden en de orde van vergaderingen van het Algemeen Bestuur en op het opleggen van geheimhouding van het in besloten vergaderingen behandelde en omtrent de inhoud van aan het Algemeen Bestuur overgelegde stukken zijn ingevolge artikel 52, lid 1, sub f van de wet, niet de artikelen 16, 17, 19, 20, 22, 26 en 28 tot en met 33 van de Gemeentewet, maar het bepaalde in artikelen 16, 17, 19, 20, 22, 26 en 28 tot en met 33 van de Provinciewet van toepassing.
Vertegenwoordigt Technology Base in en buiten rechte en kan die vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon. In het geval het orgaan, waar de voorzitter deel van uitmaakt, partij is in een geding waarin Technology Base is betrokken, wordt Technology Base zo nodig vertegenwoordigd door een ander door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen lid. Dit geldt mutatis mutandis ook voor de plaatsvervangend voorzitter.
Indien het Algemeen Bestuur op de voet van het bepaalde in artikel 24 van de Wet adviescommissies instelt en de bevoegdheden en de samenstelling daarvan regelt, is het bepaalde in artikel 22 Provinciewet van overeenkomstige toepassing terwijl - als het gaat om commissieleden die geen orgaan zijn van een van de deelnemers of daarvan geen deel uitmaken - op de ontvangst van vergoedingen voor het bijwonen van vergaderingen van deze commissies niet de artikelen 96 tot en met 99 Gemeentewet doch de artikelen 93 tot en met 96 Provinciewet van toepassing zijn.
Indien het Algemeen Bestuur met het oog op de behartiging van bepaalde in artikel 3 van deze regeling bedoelde belangen een commissie heeft ingesteld, de bevoegdheden en samenstelling daarvan heeft geregeld en voor de leden van die commissie tevens tegemoetkomingen in, of vergoedingen van de al dan niet bijzondere kosten en andere financiële voorzieningen heeft vastgesteld, zijn de artikelen 93 tot en met 96 van de Provinciewet van toepassing.
De taken, bevoegdheden en verplichtingen van de directeur worden geregeld in een directiestatuut dat door het Dagelijks Bestuur wordt vastgesteld.
Hierin zal onder meer worden bepaald op welke wijze de directeur is belast met de dagelijkse aansturing en leiding van alle tactische en operationele werkzaamheden en marktactiviteiten van Technology Base.
Door de directeur uit te oefenen andere bezoldigde betrekkingen, opdrachten of ambten mogen niet strijdig zijn met de uitoefening van taken van directeur van Technology Base. De Directeur mag daarom geen andere bezoldigde betrekkingen of opdrachten aannemen of ambten bekleden zonder hiervan voorafgaande schriftelijke mededeling te doen aan het Dagelijks Bestuur.
Artikel 21. Inrichting van het financieel beheer
Het Algemeen Bestuur stelt met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 212 en 213 Gemeentewet jo. 216 en 217 Provinciewet verordeningen vast waarin behalve regels met betrekking tot de inrichting van de financiële organisatie van Technology Base de uitgangspunten zijn vervat betreffende het financiële beleid en het financieel beheer van Technology Base en de exploitatie van het Projectgebied. In deze verordening staan tevens voorschriften opgenomen met betrekking tot de controle op het financiële beheer door en op de inrichting van de financiële organisatie van Technology Base.
Het Dagelijks Bestuur zendt de ontwerpbegroting acht weken, doch uiterlijk 15 april, voordat zij aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden, onder bijvoeging van de grondexploitatie en voorzien van een toelichting en een inzicht in de financiële toestand en meerjarenraming van de GR voor ten minste drie op het begrotingsjaar volgende jaren toe aan Provinciale Staten en aan de Gemeenteraad.
Het begrotingsjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Voor de grondexploitatie geldt dat deze, in verband met het marktgevoelig karakter, onder geheimhouding ter inzage zal worden gelegd bij Provinciale Staten en de Gemeenteraad.
Op de ontwerpbegroting zijn de artikelen 193 t/m 196 van de Provinciewet van overeenkomstige toepassing.
Provinciale Staten en de Gemeenteraad kunnen binnen acht weken na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde ontwerpbegroting bij het Dagelijks Bestuur schriftelijk zienswijzen indienen. Het Dagelijks Bestuur voegt deze schriftelijke zienswijzen, eventueel voorzien van een schriftelijke reactie daarop bij de ontwerpbegroting, zoals die aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden.
