Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 30 juni 2020, nr. IENW/BSK-2020/121338, tot wijziging van de Regeling tijdelijk verbod burgerlijke luchtvaart luchtruim Bonaire, Sint Eustatius en Saba in verband met het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Gelet op artikel 24, van de Luchtvaartwet BES;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling tijdelijk verbod burgerlijke luchtvaart luchtruim Bonaire, Sint Eustatius en Saba in verband met het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt, wordt als volgt gewijzigd.

A

Artikel 2, tweede lid, komt te luiden:

• 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het luchtverkeer afkomstig uit de volgende landen die een hoog-risico vormen bij de verspreiding van het virus dat COVID-19 veroorzaakt:

  • a. de landen van de Europese Unie, met uitzondering van Nederland, België, Luxemburg, Duitsland en Frankrijk;

  • b. het Verenigd Koninkrijk;

  • c. landen van het westelijk halfrond, met uitzondering van Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

B

In artikel 3 wordt ‘geldt tot woensdag 1 juli 2020, 18:00 uur plaatselijke tijd’ vervangen door ‘geldt tot 1 augustus 2020, 18:00 uur plaatselijke tijd’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van woensdag 1 juli 2020, 18:00 uur plaatselijke tijd.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en van de inhoud van deze regeling zal mededeling worden gedaan in de luchtvaartpublicaties.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

De onderhavige wijzigingsregeling ziet op de wijziging van de Regeling tijdelijk verbod burgerlijke luchtvaart luchtruim Bonaire, Sint Eustatius en Saba in verband met het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt.

Met de wijziging is het vliegverbod voor passagiersvluchten vanuit diverse landen met luchthavens op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba als bestemming, dat tot 1 juli 2020 gold, verlengd. De bijzondere kwetsbaarheid van Caribisch Nederland, met name vanwege de beperkte beschikbaarheid van adequate gezondheidszorg, is hierbij van belang. Na advies van het RIVM en overleg met de openbare lichamen zijn op verzoek van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de ingestelde vliegverboden naar Bonaire, Sint-Eustatius en Saba verlengd tot en met 1 augustus 2020. Voorafgaand aan het aflopen van het vliegverbod zal opnieuw beoordeeld worden of verlenging wenselijk is.

De onderhavige wijzigingsregeling voorziet ook in een aanpassing van de lijst van landen waarvoor het vliegverbod geldt. Bij deze aanpassing is uitgegaan van het advies van het RIVM, dat deze maatregelen onverminderd van belang zijn om de import van het COVID-19-virus naar de openbare lichamen te beperken. Tegelijkertijd hebben de vertegenwoordigers van de openbare lichamen aan hand van de verschillende adviezen van het OMT-Cariben maatregelen getroffen om geleidelijk meer personen toe te kunnen laten. De gezaghebbers van Bonaire en Saba en de regeringscommissaris van St. Eustatius kunnen in een lokale verordening nadere regels stellen aan het inreizen van personen op de openbare lichamen. Het gaat om onder andere toeristen, studenten en werknemers met essentiële functies. Van het verbod op luchtverkeer uit de landen van de Europese Unie zijn daarom de volgende landen uitgezonderd: Nederland, Frankrijk, Duitsland, België en Luxemburg.

De wijziging is op 1 juli 2020, 18:00 plaatselijke tijd in werking getreden en is gepubliceerd in de Staatscourant. Verder is de wijziging aan luchtvarenden bekendgemaakt door middel van een Notice to Airmen (NOTAM). Een NOTAM is een bericht aan luchtvarenden gedistribueerd via een communicatienetwerk voor luchtverkeersdiensten met inlichtingen over de instelling, toestand of verandering van enige luchtvaartfaciliteit, -dienstverlening, -procedure of -gevaar, waarvan het noodzakelijk is dat personen die betrokken zijn bij de vluchtvoorbereiding en -uitvoering daarvan tijdig kennis nemen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga