Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 28 juni 2020, nr. WJZ/ 20150485, tot wijziging van de Financiële regeling handelsregister 2019 en de Regeling vergoedingen Kamer van Koophandel 2015 in verband met de indexering van tarieven per 1 januari 2021

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 2 van het Financieel besluit handelsregister 2014;

Besluit:

ARTIKEL I

De Financiële regeling handelsregister 2019 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt ‘€ 2,30 per uittreksel’ vervangen door ‘€ 2,35 per uittreksel’.

2. In onderdeel c wordt ‘€ 2,65 per concernrelatie’ telkens vervangen door ‘€ 2,70 per concernrelatie’.

3. In onderdeel d wordt ‘€ 4,20 per inzage’ vervangen door ‘€ 4,30 per inzage’.

4. In onderdeel e wordt ‘€ 3,05 per document’ vervangen door ‘€ 3,15 per document’.

5. In onderdeel f wordt ‘€ 7,50 per document’ vervangen door ‘€ 7,70 per document’.

6. In onderdeel g wordt ‘minimaal € 2,65 en ten hoogste € 9,50 per inzage’ vervangen door ‘minimaal € 2,70 en ten hoogste € 9,75 per inzage’.

7. In onderdeel h wordt ‘€ 7,50 per uittreksel’ vervangen door ‘€ 7,70 per uittreksel’.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 15,– per dossier’ vervangen door ‘€ 15,40 per dossier’.

b. In het tweede gedachtestreepje wordt ‘€ 50,– per dossier’ vervangen door ‘€ 51,30 per dossier’.

c. In het derde gedachtestreepje wordt ‘€ 15,– euro per afschrift’ vervangen door ‘€ 15,40 per afschrift’.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 15,– per uittreksel’ vervangen door ‘€ 15,40 per uittreksel’.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 15,– per dossier’ vervangen door ‘€ 15,40 per dossier’.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 2,65’ telkens vervangen door ‘€ 2,70’.

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel a wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 1000,–’ vervangen door ‘€ 1026,–’.

2°. In het tweede gedachtestreepje wordt ‘€ 7,50’ vervangen door ‘€ 7,70’.

b. In onderdeel b, eerste gedachtestreepje, wordt ‘€ 1000,–’ vervangen door ‘€ 1026,–’.

c. In onderdeel c, eerste gedachtestreepje, wordt ‘€ 1000,–’ vervangen door ‘€ 1026,–’.

d. In onderdeel d, eerste gedachtestreepje, wordt ‘€ 1000,–’ vervangen door ‘€ 1026,–’.

e. Onderdeel e wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 1000,–’ vervangen door ‘€ 1026,–’.

2°. In het tweede gedachtestreepje, wordt ‘€ 3,05 per jaarrekening’ vervangen door ‘€ 3,15 per jaarrekening’.

f. Onderdeel f wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 250,– per opdracht’ vervangen door ‘€ 256,50 per opdracht’.

2°. In het tweede gedachtestreepje wordt ‘€ 1000,–’ vervangen door ‘€ 1026,–’.

3°. In het derde gedachtestreepje wordt ‘€ 25,–’ vervangen door ‘€ 25,65’.

g. Onderdeel g wordt als volgt gewijzigd:

In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 1000,– per aanvraag’ vervangen door ‘€ 1026,– per aanvraag’.

2°. In het vierde gedachtestreepje wordt ‘€ 1000,– per abonnement’ vervangen door ‘€ 1026,– per abonnement’.

3°. In het zevende gedachtestreepje wordt ‘€ 1500,– per abonnement’ vervangen door ‘€ 1539,– per abonnement’.

4°. In het achtste gedachtestreepje wordt ‘€ 250,– per verzoek’ vervangen door ‘€ 256,50 per verzoek’.

h. In onderdeel h, eerste gedachtestreepje, wordt ‘€ 250,–’ vervangen door ‘€ 256,50’.

i. In onderdeel i, eerste gedachtestreepje, wordt ‘€ 1000,– per abonnement’ vervangen door ‘€ 1026,– per abonnement’.

j. In onderdeel j, eerste gedachtestreepje, wordt ‘€ 250,–’ vervangen door ‘€ 256,50’.

k. Onderdeel k wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 1000,– eenmalig’ vervangen door ‘€ 1026,– eenmalig’.

2°. In het tweede gedachtestreepje wordt ‘€ 2,30 per gegevenslevering’ vervangen door ‘€ 2,35 per gegevenslevering’.

3°. In het derde gedachtestreepje wordt ‘€ 1,75 per gegevenslevering’ vervangen door ‘€ 1,80 per gegevenslevering’.

4°. In het vierde gedachtestreepje wordt ‘€ 1,30 per gegevenslevering’ vervangen door ‘€ 1,35 per gegevenslevering’.

5°. In het vijfde gedachtestreepje wordt ‘€ 3,05 per gegevenslevering’ vervangen door ‘€ 3,15 per gegevenslevering’.

l. In onderdeel l wordt ‘€ 5,– per maand’ vervangen door ‘€ 5,15 per maand’.

m. In onderdeel m wordt ‘€ 5,– per maand’ vervangen door ‘€ 5,15 per maand’.