Twee weken nadat deze is vastgesteld, doch uiterlijk 1 augustus van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de begroting dient, zendt het Dagelijks Bestuur - zo nodig - de begroting aan Provinciale Staten en de Gemeenteraad, die bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bedenkingen kunnen indienen.
Het Dagelijks Bestuur legt jaarlijks voor 1 mei aan het Algemeen Bestuur verantwoording af over het afgelopen kalenderjaar, onder overlegging van de ontwerp-jaarrekening, het ingediende jaarverslag met de daarbij behorende bescheiden en indien noodzakelijk een berekening van de door de deelnemers te betalen bijdragen ten behoeve van de exploitatie van Technology Base alsmede het rapport van de met de controles belaste registeraccountant. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar, met uitzondering van het eerste boekjaar. Het eerste boekjaar kent, op basis van de in artikel 34 genoemde oprichtingsdatum, een verslagperiode van 13 maanden.
Artikel 24. Exploitatie, inbreng en risico
Bij het treffen van deze Regeling dragen de deelnemers er zorg voor dat Technology Base over middelen kan beschikken om haar taken te kunnen (doen) uitvoeren. De deelnemers stellen zich conform de hiervoor bedoelde verdeelsleutel borg voor het jaarlijks per 1 januari herziene gecalculeerde resultaat (NCW) alsook voor de per die datum gecalculeerde risico's, zoals berekend in de exploitatie.
Hoofdstuk V. Overige bepalingen
Artikel 25. Onroerende zaken en roerende zaken
Indien en voor zover de provincie Overijssel of de gemeente Enschede de eigendom heeft van onroerende zaken in het Projectgebied en waarover Technology Base in het kader van zijn doelstelling als eigenaar dient te beschikken, worden die zaken tegen vergoeding van de verwervingskosten en vermeerderd met de bijkomende kosten, aan Technology Base in eigendom overgedragen.
Indien en voor zover noch de provincie Overijssel noch de gemeente Enschede de eigendom van in het Projectgebied gelegen onroerende zaken heeft, worden op instigatie van Technology Base en op grond van het daaromtrent bepaalde in het Grondverwervingsplan pogingen ondernomen om die zaken minnelijk in eigendom te verwerven. Indien minnelijke verwerving niet mogelijk is, zal de gemeente Enschede zich ervoor inzetten dat aan de Kroon wordt verzocht tot onteigening te besluiten.
Het Dagelijks Bestuur zal ervoor zorg dragen dat bij uitingen in beeld en geschrift tot uitdrukking wordt gebracht dat Technology Base een samenwerkingsverband van de provincie Overijssel en de gemeente Enschede is.
Artikel 29. Toetreding en uittreding
Toetreding van andere gemeenten tot deze Regeling is mogelijk per 1 januari van enig jaar bij besluit van Provinciale Staten en de Gemeenteraad en behoeft een op unanimiteit berustende instemming van het Algemeen Bestuur, dat de voorwaarden van toetreding vaststelt. Die voorwaarden behelzen in ieder geval dat de toetredende deelnemer zich garant stelt voor een evenredig deel van het per moment van toetreding voorziene risico.
Het besluit tot toetreding van andere gemeenten tot deze regeling wordt door het Dagelijks Bestuur behalve in afschrift aan de toetredende gemeenten ook aan de andere deelnemers toegezonden, zulks mede met het oog op de opname in de registers als bedoeld in artikel 27 van de Wet.
Uittreden is slechts mogelijk per 1 januari van enig jaar en alleen met inachtneming van na te noemen termijnen.
Van een door een der deelnemers genomen besluit tot uittreding wordt tevoren schriftelijk kennisgegeven aan het Algemeen Bestuur en aan de overige deelnemers.
Bij de kennisgeving wordt in verband met afwikkeling van de financiële gevolgen van de uittreding - behoudens het bepaalde in het volgende lid - een termijn van ten minste 2 jaren na verzending van de kennisgeving in acht genomen.
