Aanwijzing niet-handhaven in-situ stikstoftoepassing ter bescherming van cultureel erfgoed, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Datum: 3 juli 2020

Kenmerk: IENW/BSK-2020/115764

Geachte heer van den Bos,

Musea met kwetsbare historische en hedendaagse collecties van onder andere schilderijen maken gebruik van in-situ stikstoftoepassing in behandelkamers, ook aangeduid als lage zuurstof kamers. Dit geldt onder andere voor het Collectie Centrum Nederland te Amersfoort, het gezamenlijke depot van het Rijksmuseum, Paleis Het Loo, het Nederlands Openluchtmuseum en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. De techniek wordt toegepast om aantasting door insecten tegen te gaan.

In-situ stikstoftoepassing valt binnen de werkingssfeer van de Biocidenverordening, maar kan niet als biocide worden toegelaten omdat de werkzame stof in-situ stikstof niet is goedgekeurd en niet verdedigd wordt in het Europees werkprogramma voor stoffen onder de Biocidenverordening.

Vanwege het grote belang van in-situ stikstoftoepassing voor de museumwereld en het ontbreken van geschikte alternatieven, met name voor gevoelige collecties, zal ik op basis van artikel 55(3) van de Biocidenverordening de Europese Commissie vragen toe te staan dat ter bescherming van cultureel erfgoed voor in-situ stikstoftoepassing nationale toelating mag worden verleend.

Voor de periode die gemoeid is met de aanvraag van de toestemming van de Europese Commissie en vervolgens de toelating in Nederland door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), verzoek ik u om, gelet op Aanwijzing 14 van de (Regeling vaststelling) Aanwijzingen inzake de rijkinspecties, bij een eventuele constatering van in-situ stikstoftoepassing ter bescherming van cultureel erfgoed door musea of in hun opdracht handelende instanties geen handhavingsbesluit te nemen vanwege overtreding van het verbod van artikel 43 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

Deze aanwijzing om af te zien van handhavingsbesluiten geldt tot het moment dat het Ctgb op basis van de gevraagde Europese toestemming een toelating voor in-situ stikstoftoepassing in Nederland heeft verleend, dan wel tot het moment dat de Europese Commissie de aanvraag om toestemming of het Ctgb de aanvraag om toelating heeft afgewezen.

De termijn voor deze aanwijzing loopt tot 1 februari 2023, aangezien de verwachte periode voor de Europese toestemming en de toelating door het Ctgb deze periode beslaat.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven