Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 2 juli 2020, nummer WBV 2020/15, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C7/17 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

17. Het asielbeleid ten aanzien van Libië

17.1. Besluitmoratorium

Ten aanzien van Libië geldt vanaf 1 juli 2020 niet langer een besluit in de zin van artikel 43, eerste lid, Vw.

17.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

Geen bijzonderheden.

17.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag
17.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

Geen bijzonderheden.

17.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

De IND merkt voor Libië uitsluitend de volgende risicogroepen aan:

  • a. (vermeende) opposanten van een feitelijke machthebber, inclusief gewapende groeperingen en milities;

  • b. mensenrechtenactivisten en mensenrechtenadvocaten;

  • c. leden van het justitieel apparaat;

  • d. vrouwen die maatschappelijk of politiek actief zijn;

  • e. journalisten;

  • f. werknemers van non-gouvernementele organisaties;

  • g. LHBT’s;

  • h. (bekeerde) christenen;

  • i. (staatloze) Palestijnen; en

  • j. Gaddafi-loyalisten die direct voorafgaande aan hun komst naar Nederland hun normale woonplaats hadden in GNA gecontroleerd gebied.

Ad j.

Ten aanzien van Gaddafi-loyalisten geldt dat de IND in ieder geval als stammen, waarvan bekend is dat zij loyaal waren aan het bewind van Gaddafi, beschouwt:

  • Warfalla;

  • Warshefana;

  • Si’an;

  • Tarhuna;

  • Tawergha’s;

  • Gwelish;

  • Mashashiya’s;

  • Toearegs; en

  • Tobu’s.

17.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw
17.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

17.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

17.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

De IND merkt uitsluitend LHBT’s aan als kwetsbare minderheidsgroep.

17.5. Bescherming
17.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt aan dat het niet mogelijk is de bescherming van de autoriteiten of internationale organisaties te verkrijgen.

17.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt aan dat geen binnenlands beschermingsalternatief in Libië aanwezig is voor personen behorend tot de bovengenoemde in paragraaf 17.4.3 genoemde kwetsbare minderheidsgroep en de in paragraaf 17.3.2 genoemde risicogroepen, tenzij uit het individuele dossier blijkt dat de vreemdeling zich elders kan vestigen.

17.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

De IND beoordeelt aan de hand van paragraaf B8/6 Vc of adequate opvang voor amv’s aanwezig is.

Voor Libië geldt in ieder geval dat:

  • algemene opvangvoorzieningen niet beschikbaar en/of toereikend zijn; en

  • de autoriteiten geen zorg dragen voor de opvang.

17.7. Vertrekmoratorium

Ten aanzien van Libië geldt sinds 1 juli 2020 niet langer een besluit in de zin van artikel 45, vierde lid, Vw.

17.8. Bijzonderheden

Geen bijzonderheden.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 2 juli 2020

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, J.W. Beaujean directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

Algemeen

Op 10 juni 2020 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken een nieuw algemeen ambtsbericht uitgebracht over de situatie in Libië. Zoals de Staatssecretaris in haar brief aan de Tweede Kamer van 30 juni 2010 heeft meegedeeld, is het ambtsbericht aanleiding om het huidige beleid ten aanzien van asielzoekers afkomstig uit Libië te wijzigen. Het besluit- en vertrekmoratorium voor Libië is een jaar van kracht geweest en liep af op 1 juli 2020.

In bovenvermelde brief wordt toegelicht waarom er in Libië thans geen sprake is van een uitzonderlijke situatie zoals bedoeld in artikel 15, aanhef en onder c, van de Kwalificatierichtlijn.

Naar aanleiding van het ambtsbericht is een aantal risicogroepen zoals die momenteel in het beleid staan opgenomen aangepast. De volgende groepen worden niet langer meer als risicogroep aangemerkt in het beleid:

  • i. politieke activisten;

  • ii. vrouwen die werkzaam zijn in de publieke sector;

  • iii. vreemdelingen die behoren tot een stam waarvan bekend was dat zij loyaal waren aan het bewind van Gaddafi; en

  • iv. vreemdelingen die als (onder)officier hebben gediend tijdens het Gaddafi regime.

De volgende groepen worden wel als risicogroep aangemerkt in het beleid:

  • i. (vermeende) opposanten van een feitelijke machthebber, inclusief gewapende groeperingen en milities;

  • ii. mensenrechtenadvocaten;

  • iii. vrouwen die maatschappelijk of politiek actief zijn;

  • iv. Gaddafi-loyalisten die direct voorafgaande aan hun komst naar Nederland hun normale woonplaats hadden in GNA gecontroleerd gebied.

Voorts is ten aanzien van Gaddafi-loyalisten besloten dat, in aanvulling op de stammen en bevolkingsgroepen die reeds in het beleid genoemd staan, voor de volgende stammen en bevolkingsgroepen wordt aangenomen dat zij loyaal waren aan het bewind van Gaddafi:

  • i. Warfalla,

  • ii. Warshefana,

  • iii. Si’an,

  • iv. Tarhuna.

Daarnaast wordt aangenomen dat geen binnenlands beschermingsalternatief in Libië aanwezig is voor personen behorend tot de genoemde kwetsbare minderheidsgroep en de genoemde risicogroepen, tenzij uit het individuele dossier blijkt dat de vreemdeling zich elders kan vestigen.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, J.W. Beaujean directeur-generaal Migratie

Naar boven