Het Algemeen Bestuur regelt, na overleg met de uittredende Deelnemer(s), de financiële consequenties alsmede de overige gevolgen van de uittreding met dien verstande dat aan een uittredende Deelnemer de overeenkomstig artikel 24, lid 5 van deze regeling ingebrachte middelen zullen worden gerestitueerd onder aftrek van het tekort op de exploitatieopzet, zulks in de verhouding als in artikel 24 van deze Regeling bepaald en zoals te begroten naar de stand van en per peildatum van het moment van uittreden, een en ander onder handhaving van diens borgstelling voor het in dat artikel bedoelde en per datum voormelde peildatum geldende risico. De consequenties betreffen in elk geval de rente en aflossing van de geldleningen. De overige gevolgen kunnen onder meer betrekking hebben op de financiële consequenties van personele en materiële verplichtingen van Technology Base.
Artikel 31. Opheffing en liquidatie
Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemers tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing. De activa worden gewaardeerd door een commissie, waarin zitting hebben een jurist, een accountant, een fiscalist, een planeconoom en een rentmeester-taxateur. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen.
Bij een dergelijke afwikkeling geldt als basisuitgangspunt dat activa en passiva na aftrek van alle met de opheffing en liquidatie samenhangende kosten worden verdeeld naar rato van de verhoudingen zoals die staan vermeld in artikel 24 lid 4 tenzij bij de inbreng of het ontstaan van die activa en passiva andere afspraken zijn gemaakt.
Alle geschillen, die tussen de deelnemers bij de uitvoering van deze Regeling mochten ontstaan, worden zoveel mogelijk in goed onderling overleg opgelost. Er is sprake van een geschil als een van de deelnemers daarvan aan de andere deelnemers schriftelijk, bij aangetekende brief met ontvangstbevestiging, heeft kennisgegeven.
Geschillen, die tussen de deelnemers ontstaan bij de uitvoering van deze Regeling, evenals geschillen, die ontstaan op basis van uit deze Regeling voortvloeiende besluiten en/of rechtshandelingen, zullen uitsluitend worden beslecht middels arbitrage overeenkomstig het reglement van het Nederland Arbitrage Instituut te Rotterdam.
Hoofdstuk VI. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 33. Werking(sduur), slot- en overgangsbepalingen
De bij deze Regeling behorende bijlage is een geïntegreerd onderdeel van de Regeling. Hetgeen – al dan niet voortbouwend op het in de Bestuursovereenkomst bepaalde – in deze Regeling opnieuw is vastgelegd en omschreven heeft – tenzij uitdrukkelijk anders bepaald – gelding boven de wijze waarop het in die Bestuursovereenkomst is vastgelegd en omschreven.
Voor zover in deze Regeling wordt verwezen naar het bepaalde in de Wet dan wel naar het bepaalde in andere wettelijke regelingen en deze Wet of die andere wettelijke regelingen na inwerkingtreding van deze regeling gewijzigd in werking treden, wordt het bepaalde in deze Regeling zoveel mogelijk geacht daarmee vanaf dat moment in overeenstemming te zijn en – indien nodig – zo spoedig mogelijk daarna daarmee expliciet in overeenstemming te worden gebracht.
De kaart met het Projectgebied, zijnde het exploitatiegebied waarop de gebiedsontwikkeling Technology Base zal worden gerealiseerd.
Toelichting bij de Gemeenschappelijke Regeling Gebiedsontwikkeling Technology Base en omgeving
Als algemene toelichting op deze Gemeenschappelijke Regeling worden aangemerkt de bestuursvoorstellen waarmee deze geactualiseerde Gemeenschappelijke regeling ter besluitvorming aan de organen der deelnemers zijn voorgelegd.
In de begripsdefinities is de onafhankelijke gebiedsregisseur geduid.
Deze functionaris geeft vanuit verschillende invalshoeken advies op basis van de Beleidsregel ruimtelijke kwaliteit voormalige vliegbasis Twente:
De gebiedsregisseur heeft een agenderende rol. Het regieteam houdt zich aan het protocol waarin de werkwijze is vastgelegd.
De artikelen 3 tot en met 5 van deze regeling bieden duidelijkheid over de doelstelling van de regeling, de taken die zij zal uitvoeren en de bevoegdheden die hiervoor door de daartoe bevoegde organen van zowel de provincie Overijssel als de gemeente Enschede aan de gemeenschappelijke regeling worden overgedragen.
