Aanwijzing van de Minister voor Medische Zorg van 6 juli 2020, kenmerk 1713658-207569-PZo, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake de wijziging van het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Gezien de wijziging van het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 april 2020 (Stb.2020, 131);

Na op 3 juni 2020 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2019-2020, 31 765, nr 493) als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Besluit:

Artikel 1 Definities

In deze aanwijzing wordt verstaan onder:

Besluit:

Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG;

bijlage:

bijlage behorende bij de artikelen 2 en 4 van het Besluit;

medische vervolgopleiding tot verslavingsarts:

activiteiten, ten behoeve van het beschikbaar hebben van zorg als bedoeld in artikel 2 van het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG, en onderdeel B, onderdeel 1, subonderdeel a onder 4, van de bijlage bij het Besluit;

uitname:

chirurgische werkzaamheden vanaf de eerste incisie tot en met het transporteren van weefsel;

wet:

Wet marktordening gezondheidszorg;

zorgautoriteit:

Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de wet;

Artikel 2 Werkingssfeer

Deze aanwijzing is van toepassing op:

  • opleidingen als bedoeld in onderdeel B, onderdeel 1, subonderdeel a, onder 4 van de bijlage;

  • post mortem uitname bij donoren als bedoeld in onderdeel B, onderdeel 3 van de bijlage;

  • zorg door mobiel medische teams als bedoeld in onderdeel B, onderdeel 6 van de bijlage.

Artikel 3 Opdrachtverlening

Ter uitvoering van deze aanwijzing stelt de zorgautoriteit waar nodig regels en beleidsregels vast, nadat het besluit houdende wijziging van het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG met betrekking tot opleidingen, post mortem orgaanuitname bij donoren, mobiel medische teams en enkele andere actualisaties en technische aanpassingen in werking treedt, te weten 1 juli 2020. De regels en beleidsregels van de NZa treden in werking met ingang van 1 januari 2021.

Artikel 4 Opleiding tot verslavingsarts

De zorgautoriteit verstrekt vanaf 1 januari 2021 jaarlijks beschikbaarheidbijdragen op basis van het vastgestelde verdeelplan en het opleidingsoverzicht die gelden in het desbetreffende jaar voor de medische vervolgopleiding tot verslavingsarts aan daartoe erkende zorgaanbieders, op vergelijkbare wijze als omschreven in de Aanwijzing beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen 2013 (Stcrt. 2012, 20041).

Artikel 5 Post mortem uitname bij donoren

De zorgautoriteit neemt, ter uitvoering van deze aanwijzing, bij de vaststelling van regels of beleidsregels voor de beschikbaarheidbijdrage voor Post mortem uitname bij donoren, onderdeel B, onderdeel 3 van de bijlage in acht.

Artikel 6 Zorg door mobiel medische teams

De zorgautoriteit neemt, ter uitvoering van deze aanwijzing, bij de vaststelling van regels of beleidsregels voor de beschikbaarheidbijdrage voor zorg door mobiel medische teams, onderdeel B, onderdeel 6 van de bijlage in acht.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing met de toelichting in de Staatscourant.

De Minister voor Medische Zorg, M.J. van Rijn

TOELICHTING

Algemeen

Het Besluit van 24 april 2020, houdende de wijziging van het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG met betrekking tot opleidingen, post mortem orgaanuitname bij donoren, mobiel medische teams en enkele andere actualisaties en technische aanpassingen treedt in werking met ingang van 1 juli 20201. Naar aanleiding van deze wijziging is het noodzakelijk om met betrekking tot de medische vervolgopleiding tot verslavingsarts, de post mortem uitname bij donoren en de mobiele medische teams een aanwijzing te geven aan de Nederlandse Zorgautoriteit.

Artikelsgewijs

Artikel 4

De Stichting beroepsopleiding huisartsen (SBOH) is per 2020 de landelijke werkgever van alle nieuwe basisartsen in opleiding tot verslavingsarts.

Door opname van de opleiding tot verslavingsarts in het gewijzigde Besluit, komt de opleiding tot verslavingsarts met ingang van 1 januari 2021 in aanmerking voor bekostiging door middel van een beschikbaarheidbijdrage. Hierbij wordt de reguliere procedure van verlening en vaststelling van de beschikbaarheidbijdrage voor medische vervolgopleidingen van toepassing op de opleiding tot verslavingsarts. De NZa zal de hoogte van de beschikbaarheidbijdrage voor de medische vervolgopleidingen waar mogelijk vaststellen aan de hand van de door haar uitgevoerde kostenonderzoeken2. Voor de opleiding tot verslavingsarts is reeds een kostenonderzoek uitgevoerd.

Artikel 5

In het Besluit is bij het onderdeel post mortem uitname bij donoren duidelijker onderscheid gemaakt tussen uitname van organen en uitname van weefsels. In aansluiting hierop is in artikel 1 van deze aanwijzing ten aanzien van weefsel een aangepaste definitie van ‘uitname’ opgenomen. In de eerdere aanwijzing van 3 oktober 20173 met betrekking tot de postmortale weefselketen wordt nog uitgegaan van uitname van weefsel als 'specialistische chirurgische werkzaamheden'.

Artikel 6

In het Besluit is de omschrijving van zorg door mobiel medische teams verduidelijkt. Uit deze omschrijving volgt onder meer dat:

  • het mobiel medische team, volgend op een inzet, als de daarmee te realiseren tijdswinst gezien de gezondheidstoestand van de patiënt noodzakelijk is, incidenteel als onderdeel van de zorgverlening ook kan zorgdragen voor het vervoer van de patiënt per helikopter;

  • vier helikopters en voertuigen met 7 x 24 uur parate medisch specialistische teams in het donker binnen vijf minuten moeten kunnen uitrukken.

De Minister voor Medische Zorg, M.J. van Rijn


X Noot
2

Voor de opleidingen waarvoor nog geen kostenonderzoek is afgerond, neemt zij de bedragen uit de Aanwijzing inzake beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen 2019 en verder (Stcrt 2018, 37253), bij de berekening mee als uitgangspunt.

Naar boven