Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) | Staatscourant 2020, 38085 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) | Staatscourant 2020, 38085 | beleidsregel |
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Minister voor Medische Zorg,
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op titel 4.3 en artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 44 t/m 44e van de Gezondheidswet, artikel 2 van het Besluit van 15 januari 2019, houdende vaststelling van regels ter uitvoering van de Gezondheidswet en de Jeugdwet over de openbaarmaking van informatie over naleving en uitvoering van regelgeving, artikel 8, eerste lid, Wet openbaarheid van bestuur, artikel 13, onderdeel a, van de Mandaatregeling VWS en artikel 6, zevende lid van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging LNV 2019;
Besluit:
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Algemene wet bestuursrecht;
Besluit van 15 januari 2019, houdende vaststelling van regels ter uitvoering van de Gezondheidswet en de Jeugdwet over de openbaarmaking van informatie over naleving en uitvoering van regelgeving (Besluit openbaarmaking toezicht- en uitvoeringsgegevens Gezondheidswet en Jeugdwet);
Informatie over toezicht met betrekking tot de naleving van wet- en regelgeving door bedrijven of instellingen. Deze informatie kan van verschillende bronnen afkomstig zijn. Bij de publicatie van inspectiegegevens wordt de bron vermeld;
Alle bij de NVWA aanwezige informatie over toezicht en uitvoering met betrekking tot de naleving van wet- en regelgeving door bedrijven of instellingen;
Eén of meer inspectie-items of inspectiepunten, die samen één logische eenheid vormen;
Een specifiek aandachtspunt tijdens een inspectie;
het Algemeen en Specifiek interventiebeleid van de NVWA;
Melding aan bedrijf of instelling of vertegenwoordiger hiervan over de voorgenomen openbaarmaking van individuele inspectieresultaten over zijn toezichtobject of product;
Specifieke op of bij een product gebezigde merknaam;
de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;
Bedrijf, instelling of particulier waarop de naleving van de regelgeving zich richt;
Het voor derden openbaar maken van de resultaten van toezichtobjecten. Dit kan zowel actief als passief zijn;
Een vrijwillig systeem of privaat initiatief, waarmee toezicht wordt gehouden op aangesloten individuele bedrijven in een bepaalde branche of sector. Dit toezicht kan worden uitgevoerd door onder meer een branche- of beroepsorganisatie, of extern privaat door certificerende instellingen. Deze systemen worden ook wel zelfcontrolesysteem genoemd;
Elk product, dat bestemd kan zijn voor particulier gebruik, inclusief (grondstof voor) levensmiddel of diervoeder;
een samenhangend geheel van inspectieonderwerpen, die voor consument/burger en bedrijven een logisch verband hebben en voor hen relevant kunnen zijn in hun beslissingen;
een beeld over de mate van naleving op een bepaald thema. Een oordeel kan gebaseerd zijn op één inspectie, maar kan ook, indien er zeer regelmatig toezicht wordt gehouden, een overzicht zijn van een bepaalde periode. Het themaoordeel wordt gebaseerd op de meest recente inspectiegegevens op het inspectieonderwerp op het moment van het besluit tot openbaarmaking;
Een onderdeel van de actieve openbaarmaking toegespitst op een specifieke doelgroep die eventueel openbaar gemaakt zal worden;
uniforme openbare voorbereidingsprocedure;
Een vestiging is een gebouw of complex van gebouwen waar uitoefening van activiteiten van een onderneming of rechtspersoon plaatsvindt. Een vestiging wordt binnen de KvK geïdentificeerd door het vestigingsnummer;
de Gezondheidswet;
Wet openbaarheid van bestuur.
1. De openbaarmaking vindt overeenkomstig de wet en het besluit of de Wob plaats.
2. Alle informatie over de uitvoering van toezicht bij een individueel bedrijf of instelling of van een product die bijdraagt om de doelstellingen van openbaarmaking te bereiken, als bedoeld in artikel 2, is of kan openbaar worden tenzij openbaarmaking niet voldoende verantwoord kan plaatsvinden.
3. Openbaarmaking op basis van de wob en de wet gebeurt via individuele besluiten per traject of periode, waarbij de UOV gevolgd kan worden voor de start van trajecten met 500 of meer belanghebbenden.
4. De NVWA maakt de in het eerste lid genoemde informatie zoveel mogelijk op de website van de NVWA actief openbaar.
1. De in artikel 2, tweede lid, bedoelde informatie omvat in ieder geval:
a. alle gegevens over toezicht op individuele bedrijven en instellingen en productonderzoeken, als vastgelegd in het besluit.
b. informatie over sanctiebesluiten.
2. De actief openbaar te maken informatie betreft een oordeel over de meest recente, bij de NVWA bekende, informatie over naleving. Dit betekent in het algemeen het oordeel op grond van de laatste inspectie, dan wel – in geval van permanent toezicht – een oordeel op grond van een recente periode voorafgaand aan het besluit tot openbaarmaking.
3. In het geval van productonderzoeken maakt de NVWA de bij haar bekende informatie over de veiligheid van producten openbaar, voor zover er is voldaan aan de voorwaarden uit deze beleidsregel.
4. Bij afgebakende projectmatige bedrijfsonderzoeken, gericht op naleving van inspectieonderwerpen, behorende bij een thema, zal het oordeel op grond van de eerste of de eerste twee inspecties (in het geval er meerdere inspecties bij hetzelfde bedrijf binnen het project zijn uitgevoerd) openbaar gemaakt worden. In het geval er meer inspecties binnen het project zijn uitgevoerd, kan ook gemotiveerd gekozen worden voor het openbaar maken van meer dan twee inspectieresultaten binnen dat project.
De in artikel 2, eerste lid bedoelde informatie omvat niet:
− Persoonsgevoelige informatie conform de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en bijzondere persoonsgegevens, als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder d, van de Wob;
− Bedrijfs- en fabricagegegevens tenzij in het besluit of de Wob is bepaald dat er een grond is om deze openbaar te maken;
− Informatie waarvan openbaarmaking niet verenigbaar is met artikel 10 en 11 van de Wob;
− Inspecties die de NVWA in opdracht van derden heeft uitgevoerd en waarvoor de NVWA niet de opdracht heeft tot actieve openbaarmaking;
− Informatie waarvan de rechter heeft bepaald dat deze (tijdelijk) niet openbaargemaakt mag worden, en
− Informatie die, vanuit een toezichtvernieuwing en het beoogde effect daarvan, ongewenst is openbaar te maken.
1. De openbaarmaking gebeurt gestructureerd en zoveel mogelijk op uniforme wijze op niveau van thema, inspectieonderwerp en – indien relevant – inspectie-item.
2.
a. Op individueel niveau van bedrijf of instelling wordt ten minste openbaar gemaakt:
− thema(‘s);
− per toezichtobject/vestiging een oordeel per thema;
− per toezichtobject/vestiging een oordeel per inspectieonderwerp binnen het thema;
− per toezichtobject/vestiging een oordeel per inspectie-item binnen het inspectieonderwerp, indien relevant
− bron van de informatie waarop een oordeel is gebaseerd;
− reactie van het bedrijf op het openbaar te maken oordeel. Waar geen reactie vermeld staat, heeft de ondernemer daarvoor gekozen;
− per toezichtobject/vestiging eventuele verdere relevante gegevens voor openbaarmaking (indien vooraf bepaald).
b. indien het besluit tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie als bedoeld in artikel 5:2 van de awb openbaar wordt gemaakt, wordt bij de openbaarmaking aangegeven ook of een rechtsmiddel tegen dat besluit is of kan worden ingesteld.
c. In uitzonderlijke gevallen kan van het vorenstaande afgeweken worden.
3. De openbaarmaking van oordelen van bedrijven per thema is als volgt:
Thema-oordeel |
Relatie interventiebeleid |
|
---|---|---|
Term |
Omschrijving van publicatie op NVWA website |
Omschrijving van de indeling op basis van het interventiebeleid |
Voldoet |
Geen of alleen geringe tekortkomingen geconstateerd bij de laatste inspectie |
Geen of alleen geringe tekortkomingen (klasse D) bij laatste inspectie |
Verbeterpunten vastgesteld |
De NVWA heeft 1 of meer (ernstige) tekortkomingen geconstateerd bij de laatste inspectie. Traject om te verbeteren is gestart. |
Tekortkomingen en/of ernstige tekortkomingen (klasse C en/of B) bij laatste inspectie. Verbetertraject is ingezet. Herinspectie volgt. |
Verscherpt toezicht |
De NVWA heeft bij herhaling ernstige tekortkomingen geconstateerd. Intensief toezicht van de NVWA is gericht op verbetering. |
(Meermalig) tekortkomingen (klasse C) en/of ernstige tekortkomingen (klasse B) binnen het thema zijn geconstateerd, waaronder ook tijdens de laatste inspectie. |
Geen recente gegevens |
Geen recente inspectiegegevens beschikbaar |
Geen informatie over alle onderwerpen binnen het thema. |
4. De openbaarmaking van oordelen per inspectieonderwerp is als volgt:
Term |
Relatie interventiebeleid |
Voldoet |
Geen of alleen geringe tekortkomingen (klasse D) geconstateerd |
Voldoet niet |
Tekortkomingen en/of ernstige tekortkomingen (klasse C en/of B) |
Niet beoordeeld |
5. de openbaarmaking oordeel per inspectie-item is als volgt:
Term |
Relatie interventiebeleid |
voldoet |
Geen of alleen of geringe tekortkomingen (klasse D) geconstateerd |
Voldoet niet |
Tekortkomingen of ernstige tekortkomingen (klasse C en/of B geconstateerd) |
Niet beoordeeld |
6. De uitwerking van de oordelen is opgenomen in hoofdstuk III van de bijlage.
1. De openbaarmaking gebeurt zoveel mogelijk gestructureerd en uniforme wijze op niveau van thema, inspectieonderwerp en – indien relevant – inspectie-item.
2.
a. Op individueel niveau van product wordt ten minste openbaar gemaakt:
− thema(‘s);
− per product oordeel per inspectieonderwerp per thema;
− bron informatie waarop oordeel is gebaseerd;
− reactie van het bedrijf op het openbaar te maken oordeel. Waar geen reactie vermeld staat heeft de ondernemer daarvoor gekozen;
− eventuele verdere voor openbaarmaking relevante gegevens (per specifiek traject bepaald);
b. indien het besluit tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie als bedoeld in artikel 5:2 van de awb wordt openbaar gemaakt, wordt tevens bij de openbaarmaking aangegeven of een rechtsmiddel tegen dat besluit is of kan worden ingesteld;
c. indien het besluit inhoudende de buitengebruikstelling van technische voortbrengselen als bedoeld in artikel 30 van de Warenwet wordt openbaar gemaakt, wordt tevens bij de openbaarmaking aangegeven of een rechtsmiddel tegen dat besluit is of kan worden ingesteld.
3. Voor trajecten die openbaargemaakt worden onder de Wob, zal zoveel mogelijk aangesloten worden bij de te publiceren informatie die in het besluit staan opgesomd. Daarnaast wordt de aanvullende opsomming bij bedrijf/instelling en product, eveneens gevolgd voor deze trajecten.
4. de openbaarmaking van oordelen per product is als volgt:
Thema-oordeel |
Relatie interventiebeleid |
||
---|---|---|---|
Term |
Kleur |
Omschrijving van publicatie op NVWA website |
Omschrijving van de indeling op basis van het interventiebeleid: |
Geen veiligheidsrisico |
Groen |
Voldoet aan de beoordeelde veiligheidseisen |
Producten die voldoen: geen of geringe tekortkomingen (klasse D) |
Veiligheidsrisico |
Geel |
Voldoet niet aan alle beoordeelde veiligheidseisen. Beoordeel zelf of het risico op u van toepassing is |
Producten die niet geheel voldoen, maar een beperkt, voor de consument te vermijden, risico opleveren: tekortkomingen en/of ernstige tekortkomingen (klasse C en/of B) geconstateerd, geen of geringe kans op ernstig letsel of gezondheidsschade |
Ernstig veiligheidsrisico |
Rood |
Voldoet niet aan alle beoordeelde veiligheidseisen. Dit geeft een kans op ernstig letsel of gezondheidsschade. Gebruik van het product wordt afgeraden. |
Voldoet niet aan alle beoordeelde veiligheidseisen. Dit geeft een kans op ernstig letsel of gezondheidsschade. Tekortkomingen en/of ernstige tekortkomingen (klasse C en/of B) geconstateerd met kans op ernstig letsel of gezondheidsschade. Gebruik van het product wordt afgeraden |
5. De uitwerking van de oordelen is opgenomen in hoofdstuk III van de bijlage.
Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
De Minister voor Medische Zorg,
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze: M.A. Ruys, De Inspecteur-Generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
De vormgeving en presentatie van de algemene openbaarmaking is NVWA-breed zoveel mogelijk uniform. Uitgangspunt is de in deze beleidsregel beschreven wijze van vaststellen en presenteren van het oordeel met bijbehorende omschrijving. Hiervan kan in een specifiek traject alleen gemotiveerd worden afgeweken.
Voor het publiceren van oordelen van bedrijven waar sprake is van permanent toezicht, is de vormgeving en presentatie aangepast aan de toezichtvorm. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de hier opgenomen vormgeving.
Uitgangspunten zijn:
I. De oordelen worden bepaald per toezichtobject. Wat gezien wordt als toezichtobject wordt per openbaarmakingstraject vastgesteld (b.v. vestiging).
II. Zoals opgenomen in artikel 5 wordt de informatie gegeven in de vorm van een oordeel per thema en per inspectieonderwerp, eventueel aangevuld met inspectie-items per onderwerp. De informatie over het inspectie-item kan worden gegeven als oordeel dan wel als feitelijk gegeven (= de uitkomst van de bevinding tijdens de inspectie). De presentatie, thema’s en inspectieonderwerpen en eventueel inspectie-items sluiten aan bij behoeften van de bedrijven en burgers voor wie de informatie het meest relevant is. Een toezichtobject kan oordelen op meerdere thema's hebben.
III. Bij een oordeel wordt aangegeven op welke gegevens het oordeel is gebaseerd. Een oordeel, gebaseerd op een NVWA inspectie, is een feitelijke constatering van een inspecteur.
IV. De inspectieonderwerpen en inspectie-items waarop de NVWA controleert worden toegelicht in algemene contextinformatie en de meest essentiële contextinformatie wordt dicht bij de inspectieresultaten vermeld.
V. Per traject worden alle openbaar te maken gegevens zoveel mogelijk in één document opgenomen. Dit document wordt openbaar gemaakt. Bedrijven, die nog niet de mogelijkheid hebben gehad om op de website commentaar te leveren bij de over hen openbaar te maken informatie, worden eveneens in dit document opgenomen, maar zonder oordeel.
VI. Bij het oordeel wordt informatie over de bestuurlijke sanctie (naam overtreder, datum van overtreding, beschrijving van overtreding en uitspraak van sanctiebesluit) getoond, die is opgelegd op een of meer van de inspectieonderwerpen, waarop het actuele oordeel over het thema is gebaseerd. Bij het sanctiebesluit wordt de actuele status aangegeven van het sanctiebesluit. Indien het besluit tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie als bedoeld in artikel 5:2 van de awb wordt openbaar gemaakt, wordt tevens bij de openbaarmaking aangegeven of een rechtsmiddel tegen dat besluit is of kan worden ingesteld.
VII. De verschillende beschikbare gegevens worden op hetzelfde niveau en op dezelfde wijze openbaar gemaakt, ongeacht of deze afkomstig zijn van de NVWA zelf, dan wel van, voor NVWA, betrouwbare bronnen.
VIII. Het detailniveau van de openbaar te maken informatie wordt per openbaarmakingstraject vastgesteld.
IX. Indien een inspectieonderwerp binnen een thema niet van toepassing is voor een specifiek toezichtobject dan wordt dat aangegeven bij het oordeel over het inspectieonderwerp en niet meegenomen in het totaaloordeel over het thema.
X. Indien een of meerdere inspectie-items openbaar gemaakt worden, wordt per item een oordeel gegeven dan wel de feitelijke bevinding van de inspectie op het betreffende item
Openbaarmaking vindt niet eerder plaats dan nadat bedrijven/instellingen zijn geïnformeerd over de openbaarmaking van hun informatie. Openbaarmaking vindt plaats met inachtneming van de geldende regels uit de wet en de wob.
I. Publicatie vindt zo spoedig mogelijk plaats direct na elke wijziging van een oordeel van een thema dan wel van een inspectieonderwerp:
a. Wet: na een termijn van 2 weken na kennisgeving aan onder toezicht gestelde.
b. Wob: na een termijn van 6 weken (twee weken zienswijze awb + 4 weken uitgestelde openbaarmaking) na kennisgeving aan onder toezicht gestelde na dagtekening van de kennisgeving aan de onder toezicht gestelde, dan wel vertegenwoordiger van het product in Europa.
In bijzondere gevallen, zoals vastgelegd in artikel 44a, lid 6 van de wet kan deze termijn buiten toepassing worden gelaten en kan ‘onmiddellijk’ openbaar gemaakt worden. Per traject zal de juridische grondslag hiervoor bepaald moeten worden.
II. De publicatiedatum en publicatieduur van inspectieonderwerpen en inspectie-items is gelijk aan die van het bijbehorende thema-oordeel.
III. De duur van publicatie van een vastgesteld oordeel over bedrijven is 2 jaar, tenzij vooraf voor een specifiek openbaarmakingstraject anders is bepaald. Dit is altijd tussen 2 en 4 jaar.
IV. De duur van publicatie van trendgegevens van een groep van bedrijven kan langer zijn dan 4 jaar.
V. Factsheets met gebundelde resultaten van bedrijfsonderzoeken op bepaald onderwerp en thema, inclusief de bedrijfsnaam, kunnen voor onbepaalde tijd in de ‘historie’ op de website beschikbaar blijven.
VI. De duur van publicatie van een vastgesteld oordeel over producten is 10 jaar. Factsheets met de gebundelde resultaten van een onderzoek van bepaalde typen producten, inclusief de bedrijfsnaam, productnaam, eventueel producttype en merknaam kunnen voor onbepaalde tijd in de ‘historie’ op de website beschikbaar blijven
VII. Op het moment dat een nieuw oordeel gepubliceerd wordt, vervalt de publicatie van het voorgaande oordeel, tenzij vooraf of in de verkenning is bepaald dat niet alleen het meest recente oordeel wordt gepubliceerd.
Openbaarmaking vindt niet eerder plaats dan nadat het individueel bedrijf/instelling is geïnformeerd over de voorgenomen openbaarmaking van specifieke informatie over het bedrijf/instelling en in de gelegenheid is gesteld hiertegen bezwaar te maken en/of een voorlopige voorziening in te stellen.
Daarnaast wordt de mogelijkheid geboden een reactie te geven die bij de openbaar te maken informatie wordt gepresenteerd.
Nieuw oordeel
Op basis van de wet
De NVWA zendt vóór aanvang van openbaarmaking aan de onder toezicht gestelde, of een derde belanghebbende waarvan de NVWA redelijkerwijs mag verwachten dat deze een reactie zal geven, een openbaarmakingsbesluit. Hierin staat de openbaar te maken informatie.
De NVWA geeft daarbij aan op welke gegevens het oordeel berust. Ook krijgt het bedrijf/instelling de gelegenheid een reactie van maximaal 50 woorden te geven ten aanzien van de openbaarmaking die bij het oordeel wordt gepubliceerd.
Op basis van de wob
De NVWA zendt vóór aanvang van openbaarmaking aan de onder toezicht gestelde, of een derde belanghebbende waarvan de NVWA redelijkerwijs mag verwachten dat deze een reactie zal geven, een openbaarmakingsbesluit. Hierin staat de openbaar te maken informatie.
De NVWA geeft daarbij aan op welke gegevens het oordeel berust. Het bedrijf/instelling heeft de gelegenheid om een zienswijze te geven ten aanzien van de openbaarmaking.
Ook krijgt het bedrijf/instelling de gelegenheid een reactie van maximaal 50 woorden te geven ten aanzien van de openbaarmaking die bij het oordeel wordt gepubliceerd.
Oordeel loopt af.
Indien de geldigheid van een oordeel afloopt (waardoor het oordeel gewijzigd wordt in ‘Geen recente gegevens’ wordt de eigenaar minimaal 6 weken vóór het aflopen van de publicatietermijn van het oordeel daarvan in kennis gesteld.
Een nieuw traject van openbaar te maken informatie vraagt om een goede voorbereiding. Om openbaarmaking op een goede en gestructureerde wijze verantwoord en betrouwbaar uit te voeren gelden randvoorwaarden. Als aan deze randvoorwaarden niet is voldaan, komt een traject in beginsel niet in aanmerking voor openbaarmaking.
Voorafgaand aan het besluit om openbaarmaking in te zetten en gegevens openbaar te maken, wordt een verkenning uitgevoerd. Op basis van de uitkomst van deze verkenning zal worden beoordeeld of, en zo ja, op welke termijn met de openbaarmaking kan worden gestart
In een verkenning zal o.a. aandacht worden besteed aan de volgende aspecten:
I. Definitie en nauwkeurige omschrijving van de doelgroep, producenten en/of objecten waarover informatie openbaar wordt gemaakt
II. Definitie van welke informatie er openbaar zal worden gemaakt, binnen welk thema dit past en, indien van toepassing hoe dit thema wordt ingedeeld in inspectieonderwerpen.
III. De presentatie van de inspectiegegevens moet eenduidig en afgestemd zijn op de behoefte van de betreffende gebruiker (bijv. consument of afnemers). Uitgangspunt is de in deze beleidsregel aangegeven wijze (in de vorm van oordelen en evt. kleuren). Daarbij rekening houdend met de vorm van toezicht (bv permanent toezicht).
IV. In de verkenning zal aangegeven worden op welke wijze eventueel andere informatie over de naleving dan de eigen inspectieresultaten wordt meegenomen in de openbaarmaking.
V. De NVWA doet geen concessie aan risicogericht toezicht.
Ten behoeve van de beoordeling van bedrijven wordt bij de start van openbaar te maken doelgroep per thema het totaal aan bedrijven of producten in kaart gebracht en een oordeel per bedrijf/product op het betreffende thema opgesteld
I. Het oordeel wordt gebaseerd op ‘nieuwe’ gegevens vanaf een specifieke datum of op geldige gegevens (niet ouder dan 2 jaar). Hier kan gemotiveerd van afgeweken worden. Deze datum wordt aan de bedrijven kenbaar gemaakt.
II. Onder de wob wordt een ontwerpbesluit gepubliceerd waarin is vastgelegd welk type informatie openbaargemaakt wordt.
III. Indien tijdens het traject regelgeving, waarop het oordeel wordt gebaseerd, verandert, wordt er duidelijk verschil aangegeven tussen de oordelen op basis van de oude regelgeving en op basis van de nieuwe regelgeving. Dit alleen indien de wijzigingen dusdanig zijn dat deze aanvulling noodzakelijk is voor de begrijpelijkheid van de gegevens.
IV. Bedrijven/instellingen worden op de hoogte gebracht van het beoogde moment waarop de NVWA start met het openbaar maken van de inspectieresultaten.
V. Het gebruik van oordelen, voorzien van juiste duiding, is verplicht voor alle trajecten van openbaarmaking die conform deze beleidsregel zijn gestart of reeds lopen. In uitzonderlijke gevallen kan hier gemotiveerd van afgeweken worden.
De uitwerking van de totstandkoming van een oordeel staat beschreven in paragraaf 3.1. De uitwerking van de overgangsregels van bestaand naar nieuw oordeel staan beschreven in paragraaf 3.2. De gevolgen van het gebruik van andere bronnen als private kwaliteitssystemen en convenanten staat in 3.4 en 3.5.
Oordelen zijn m.n. gebaseerd op informatie van de NVWA zelf, en indien van toepassing, op informatie van andere inspectiediensten en van private kwaliteitssystemen.
I. Afhankelijk van de bron van de informatie zijn regels vastgesteld hoe de informatie in het vormen van een oordeel door de NVWA wordt meegenomen. De rangorde van de informatie, die leidt tot het oordeel is als volgt:
1. Informatie van convenant: afgesloten convenant
2. Informatie van geaccepteerd privaat kwaliteitssysteem: melding aangesloten bedrijf
3. Informatie van NVWA: NVWA inspectieresultaten.
II. Beoordeling vindt plaats op basis van het meest recente inspectiegegeven op het inspectieonderwerp. Het betreffende inspectiegegeven is niet ouder dan 2 jaar, tenzij voor het traject is vastgesteld dat de inspectiegegevens over een andere periode (tussen 2 en 4 jaar) worden gebruikt en openbaar gemaakt.
III. Indien monsteronderzoek plaatsvindt als onderdeel van de NVWA-inspectieonderwerpen, is het resultaat van het onderzoek medebepalend voor het oordeel over het bedrijf. Inspectie- én monsteronderzoek bepalen samen het oordeel over de naleving.
Deze regels hebben betrekking op alle onder toezicht gestelden met uitzondering van de productonderzoeken. Om na te gaan of tekortkomingen zijn opgeheven worden herinspecties uitgevoerd. Elke herinspectie genereert, op basis van actuele inspectieresultaten, een nieuw thema oordeel.
Uitzondering hierop zijn afgebakende projectmatige bedrijfsonderzoeken en informatie over bedrijven waar sprake is van permanent toezicht. In geval van permanent toezicht zal de wijze van openbaarmaking anders verlopen dan is aangegeven in artikel 5.
Voor product(onderzoeken) gelden nog geen spelregels voor het wijzigen van het oordeel. Productonderzoeken worden in het algemeen eenmalig uitgevoerd. Als de resultaten van productonderzoeken aanleiding geven tot aanvullend of nieuw onderzoek en deze resultaten worden ook openbaar gemaakt, worden deze als nieuwe inspectieresultaten openbaar gemaakt, waar relevant, onder verwijzing naar de eerder gepubliceerde resultaten en factsheets.
Voor alle oordeelwijzigingen gelden de werkwijze en termijnen zoals beschreven in paragraaf 1.1 en 1.3.
3.2.1 ‘GEEN RECENTE GEGEVENS’ wordt:
A. ‘VOLDOET’
Indien bij de inspectie (inspectie 1) op de inspectieonderwerpen binnen een thema geen of slechts geringe tekortkomingen (klasse D) worden geconstateerd:
• Oordeel wordt ‘voldoet’.
B. ‘VERBETERPUNTEN VASTGESTELD’
Indien bij de inspectie (inspectie 1) op een of meer inspectieonderwerpen binnen een thema een of meerdere tekortkomingen klasse C of B worden geconstateerd:
• oordeel wordt voor 3 maanden ‘Verbeterpunten vastgesteld’ (tenzij hier in een specifiek traject gemotiveerd van afgeweken wordt).
C. ‘VERSCHERPT TOEZICHT’
Indien bij de inspectie (inspectie 1) op een of meer inspectieonderwerpen binnen een thema een of meerdere tekortkomingen klasse B of C worden geconstateerd en, gelet op de omvang/aard van de tekortkoming wordt besloten het toezichtobject onder verscherpt toezicht te plaatsen:
• oordeel wordt ‘verscherpt toezicht ’.
3.2.2 ‘VOLDOET’ wordt:
A. ‘GEEN RECENTE GEGEVENS’
Indien op alle inspectieonderwerpen binnen het thema geen informatie meer voorhanden is binnen de afgelopen 2 jaar (dan wel de voor het specifieke traject afgesproken termijn tussen 2 en 4 jaar):
• oordeel wordt ‘Geen recente gegevens’.
B. ‘VOLDOET’ Indien bij de inspectie (inspectie 1) op de inspectieonderwerpen binnen een thema geen of geringe tekortkomingen klasse D worden geconstateerd:
• Oordeel wordt opnieuw ‘voldoet’.
C. ‘VERBETERPUNTEN VASTGESTELD’
Indien bij de inspectie (inspectie 1) op een of meer inspectieonderwerpen binnen een thema een of meerdere tekortkomingen klasse C en/of B worden geconstateerd:
• oordeel wordt voor 3 maanden ‘Verbeterpunten vastgesteld’ (tenzij hier in een specifiek traject gemotiveerd van afgeweken wordt).
D. ‘VERSCHERPT TOEZICHT’
Indien bij de inspectie (inspectie 1) op een of meer inspectieonderwerpen binnen een thema een of meerdere tekortkomingen klasse B of C worden geconstateerd en, gelet op de omvang/aard van de tekortkoming wordt besloten het toezichtobject onder verscherpt toezicht te plaatsen:
• oordeel wordt ‘verscherpt toezicht ’.
3.2.3 ‘VERBETERPUNTEN VASTGESTELD’ wordt:
A. ‘VOLDOET’
Indien bij (her)inspectie (inspectie 2) door NVWA wordt vastgesteld dat tekortkoming is verholpen:
• oordeel wordt ‘voldoet ’
• Dit oordeel wordt gepubliceerd na een termijn van 3 maanden na inspectie 1,
• Gedurende deze 3 maanden blijft het oordeel ‘Verbeterpunten vastgesteld’.