2. In het derde lid wordt ‘€ 11,– per download’ vervangen door ‘€ 11,30 per download’.

D

In artikel 5 wordt ‘€ 50,–’ vervangen door ‘€ 51,30’.

ARTIKEL II

Artikel 2, eerste lid, van de Regeling vergoedingen Kamer van Koophandel 2015 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c wordt ‘€ 19,35’ vervangen door ‘€ 19,85’.

2. In onderdeel d wordt ‘€ 13,85’ vervangen door ‘€ 14,20’.

3. In onderdeel e wordt ‘€ 199,–’ vervangen door ‘€ 220,–’.

4. In onderdeel f wordt ‘€ 11,35’ vervangen door ‘€ 11,65’.

5. In onderdeel g wordt ‘€ 9,35’ vervangen door ‘€ 9,60’.

6. In onderdeel i wordt ‘€ 0,95 per kopie’ vervangen door ‘€ 1,– per kopie’.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 28 juni 2020

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

TOELICHTING

1. Aanleiding

Deze regeling voorziet in een wijziging van de Regeling vergoedingen Kamer van Koophandel 2015 en de Financiële regeling handelsregister 2019. De wijzigingen houden verband met de voorgenomen indexering van de tarieven in beide regelingen per 1 januari 2021.

In de Financiële regeling handelsregister 2019 zijn de vergoedingen vastgesteld die verschuldigd zijn aan de Kamer van Koophandel voor het inzien of verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit hetgeen in het handelsregister is ingeschreven of krachtens wettelijk voorschrift daarbij is gedeponeerd.

Met de Regeling vergoedingen Kamer van Koophandel 2015 worden vergoedingen vastgesteld die ondernemingen of rechtspersonen op uniforme wijze verschuldigd zijn voor het afnemen van niet-handelsregistergerelateerde producten die geleverd worden door de Kamer van Koophandel. Artikel 34, eerste lid, van de Wet op de Kamer van Koophandel geeft hier een wettelijke basis voor.

2. Indexering

De Kamer van Koophandel hanteert een kostendekkend vergoedingenbeleid. Sinds 2014 zijn de tarieven niet verhoogd. De prijs- en loonstijgingen heeft de Kamer van Koophandel tot nu toe zoveel mogelijk opgevangen door kostenverlaging middels efficiency- en digitaliseringsmaatregelen. Echter, de Kamer van Koophandel heeft te maken met stijgende kosten voor het waarborgen van de rechtszekerheid en de dienstverlening aan haar klanten.

De indexering is gebaseerd op de consumentenprijsindex van 2019 en bedraagt gemiddeld 2,6 procent. Dit percentage is tevens in lijn met de tariefsverhogingen van andere overheidsinstellingen. Zo heeft bijvoorbeeld de Dienst Wegverkeer (RDW) de tarieven verhoogd met 2,6 procent en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) met 2,5 procent in 2020.

Een aantal tarieven van de producten is niet aangepast:

  • tarieven van de Legal Entity Identifier (LEI); deze worden halfjaarlijks herijkt in lijn met de afspraken met de Global Legal Entity Identifier Foundation (GLEIF);

  • tarieven die dusdanig laag zijn dat de indexering zou leiden tot een tarief in tienden of honderdsten centen, bijvoorbeeld € 0,0308 per record.

Daarnaast is een aantal producten geïndexeerd met een tarief dat afwijkt van 2,6 procent. Dit is gebeurd om de afronding van tarieven te laten uitkomen op 0 of 5 cent.

3. Regeldruk

De onderhavige actualisatie van beide regelingen brengt geen verandering in de administratieve lasten bij de gebruikers van dit product. Tarieven vallen bovendien niet onder de definitie van regeldruk. Derhalve is hier geen sprake van administratieve lasten voor bedrijven of burgers, en evenmin van inhoudelijke nalevingskosten.

4. Notificatie

De regeling wordt conform Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (de Dienstenrichtlijn, PbEU 2006, L 376/36) voorgelegd aan de Europese Commissie. Het gaat om de kennisgeving van het vaststellen van vaste minimum- en maximumtarieven in de zin van artikel 15, tweede lid, onderdeel g, van de Dienstenrichtlijn. Voor die kennisgeving geldt dat de notificatie uiterlijk na de vaststelling van de regeling dient te geschieden. De notificatie betreft overigens alleen de wijzigingen doorgevoerd in de Regeling vergoedingen Kamer van Koophandel 2015; de tarieven in de Financiële regeling handelsregister 2019 worden gekwalificeerd als retributies en de wijziging daarvan is daarom uitgezonderd van de notificatie.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021. Met de bekendmaking en inwerkingtreding van deze regeling wordt aangesloten bij de systematiek van de vaste verandermomenten, zoals opgenomen in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving, en inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van de regeling gepubliceerd dienen te worden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Naar boven