Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 3 juli 2020, 2020-0000385792, tot instelling van het Adviescollege dialooggroep slavernijverleden (Regeling instelling Adviescollege dialooggroep slavernijverleden)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Kaderwet adviescolleges;

BESLUITEN:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

b. adviescollege:

Adviescollege dialooggroep Slavernijverleden.

Artikel 2

  • 1. Er is een Adviescollege dialooggroep Slavernijverleden.

  • 2. Het adviescollege heeft tot taak het organiseren van een dialoog over het slavernijverleden en het opstellen van een rapport met bevindingen van de dialoog. De dialoog gaat over de doorwerking van het slavernijverleden in de hedendaagse samenleving en is gericht op een bredere erkenning en inbedding van dit gedeelde verleden.

  • 3. Het adviescollege zal:

    • a) de onafhankelijkheid en inhoudelijke samenhang van de dialoog waarborgen;

    • b) gesprekstafels binnen de maatschappelijke sectoren en in het Caribische deel van het Koninkrijk organiseren en faciliteren; en

    • c) een rapport met bevindingen van de dialoog opstellen en aanbieden aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 3

Het adviescollege bestaat uit zes leden.

Artikel 4

  • 1. Het adviescollege brengt zijn advies uit voor 1 mei 2021 aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 2. Na het uitbrengen van het advies is het adviescollege opgeheven.

Artikel 5

De archiefbescheiden van het adviescollege worden na zijn opheffing of, zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het archief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 september 2021.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling instelling Adviescollege dialooggroep slavernijverleden.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling strekt tot instelling van het Adviescollege dialooggroep slavernijverleden. Dit adviescollege wordt gevraagd om een dialoog over het slavernijverleden te organiseren en om een rapport met bevindingen van de dialoog op te stellen.

2. Achtergrond

Er is in Nederland in toenemende mate maatschappelijke aandacht voor het slavernijverleden. Sporen van het slavernijverleden werken in de samenleving door tot op de dag van vandaag.

Het kabinet vindt het van belang om jaarlijks bij de afschaffing van de slavernij en de doorwerking van het slavernijverleden stil te staan en daarnaast ook op andere manieren hieraan actief aandacht te schenken. Hiermee wil het kabinet een rol spelen in het levend houden én aan volgende generaties doorgeven van de herinnering over het slavernijverleden, zodat nooit vergeten wordt dat ook het leed van zovelen in slavernij, deel uitmaakt van onze geschiedenis.

Het kabinet is via de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) dan ook betrokken bij een palet aan activiteiten gericht op het slavernijverleden. In een brief aan de Tweede Kamer van 1 juli 2019 over het slavernijverleden1 werden die activiteiten door de minister van BZK, mede namens de ministers van OCW en SZW, geschetst. Een aantal voorbeelden hiervan is de ontwikkeling van een nationale museale voorziening slavernijverleden, de voortaan structurele financiering van de jaarlijkse herdenking bij het Nationaal Monument Slavernijverleden en de Nederlandse invulling van het decennium voor mensen van Afrikaanse afkomst (januari 2015–december 2024), dat zich richt op de versterking van de aanpak van racisme in Nederland.

In diezelfde Kamerbrief over het slavernijverleden schreef de minister van BZK ook dat het kabinet het van groot belang acht dat er een dialoog over het slavernijverleden, en over de doorwerking daarvan in de hedendaagse samenleving plaatsvindt. Een dialoog die gericht is op verbinding en op een bredere erkenning en inbedding van dit gedeelde verleden.

Een onafhankelijke dialooggroep (‘Adviescollege dialooggroep slavernijverleden’) zal via verschillende gesprekstafels de dialoog voeren. De dialoog richt zich niet alleen op Nederlanders van Afrikaanse afkomst, maar op de Nederlandse samenleving in zijn geheel en in het bijzonder ook op de Caribische delen van het Koninkrijk. Voor 1 mei 2021 zal de dialooggroep een rapportage aan de minister van BZK aanbieden met de bevindingen van de dialoog. Deze regeling strekt tot het instellen van de dialooggroep.

3. Adviescollege

Het Adviescollege dialooggroep slavernijverleden heeft tot taak het organiseren van een dialoog over het slavernijverleden en het opstellen van een rapport met bevindingen van de dialoog. Daartoe zal het adviescollege:

  • 1. de onafhankelijkheid en inhoudelijke samenhang van de dialoog waarborgen;

  • 2. de gesprekstafels binnen de maatschappelijke sectoren en in het Caribische deel van het Koninkrijk organiseren en faciliteren; en

  • 3. een rapport met bevindingen van de dialoog opstellen en aanbieden aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Het instellen van een Adviescollege dialooggroep slavernijverleden waarborgt dat de dialoog over het slavernijverleden onafhankelijk van de overheid gevoerd kan worden. De overheid faciliteert slechts de dialoog. Dat is van belang, omdat de Nederlandse overheid immers gezien kan worden als een partij in deze discussie. Het instellen van het Adviescollege dialooggroep slavernijverleden zorgt er bijvoorbeeld voor dat de overheid geen rol hoeft te spelen in het selecteren van deelnemers aan de gesprekstafels. Dit zou de bevindingen van de dialoog kunnen sturen en deze daarmee aan waarde doen verliezen. De leden van het Adviescollege dialooggroep slavernijverleden handelen niet op last van ruggespraak met een bepaalde achterban.

De dialooggroep zal bestaan uit een groep mensen die vanuit zowel hun persoonlijke achtergrond als vanuit de maatschappelijke functies die zij bekleden affiniteit hebben met het onderwerp slavernijverleden. Zij kunnen ervoor zorgen dat de Nederlandse maatschappij in brede zin goed vertegenwoordigd is in de dialoog over het slavernijverleden. Bestaande adviescolleges kennen niet een samenstelling van een groep mensen met een dergelijke achtergrond en ervaring. Deze adviestaak kan daarom niet worden opgedragen aan een bestaand adviescollege.

Deze toelichting is mede namens de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, gezien zijn verantwoordelijk voor de Kaderwet adviescolleges. Het Adviescollege dialooggroep slavernijverleden is een adviescollege als bedoeld in artikel 6 van de Kaderwet adviescolleges.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Kamerstukken II 2018/19, 35 000 VII, nr. 101.

Naar boven