B. ‘VERBETERPUNTEN VASTGESTELD’
Indien bij de (her)inspectie (inspectie 2) op een of meer inspectieonderwerpen binnen een thema een of meerdere tekortkomingen klasse B of C worden geconstateerd:
• oordeel wordt opnieuw ‘Verbeterpunten vastgesteld’.
• Het oordeel wordt gedurende 3 maanden na inspectie 2 ‘Verbeterpunten vastgesteld ’,
• Resterende periode van het oordeel op basis van inspectie 1 komt te vervallen.
C. ‘VERSCHERPT TOEZICHT’
Indien bij de (her)inspectie (inspectie 2) op een of meer inspectieonderwerpen binnen een thema een of meerdere tekortkomingen klasse B of C worden geconstateerd en, gelet op de omvang/aard van de tekortkoming wordt besloten het toezichtobject onder verscherpt toezicht te plaatsen:
• oordeel wordt ‘verscherpt toezicht’.
3.2.4 ’VERSCHERPT TOEZICHT’ wordt:
A. ‘VOLDOET’
Het oordeel voldoet is vanuit Verscherpt toezicht, niet direct mogelijk. Er wordt altijd een periode van 3 maanden in acht genomen waarbij het oordeel Verbeterpunten vastgesteld getoond wordt voordat het oordeel Voldoet volgt. Zie 3.2.4 B.
B. ‘VERBETERPUNTEN VASTGESTELD’
Indien bij een (her)inspectie in het kader van verscherpt toezicht door NVWA wordt vastgesteld dat tekortkoming is verholpen:
• oordeel wordt voor 3 maanden ‘Verbeterpunten vastgesteld’,
• omdat het toezichtobject/vestiging nog extra aandacht krijgt,
• verder oordeel verloop gaat in lijn met 3.2.3.
• Indien er geen inspectie plaatsvindt in de periode van 3 maanden, wordt het oordeel ‘Voldoet’.
C. ‘VERSCHERPT TOEZICHT’
Indien bij een (her)inspectie op een of meer inspectieonderwerpen binnen een thema een of meerdere tekortkomingen klasse B of C worden geconstateerd en, gelet op de omvang/aard van de tekortkoming wordt besloten het toezichtobject onder verscherpt toezicht te houden:
• oordeel wordt opnieuw ‘verscherpt toezicht’.
Indien een bedrijf per direct, of na herhaling van het oordeel verscherpt toezicht, geheel of gedeeltelijk gesloten wordt, of processen worden stilgelegd, wordt dit vanwege de vertraging van openbaarmaking ten opzichte van de feitelijke situatie bij het bedrijf niet gepubliceerd. Bij een sluiting of stilleggen is geen sprake meer van een handelingsperspectief voor consument en bedrijven.
Het bedrijf/bedrijfsproces kan pas weer actief worden na een inspectie van de NVWA met goed resultaat. De oordeel bepaling volgt 3.2.4 A.
Pas als het toezichtobject bedrijf/instelling/vestiging niet meer als actueel bedrijf (op basis van KvK-register) in het NVWA-bedrijvenbestand is opgenomen, wordt het bedrijf verwijderd uit de openbare bestanden evenals de resultaten en de historie met de openbaar te maken oordelen.
Oordeel op basis van:
I. Het private kwaliteitssysteem heeft betrekking op een of meer inspectieonderwerpen
II. Een toezichtobject krijgt de beoordeling ‘voldoet’ voor die inspectieonderwerpen die volledig onder het kwaliteitssysteem vallen en als ‘voldoende’ zijn beoordeeld door het kwaliteitssysteem
III. Zolang een toezichtobject deelneemt aan een geaccepteerd systeem, worden de oordelen van de inspectie-onderwerpen meegenomen in de bepaling van het thema-oordeel.
IV. Als een bedrijf/instelling stopt met deelname of door de schemabeheerder uit het kwaliteitssysteem wordt gezet (zelfreinigend vermogen), wordt voor de toezichtobjecten van dat bedrijf opnieuw een oordeel bepaald. Basisuitgangspunt is beschrijving onder 3.2.2.A (van voldoet naar geen informatie)
In getekende convenant afspraken tussen bedrijf en NVWA is opgenomen op welke onderwerpen het convenant zich richt. Indien daarin volledige thema’s ondervangen worden, is een thema-oordeel ‘voldoet’ vast te stellen op basis van het convenant.
Tijdens de verkenningsfase dient een check uitgevoerd te worden op de inhoud van het convenant, of betreffend thema daarin is opgenomen.
