Verlenen opsporingsvergunning aardwarmte Renkum

13-07-2020

DGKE-WO / V-74

Procesverloop:

  • Tellus Renkum B.V. (hierna: aanvrager) heeft per bericht ontvangen op 7 maart 2019 een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw). Het aangevraagde gebied genaamd Renkum, ligt in de provincies Utrecht en Gelderland, in de gemeenten Arnhem, Barneveld, Beuningen, Buren, Druten, Duiven, Ede, Lingewaard, Neder-Betuwe, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Renswoude, Rheden, Rhenen, Veenendaal, Wageningen, West Maas en Waal, Westervoort, Wijchen en Zevenaar. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 615,49 km². De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is vijf jaar. De aanvraag is op 12 juli 2019 aangevuld;

  • de aanvraag opsporingsvergunning aardwarmte voor het gebied Renkum is concurrerend ingediend op de aanvraag opsporingsvergunning aardwarmte voor het gebied Ede, die op 11 december 2018 is gepubliceerd in de Staatscourant (Staatscourant 2018, nr. 69419);

  • in de Staatscourant van 6 juni 2019 (Staatscourant 2019, nr. 31990) is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen. Binnen de termijn van dertien weken zijn geen concurrerende aanvragen ontvangen op de aanvraag Renkum;

  • aanvrager heeft per bericht van 31 maart 2020 aangeven met de aanvrager van de concurrerende aanvraag voor het gebied Ede een overeenkomst te hebben bereikt. Het aangevraagde gebied Renkum is gewijzigd. De aanvragen kunnen hierdoor afzonderlijk worden beschouwd, omdat middels de wijziging geen sprake meer is van concurrentie;

  • TNO-AGE (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: Minister van EZK) per bericht ontvangen op 2 december 2019 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 19-10.067);

  • Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) heeft op verzoek van de Minister van EZK per bericht ontvangen op 11 november 2019 advies uitgebracht (kenmerk: ADV-252/19233526);

  • het College van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland (hierna: GS Gelderland) heeft op grond van artikel 16 van de Mbw op 23 januari 2020 advies uitgebracht (kenmerk: 2019-014339);

  • het College van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht (hierna: GS Utrecht) heeft op grond van artikel 16 van de Mbw op 21 januari 2020 advies uitgebracht (kenmerk: 8201593D);

    de Mijnraad is, op grond van artikel 105, derde lid, van de Mbw om advies gevraagd en heeft per bericht van 29 april 2020 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/20131465).

Gelet op de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, en vierde lid, eerste volzin, 12, eerste lid, 13, 15, 16, 17, eerste lid en 105, derde lid, van de Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit

Artikel 1

Aan Tellus Renkum B.V. (hierna: de vergunninghouder) wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd Renkum.

Artikel 2

De vergunning geldt voor het gebied dat ligt in de provincies Gelderland en Utrecht, in de gemeenten Arnhem, Barneveld, Beuningen, Buren, Druten, Duiven, Ede, Lingewaard, Neder-Betuwe, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Renswoude, Rheden, Rhenen, Veenendaal, Wageningen, West Maas en Waal, Westervoort, Wijchen en Zevenaar, en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de punten zoals weergegeven in tabel 1.

Tabel 1:

Punt

X

Y

1

182111,280

450352,084

2

200851,104

442060,792

3

189590,035

441599,342

4

188703,817

437820,093

5

187685,451

433414,521

6

185868,618

432290,861

7

168526,236

430586,327

8

163691,887

440026,794

9

167764,300

464289,174

10

171748,734

465005,763

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting (RD).

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte van het gebied 615,49 km2.

Het gebied waarvoor de vergunning geldt, is verticaal begrensd met als bovengrens de basis van de Boven Carboon Groep.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 7 maart 2019 ingediende aanvraag.

Artikel 4

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

  • voor het verstrijken van het tweede jaar na onherroepelijk worden van de vergunning overlegt de vergunninghouder een geactualiseerd werkprogramma aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat, waarin de omvang van het vergunde gebied wordt geëvalueerd;

  • zes maanden voorafgaand aan de uitvoering van fysieke activiteiten overlegt de vergunninghouder aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat een geactualiseerde organisatiestructuur en -invulling, conform de dan geldende technische standaarden, welke aan de inspecteur-generaal der mijnen wordt voorgelegd.

Artikel 5

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot vijf jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 6

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: J.L. Rosch MT-lid directie Warmte en Ondergrond

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven