Verkeersbesluit tijdelijke verlegging Kooltuinweg duikerbrug KW38

Logo Zuid-Holland

PZH-2020-742623235 / DOS-2019-0008685

Inleiding

De provincie Zuid-Holland vindt het belangrijk dat de bereikbaarheid en leefbaarheid van de regio Holland Rijnland (tussen de Amsterdamse regio en de Haagse en Rotterdamse regio’s) nu en in de toekomst zo optimaal mogelijk is. De provincie Zuid-Holland legt daarom de RijnlandRoute aan, een nieuwe wegverbinding van Katwijk via de A44, richting de A4 naar Leiden. De RijnlandRoute stimuleert de economie in de regio en ontsluit diverse (grootschalige) ruimtelijke ontwikkelingen, met name rondom de N206 bij Katwijk, de A44 en de A4. Dit doet de provincie in samenwerking met Rijkswaterstaat en de omliggende gemeenten. Rond de N206 betreffen dit de toekomstige ontwikkelingen van het Project Locatie Valkenburg (woningbouw en Unmanned Valley), het Bio Science Park en de Greenport Duin- en Bollenstreek.

De N206 Ingenieur G. Tjalmaweg maakt onderdeel uit van de RijnlandRoute. Op dit moment kan de N206, de oost-westverbinding in het gebied, het huidige verkeer niet aan en hierdoor ontstaan er regelmatig files. Tussen de A44 en de N441 wordt de N206 daarom verbreed van 2 x 1 naar 2 x 2 rijstroken. Voor de ontsluiting van de Project Locatie Valkenburg en bestaand Valkenburg worden (ongelijkvloerse) verbindingen aangelegd.

Ter hoogte van de percelen Kooltuinweg 19 en 23 wordt een duikerbrug (KW 38) aangelegd die de primaire watergangen ten noorden en ten zuiden van de N206 met elkaar gaat verbinden. Voor de bouw van de duikerbrug KW 38 onder de Kooltuinweg is het noodzakelijk dat de Kooltuinweg op deze locatie wordt omgelegd langs de werkplek. Naar verwachting zal deze tijdelijke situatie van juli 2020 tot en met april 2021 gaan duren. Voor de bijbehorende verkeersmaatregelen is een verkeersbesluit verplicht.

Bevoegdheid

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben de bevoegdheid om op grond van artikel 18, eerste lid, sub b van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) verkeersbesluiten te nemen voor wegen die bij haar in beheer zijn. Krachtens het ambtelijk mandaatbesluit voor de provinciale organisatie 2020, het ondermandaatbesluit secretaris 2020 en het ondermandaatbesluit directeur Dienst Beheer Infrastructuur 2020, is deze bevoegdheid door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerd aan het hoofd van de eenheid Advies Beheer Assets.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15, eerste lid, van de WVW dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd. Daarnaast moet een verkeersbesluit worden genomen krachtens artikel 15, tweede lid, van de WVW voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.

 

Op grond van het bepaalde in artikel 37 van het BABW moet een verkeersbesluit worden genomen voor de in artikel 34 van het BABW bedoelde tijdelijke plaatsing van verkeerstekens en het uitvoeren van tijdelijke maatregelen, indien de omstandigheden die tot de tijdelijke plaatsing of tijdelijke maatregelen leiden van langere duur zijn dan vier maanden, dan wel zich regelmatig voordoen.

Motivering

Uit het oogpunt van:

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • het instandhouden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

is het gewenst om de tijdens de tijdelijke verlegging van de Kooltuinweg, ter hoogte van perceelnummer 19 en 23, diverse verkeersmaatregelen in te stellen.

Belangenafweging

Voor het uitvoeren van de werkzaamheden aan de duikerbrug KW 38 is het noodzakelijk een gedeelte van de Kooltuinweg ter hoogte van perceelnummer 19 en 23 te verleggen. Dit is ter hoogte van hectometer 18.2 van de N206. Doorgaand verkeer over de Kooltuinweg blijft mogelijk door de verlegging van de weg. Een verkeersmaatregelenplan is opgesteld om het verkeer op de Kooltuinweg om de werklocatie heen te leiden. Met de verkeersmaatregelen uit dit verkeersmaatregelenplan is het reistijdverlies nihil. Om de verkeersveiligheid op de Kooltuinweg en van het invoegend werkverkeer te waarborgen wordt een snelheidslimiet van 30 km/h en een inhaalverbod ingesteld.

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is er overleg gepleegd met de korpschef. Deze heeft ingestemd met de maatregelen.

Besluit

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, gelet op het voorgaande besluiten:

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten in te trekken die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit;

  • 2.

    Voor het in de gemeente Katwijk buiten de bebouwde kom gelegen deel van de Kooltuinweg ter hoogte van perceelnummer 19 en 23, vanaf de start van de werkzaamheden (gepland op 6 juli 2020) tot het einde van de werkzaamheden (naar verwachting eind april 2021), de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen overeenkomstig bijgaande tekeningen met tekeningnummer 74.19.5028-010:

    • a.

      Door plaatsing van borden A1-30 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) aan de oostzijde en westzijde van de wegomlegging een snelheidsbeperking tot 30 km/h in te stellen voor verkeer in beide richtingen op de wegomlegging;

    • b.

      Door plaatsing van borden A1-60 uit bijlage I van het RVV aan de oostzijde en westzijde van de wegomlegging een snelheidsbeperking tot 60 km/h in te stellen voor verkeer richting de Achterweg en de N441;

    • c.

      Door plaatsing van borden C1 uit bijlage I van het RVV met onderbord “uitgezonderd werkverkeer”, ter hoogte van de in- en uitrit van het werkterrein aan de Kooltuinweg, de in- en uitritten gesloten te verklaren voor voertuigen anders dan werkverkeer;

    • d.

      Door plaatsing van borden F1 uit bijlage I van het RVV aan de oostzijde en westzijde van de wegomlegging een verbod in te stellen voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen op de wegomlegging voor verkeer in beide richtingen;

    • e.

      Door plaatsing van borden F8 uit bijlage I van het RVV aan de oostzijde en westzijde van de wegomlegging alle door verkeersborden aangegeven verboden op te heffen voor verkeer richting de Achterweg en de N441.

  • 3.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag, nadat een termijn van zes weken waarop het besluit is bekend gemaakt, is verstreken;

  • 4.

    Dit besluit te publiceren in de Staatscourant.

Bezwaar

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit worden toegezonden, onder vermelding van “Awb-Bezwaar” in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

 

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en het volgende te bevatten:

  • naam en adres van de indiener;

  • dagtekening;

  • omschrijving van het besluit waar tegen het bezwaar is gericht;

  • gronden van het bezwaar.

 

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan – als tegen dit besluit bezwaar wordt gemaakt – ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Naar boven