Deze beleidsregel geeft uitvoering aan de Gezondheidswet en het Besluit openbaarmaking toezicht- en uitvoeringsgegevens Gezondheidswet en Jeugdwet. Artikel 44, eerste lid, van de Gezondheidswet biedt een specifieke grondslag voor het actief openbaar maken van toezicht- en uitvoeringsgegevens. Met de openbaarmaking van die gegevens wordt beoogd het publiek inzicht te geven in de wijze waarop het toezicht en de uitvoering worden verricht en wat de resultaten van die verrichtingen zijn. In het besluit worden nadere regels gesteld over onder meer de plaats, duur en de wijze van openbaarmaking, alsmede over de wijze waarop betrokkenen kunnen reageren op de openbaar gemaakte informatie, hoe deze openbaar gemaakt wordt en over het informeren van het publiek over de intrekking of vernietiging van openbaarmakingsbesluiten.
Met de genoemde voorziening in de Gezondheidswet is er een wettelijke basis om de genoemde gegevens openbaar te maken. Tot deze tijd maakte de NVWA al controlegegevens openbaar. Dit gebeurde op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en de Besluit houdende beleidsregels omtrent openbaarmaking van controlegegevens door de NVWA1 uit 2006 en sinds 12 februari 2014 overeenkomstig het kader Actieve Openbaarmaking NVWA.
Met de inwerkingtreding van de openbaarmakingregels in de Gezondheidswet in januari 2018 is besloten om de beleidsregel uit 2006 en het kader samen te voegen tot een nieuwe beleidsregel en uit te breiden met de nieuwe regels van de Gezondheidswet. Deze nieuwe regels betreffen onder meer regels omtrent openbaarmakingstermijnen, het al dan niet vragen van zienswijzen en de verplichting om openbaar te maken.
De NVWA heeft als doel gesteld de komende jaren inspectiegegevens over bedrijven en producten actief openbaar te maken. Transparantie door openbaar maken van ‘alles dat de NVWA doet’ zonder concessies te doen aan het risicogerichte toezicht. Actieve openbaarmaking moet op toezicht en handhaving volgen en het niet sturen of bemoeilijken.
De doelen van openbaarmaking zijn:
• Transparantie bieden aan partijen (burgers en bedrijven) binnen de productieketens zodat deze hierop hun keuzes kunnen baseren (handelingsperspectief),
• Vertrouwen verhogen van consumenten in het handelen van de overheid, in het voedsel en in andere producten en diensten,
• Naleving bevorderen.
Deze beleidsregel beschrijft de NVWA-brede uitgangspunten voor alle trajecten van actieve openbaarmaking die de NVWA uitvoert. Het geeft de kaders voor de actieve openbaarmaking van informatie over toezicht (inspectiegegevens NVWA) van bedrijven en instellingen.
Deze beleidsregel treedt gelijk in werking met de wijziging van het Besluit openbaarmaking toezicht- en uitvoeringsgegevens Gezondheidswet en Jeugdwet waarin het onderdeel dat betrekking heeft op de NVWA in werking zal treden. In de bijlage, onder onderdeel I van het hiervoor genoemde besluit zijn de toezichtsdomeinen en de regelgeving aangewezen waarbinnen de informatie openbaar wordt gemaakt. De openbaarmaking van toezichtinformatie onder de Gezondheidswet zal stapsgewijs worden uitgebreid. In het kader van het thema voedselveiligheid wordt gestart met actieve openbaarmaking van oordelen binnen het traject visafslagen en horeca. Ten aanzien van het thema productveiligheid worden oordelen van projectmatig uitgevoerde onderzoeken naar de veiligheid van bepaalde waren, niet zijnde eet- en drinkwaren actief openbaar gemaakt.
Zolang trajecten en/of bedrijfsgroepen niet zijn opgenomen in het besluit blijft de mogelijkheid bestaan om de informatie openbaar te maken volgens de Wet openbaarheid van bestuur en Algemene wet bestuursrecht.
Voorafgaand aan het besluit om openbaarmaking in te zetten en gegevens openbaar te maken, wordt een verkenning uitgevoerd. Op basis van de verkenning wordt beoordeeld of, en zo ja, op welke termijn met de openbaarmaking wordt gestart.
Naast themaoordelen wordt, in lijn met de Gezondheidswet, in de toekomst ook informatie over schriftelijke waarschuwingen en sanctiebesluiten openbaar gemaakt.
In artikel 2 zijn de uitgangspunten van de actieve openbaarmaking door de NVWA opgenomen. In artikel 3 is opgenomen welke gegevens openbaar gemaakt worden en in artikel 4 zijn de gegevens opgenomen die in principe niet openbaar gemaakt worden.
In de artikelen 5 en 6 is de wijze van openbaarmaking per bedrijf en per product aangegeven. Zo wordt aangegeven welke themaoordelen er gegeven kunnen worden en wat de relatie is met het interventiebeleid van de NVWA.
De toenmalige Minister van VWS heeft aangegeven dat ze het onwenselijk vindt dat themaoordelen van bedrijven op basis van kleurindeling gaan. Voor producten geldt dit niet. Daarom wordt bij producten aan de themaoordelen tevens kleuren gekoppeld, zoals beschreven in artikel 6, vierde lid.
Verder is in de bijlage de wijze van publicatie en de uitwerking van de oordelen opgenomen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-38085.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.