Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 14 juli 2020, nr. IENW/BSK-2020/141985, tot wijziging van de Subsidieregeling elektrische personenauto’s particulieren in verband met verduidelijking definitie nieuwe personenauto

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, onder b en f, 4, eerste lid, en 5 van de Kaderwet subsidies I en M;

BESLUIT:

Artikel I

In artikel 1.1 van de Subsidieregeling elektrische personenauto’s particulieren wordt in de begripsbepaling van nieuwe personenauto ‘datum eerste tenaamstelling’ vervangen door ‘datum tenaamstelling’.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

TOELICHTING

Op 1 juli 2020 is de Subsidieregeling elektrische personenauto’s in werking getreden. Op grond van deze regeling kan subsidie worden verstrekt voor de aanschaf en lease van nieuwe en gebruikte elektrische personenauto’s. Het subsidieplafond van 2020 voor de aanschaf en lease van nieuwe elektrische personenauto’s is op 8 juli 2020 bereikt.

In de subsidieregeling luidt de begripsbepaling van nieuwe personenauto als volgt: personenauto waarvan, blijkens vermelding in het kentekenregister, de datum eerste toelating, de datum eerste tenaamstelling en de datum waarop de personenauto voor het eerst op kenteken is geregistreerd, gelijk zijn. De begripsbepaling van gebruikte personenauto luidt: elektrische personenauto, niet zijnde een nieuwe elektrische personenauto. In de toelichting bij de subsidieregeling is hierover opgemerkt dat met eerste tenaamstelling in de begripsbepaling van nieuwe personenauto de datum bedoeld wordt waarop de (laatste) eigenaar of houder van het voertuig in het kentekenregister is geregistreerd. Dit betekent met andere woorden dat wanneer de datum eerste toelating, de datum tenaamstelling en de datum waarop de personenauto voor het eerst op kenteken is geregistreerd, gelijk zijn, sprake is van een nieuwe personenauto. Als dat niet zo is, dan is sprake van een gebruikte personenauto.1

Doordat in de begripsbepaling van nieuwe personenauto ‘eerste’ was opgenomen voor ‘tenaamstelling’ zou de indruk kunnen ontstaan dat gebruikte personenauto’s ook onder deze begripsbepaling zouden kunnen vallen. Ook na de wijziging van eigenaar verandert immers de datum van eerste tenaamstelling niet. Alleen de datum van de huidige tenaamstelling wijzigt in dat geval.

Om een mogelijke verwarring te voorkomen is besloten ter verduidelijking het woord ‘eerste’ voor tenaamstelling in de begripsbepaling van nieuwe personenauto te laten vervallen. Hierdoor kan een gebruikte personenauto niet meer onder de begripsbepaling van nieuwe personenauto vallen. Uit de tekst van de regeling volgt logischerwijs al dat een gebruikte personenauto niet een nieuwe personenauto kan zijn. Uit de toelichting bij de subsidieregeling blijkt verder ook dat beoogd was bij het begrip nieuwe personenauto te verwijzen naar de datum tenaamstelling.

Aan deze wijziging is terugwerkende kracht gegeven tot en met 1 juli 2020, omdat het wenselijk is om deze wijziging vanaf de start van de regeling te laten gelden om onduidelijkheid in de uitvoering te voorkomen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Stcrt. 2020, 28162, p. 19-20.

Naar boven