Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 3 juli 2020, nr. PO/24929870, houdende wijziging van de Subsidieregeling regionale aanpak personeelstekort onderwijs 2020 en 2021 in verband met een verhoging van de subsidieplafonds

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling regionale aanpak personeelstekort onderwijs 2020 en 2021 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘€ 30 miljoen’ vervangen door ‘€ 32,8 miljoen’.

2. In onderdeel a wordt ‘€ 15,9 miljoen’ vervangen door ‘€ 18,3 miljoen’.

3. In onderdeel b wordt ‘€ 14,1 miljoen’ vervangen door ‘€ 14,5 miljoen’.

B

In artikel 11, tweede lid, eerste volzin, vervalt ‘gelijke’ en wordt na ‘delen’ ingevoegd ‘, waarbij de verdeling in de beschikking wordt bepaald’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 30 april 2020.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet en Media, A. Slob

TOELICHTING

Deze regeling wijzigt de Subsidieregeling regionale aanpak personeelstekort 2020 en 2021 in verband met een verhoging van de subsidieplafonds van de regeling. De directe aanleiding voor deze wijziging is dat de subsidieplafonds voor de regionale aanpak personeelstekorten 2020 en 2021 voor het primair en voortgezet onderwijs zijn overschreden. De beschikbare bedragen waren ontoereikend om alle regionale plannen van aanpak die aan de voorwaarden voldoen, het volledige subsidiebedrag toe te kennen. Bij het primair onderwijs zou, op basis van de plannen die aan de voorwaarden voldoen, het beschikbare tweejarige budget met € 2,4 miljoen zijn overschreden. Bij het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs was er een tekort van € 0,4 miljoen.

Omdat de beschikbare bedrag ontoereikend waren, zijn de verstrekte subsidiebedragen voor 41 van de 67 voor subsidietoekenning in aanmerking komende aanvragen op grond van artikel 5, tweede lid, naar rato naar beneden bijgesteld.

Met deze regeling worden de subsidieplafonds met terugwerkende kracht verhoogd, zodat voor 41 alle aanvragen alsnog het volledige subsidiebedrag kan worden toegekend. Voor het primair onderwijs worden daarmee de eerder toegepaste verlagingen in 20 aanvragen met terugwerkende kracht ongedaan gemaakt. Daartoe is het subsidieplafond met € 2,4 miljoen verhoogd. Op gelijke wijze worden de verlagingen voor 24 aanvragen voor het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs met terugwerkende kracht ongedaan gemaakt. Daartoe is het subsidieplafond met € 0,4 miljoen verhoogd.

De conceptregeling is voorgelegd aan de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I). DUS-I heeft aangegeven dat alle betrokken 41 aanvragers een gewijzigde beschikking zullen ontvangen. Aanvragers hoeven daarvoor dus niets te doen. In de gewijzigde beschikking wordt de in de oorspronkelijke beschikking van 30 april 2020 aangebrachte verlaging ongedaan gemaakt. Het bedrag van de bijstelling wordt volledig in 2020 betaalbaar gesteld. Het gewijzigde artikel 11, tweede lid, biedt de ruimte om voor de 41 herziene beschikkingen een afwijkende verdeling toe te passen. Voor de overige 26 beschikkingen heeft dit geen effect voor het in de betreffende beschikkingen aangegeven betaalritme.

De Minister voor Basis- en Voortgezet en Media, A. Slob

Naar boven