In artikel 4 lid 1 sub f is opgenomen dat de Gemeenschappelijke Regeling als taak heeft het houden van toezicht op de luchtvaartactiviteiten op de luchthaven op basis van de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen. De provincie Overijssel is met ingang van 30 maart 2017 het bevoegd gezag voor het vliegverkeer op Twente Airport. In dit besluit van 1 maart 2017 zijn randvoorwaarden op milieugebied vastgelegd voor het gebruik van de luchthaven door het vliegverkeer. Het luchthavenbesluit is nodig om de nieuwe vliegfunctie op de voormalige Vliegbasis Twente te realiseren, als onderdeel van de Technology Base. Nu de militaire status van de luchthaven is opgeheven hebben Provinciale Staten op basis van de Wet Luchtvaart door middel van een verordening een Commissie Regionaal Overleg (CRO) ingesteld.
In artikel 4 lid 9 sub c wordt aangegeven dat de openbare ruimte in erfpacht kan worden uitgegeven. Hierbij wordt aangetekend dat dit met name voor de luchthaven en het bedrijventerrein een optie is.
In artikel 4 lid 9 sub g is als taak opgenomen dat het Algemeen Bestuur een aanbestedingsbeleid vaststelt. Het Algemeen Bestuur dient het aanbestedingsbeleid af te stemmen met het op dit terrein vastgestelde provinciale en gemeentelijke beleid.
De getalsverhouding 3-3 in het Algemeen Bestuur is gekozen in verband met de afgesproken verdeelsleutel voor exploitatie, inbreng en risico (50% en 50%, zie artikel 24).
In artikel 10, lid 1 is bepaald dat het Algemeen Bestuur uit acht leden bestaat en het Dagelijks Bestuur uit 3 leden en de voorzitter. Hier is voor gekozen opdat de controlerende verantwoordelijkheid van het Algemeen Bestuur ten opzichte van het Dagelijks Bestuur ook daadwerkelijk vorm krijgt.
Deze artikelen handelen over de taken en bevoegdheden en over de wijze waarop de besluitvorming (dienaangaande) binnen het Bestuur plaatsvindt.
Artikel 8, lid 3 en artikel 11, lid 2 en de leden 6 en 7 van artikel 13 bevatten de hoofdregels omtrent de wijze van besluiten.
In lid 1 van artikel 13 is het quorum vastgelegd (besluitvorming alleen indien meerderheid van leden (of plaatsvervangers) aanwezig is, waaronder in ieder geval de voorzitter.
In artikel 8 lid 2 c en artikel 11 lid 1 c is opgenomen dat het Algemeen Bestuur respectievelijk het Dagelijks Bestuur voor haar vergaderingen een reglement van orde zal vaststellen. Zij zal daarbij de bepalingen uit de Provinciewet in acht nemen zoals genoemd in artikel 13 lid 2 van de Regeling.
Een compleet overzicht van de bij het vergaderen en het stemmen over besluiten in acht te nemen regels zal op grond van het bepaalde in de in artikel 13 lid 2 van de Regeling, genoemde artikelen van de Provinciewet nog eens woordelijk worden opgenomen in (de toelichting bij) de reglementen van orde die dienen te worden opgesteld.
Het AB en DB kunnen in hun reglementen van orde voor vergaderingen de vergaderfrequentie bepalen. Gelet op de slagvaardigheid zal dit tot een wettelijk minimum van jaarlijks tweemaal worden beperkt. De directie zal de dagelijkse bedrijfsvoering voeren.
Op grond van artikel 24 Wet gemeenschappelijke regelingen kan het Algemeen Bestuur commissies van advies instellen. Het regelt de bevoegdheden en de samenstelling.
De instelling van vaste commissies van advies aan het Dagelijks Bestuur of aan de voorzitter en de regeling van haar bevoegdheden en samenstelling geschieden door het Algemeen Bestuur op voorstel van het Dagelijks Bestuur of van de voorzitter.
Andere commissies van advies aan het Dagelijks Bestuur of aan de voorzitter worden door het Dagelijks Bestuur of de voorzitter ingesteld.
Met deze mogelijkheid kan het Algemeen Bestuur, het Dagelijks bestuur of de voorzitter kiezen om een vaste of een andere (incidentele) adviescommissie in te stellen.
Er is gekozen voor de mogelijkheid om de functie van secretaris en directeur te verenigen in een persoon. Indien deze situatie zich voordoet zal bij het vaststellen van de rechtspositie of inleenvergoeding van de desbetreffende functionaris geen sprake mogen zijn van een cumulatie van vergoedingen.
