Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 10 juli 2020, nr. WJZ/ 20170976, tot wijziging van de Regeling maatregelen Sars-CoV-2 bij nertsen (wijziging van het vervoersverbod voor nertsenmest)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 17 en 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling maatregelen Sars-CoV-2 bij nertsen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt in de alfabetische volgorde ingevoegd:

emissie-arm aanwenden van mest:

het gebruik van meststoffen overeenkomstig het bij en krachtens artikel 5, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet bepaalde;.

B

In artikel 3 wordt ‘voor onderzoek op SARS-CoV-2’ vervangen door ‘en laat deze door de Gezondheidsdienst voor Dieren onderzoeken op SARS-CoV-2’.

C

Artikel 3b wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding '1.' geplaatst.

2. De volgende leden worden toegevoegd:

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op de afvoer van mest vanaf nertsenhouderijen ten aanzien waarvan:

    • a. geen maatregelen als bedoeld in artikel 22 van de wet zijn genomen;

    • b. de resultaten van het wekelijkse onderzoek, bedoeld in artikel 3, ten minste twee achtereenvolgende weken negatief zijn; en

    • c. indien is voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in het derde lid.

  • 3. De voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, zijn:

    • a. ingeval van drijfmest, wordt de mest rechtstreeks vervoerd naar:

      • 1°. een locatie waar de mest vervolgens, zo nodig na een tussentijdse opslag op die locatie, emissie-arm wordt aangewend;

      • 2°. een locatie met een mestopslagplaats waarin de mest vervolgens ten minste drie weken wordt opgeslagen; of

      • 3°. een biogasinstallatie waarin de mest vervolgens wordt verhit tot een temperatuur van ten minste 70 graden Celsius;

    • b. ingeval van vaste mest, blijkt uit de administratie van de nertsenhouder dat de mest ten minste drie weken voor de afvoer is opgeslagen op de nertsenhouderij;

    • c. het vervoer, de opslag en aanwending vindt plaats overeenkomstig een hygiëneprotocol; en

    • d. ten minste 24 uur voorafgaand aan het vervoer zij aan de minister de volgende gegevens gemeld:

      • 1°. de afvoerdatum;

      • 2°. de bestemming van het vervoer;

      • 3°. het aantal transporten;

      • 4°. het type mest; en

      • 5°. de hoeveelheid te vervoeren mest.

D

Aan paragraaf 2c wordt het volgende artikel toegevoegd:

Artikel 3g Opslag van mest afkomstig van niet-besmette nertsenhouderijen

  • 1. De exploitant van een mestopslagplaats of een biogasinstallatie houdt in zijn administratie ten aanzien van mest die onder toepassing van artikel 3b, derde lid, onder a, onder 2° of 3° respectievelijk is opgeslagen of verhit, gegevens bij over:

    • a. de datum waarop de mest aan hem is afgeleverd;

    • b. de herkomst van de mest;

    • c. de hoeveelheid aangevoerde mest;

    • d. de datum waarop de mest is afgevoerd; en

    • e. in voorkomend geval de bestemming van de afgevoerde mest.

  • 2. De afvoer van mest uit opslagruimtes als bedoeld in artikel 3b, derde lid, onder a, onder 2°, is slechts toegestaan ten minste drie weken na de datum dat de mest is afgeleverd voor opslag.

ARTIKEL II

Deze regeling wordt bekendgemaakt op www.rijksoverheid.nl en treedt onmiddellijk na haar bekendmaking op het internet in werking.1

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 10 juli 2020

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

Afvoer van mest van nertsenbedrijven is nu niet mogelijk vanwege het vervoersverbod voor mest op grond van artikel 3b van de Regeling maatregelen Sars-CoV-2 bij nertsen (hierna: de regeling). Mestputten van nertsenbedrijven raken vol. Onderhavige wijziging van de regeling schept de mogelijkheid om deze mest onder voorwaarden van niet besmette nertsenbedrijven af te voeren (hierna: de wijzigingsregeling). Dat hier voorwaarden aan worden gesteld is gelegen in het feit dat de situatie ten aanzien van COVID-19 en nertsenbedrijven nog steeds onrustig is. Deskundigen hebben aangegeven dat de mogelijkheid reëel is dat er op dit moment nertsenbedrijven zijn besmet, maar dat deze besmettingen nog niet zijn ontdekt. De in de onderhavige wijzigingsregeling gestelde voorwaarden hebben als doel dit risico, van de afvoer van mest van besmette nertsen, af te dekken.

Mest van niet-besmette nertsenbedrijven mag worden afgevoerd als de afgelopen twee rondes (weken) bij het early warning onderzoek kadavers zijn ingezonden en deze resultaten negatief waren (artikel 3b, tweede lid (nieuw)). Het nertsenbedrijf moet vooraf aan de Nederlandse- Voedsel en Warenautoriteit melden dat dit vervoer wordt gepland en daarbij de aanvoerdatum, de bestemming, de hoeveelheid, het aantal transporten en het type mest aangeven (artikel 3b, derde lid, onderdeel d (nieuw)). Ook dient een door de Nederlandse- Voedsel en Warenautoriteit goedgekeurd hygiëneprotocol te worden nageleefd (artikel 3b, derde lid, onderdeel c (nieuw)).

Drijfmest mag worden afgevoerd voor emissie-arme aanwending op een perceel, naar een mestopslag gedurende ten minste drie weken of naar een mestvergister waar de mest tenminste tot een temperatuur van 70˚Celsius wordt verwarmd (artikel 3b, derde lid, onderdeel a (nieuw)).

Vaste mest wordt na opslag op de nerstenhouderij zelf na drie weken als veilig beschouwd (artikel 3b, onderdeel b). De nertsenhouder dient uit de administratie aan te tonen dat de drie weken zijn verstreken (artikel 3b, derde lid, onderdeel b (nieuw)).

Wanneer de mest van niet-besmette bedrijven naar een mestopslagplaats of een biogasinstallatie worden vervoerd, dient de exploitant met het ook op de traceerbaarheid van de mest een administratie bij te houden (artikel 3g).

Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de regeling op één punt te verduidelijken (artikel 3). Dit betreft dus geen inhoudelijke wijziging.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

10 juli 2020, 20:40u.

Naar boven