De vergoeding van de secretaris en directeur wordt vastgesteld door het Dagelijks Bestuur.
Indien de directeur extern wordt ingehuurd, zal in de overeenkomst worden vastgelegd dat er geen sprake mag zijn van tegenstrijdige belangen tussen Technology Base en andere opdrachten die de directeur (of de organisatie waarvoor hij werkzaam is) vervuld.
Technology Base blijft naar verwachting vooral gebruik maken van extern personeel. Het kan hierbij gaan om de inleen van ambtelijk personeel van de deelnemers of de inleen van extern personeel via marktpartijen.
De directeur kan worden gemandateerd om personeel in te lenen, met uitzondering van de inleen voor de functies directeur en secretaris of de inleen van een private partij waarvoor de directeur werkzaam is of waarvan de directeur eigenaar is.
De directeur dient bij het inlenen van extern personeel een honorering toe te passen met inachtneming van de binnen de overheid geldende normen.
De bevoegdheid tot het aannemen van personeel in dienstbetrekking door Technology Base ligt bij het Dagelijks Bestuur.
De in het eerste lid bedoelde AMvB is het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, Stb. 2003 27, dat op 1 februari 2003 in werking is getreden.
De vaststellingsbesluiten inzake de Begroting en de Jaarrekening dienen door het Algemeen Bestuur te worden genomen. Bij de besluitvorming daaromtrent hebben de organen van deelnemers ook inspraak. Zij kunnen op grond van het bepaalde in artikel 59, lid 4 van de Wet zo nodig ook bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties hun zienswijze naar voren brengen.
De jaarrekening wordt door het Dagelijks Bestuur uiterlijk 15 juli van het jaar volgend op het verslagjaar of 2 weken nadat deze is vastgesteld naar de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties gezonden.
Het Algemeen Bestuur kan besluiten tot het oprichten van een rechtspersoon indien dit nodig wordt geacht voor de uitvoering van de omschreven (deel)taken en realisatie van de met de gebiedsontwikkeling gemoeide belangen.
Voorafgaand aan de besluitvorming door het Algemeen Bestuur worden deelnemers in de gelegenheid gesteld om hun reactie te geven op het voorgenomen besluit. Het zienswijzerecht is verankerd in artikel 77a Wet gemeenschappelijke regelingen.
Het Algemeen Bestuur besluit tot toetreding en uittreding en de voorwaarden waaronder een en ander kan geschieden, ook al is daartoe eerder bevoegdelijk door de deelnemers besloten. De regeling behoeft daarvoor niet te worden gewijzigd, aangezien een toetredings- of uittredingsbesluit niet los gezien kan worden van de vigerende regeling.
De thans opgenomen bepalingen voorzien thans alleen in de mogelijkheid om de toetreding van andere gemeenten mogelijk te maken.
Toetreders en uittreders zijn niet aansprakelijk voor de (financiële) gevolgen van voor hun toetreding respectievelijk na hun uittreding door Technology Base genomen besluiten, indien deze na hun toetreding respectievelijk uittreding aan het licht komen en alsnog tot de verplichting tot schadevergoeding leiden.
De berekening van het in dit artikel bedoelde tekort op de exploitatieopzet is altijd een schatting, doch als de meerjarenraming jaarlijks nauwkeurig wordt bijgesteld, dan heeft men in het jaar voordat wordt uitgetreden een vrij juist beeld van dat tekort.
De berekening gaat uit van de premissen "geen tekort geen aftrek", en "bij een overschot, krijgt de uittreder niets, tenzij het per moment van uittreden geldende risico nihil is".
Tot wijziging van de regeling kan slechts met een gelijkluidend besluit van de deelnemers worden besloten, zulks mede omdat wijzigingen doorgaans ook financiële consequenties voor de deelnemers zullen hebben.
De beslissingsbevoegdheid ten aanzien van de in dit artikel staande onderwerpen over opheffing en liquidatie berust bij het Algemeen Bestuur, waarbij geldt dat Provinciale Staten en de Gemeenteraad vooraf in de gelegenheid worden gesteld hun zienswijze aan het Algemeen Bestuur kenbaar te maken.
Dit artikel bevat bepalingen over de te volgen procedure indien tussen de deelnemers geschillen ontstaan bij de uitvoering van de Regeling.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-38979.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.