Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 23 juni 2020, nr. 2878110, houdende de instelling van de Task Force Aanpak Mensenhandel (Instellingsbesluit Task Force Aanpak Mensenhandel 2020)

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. minister:

de minister van Justitie en Veiligheid;

b. staatssecretaris;

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid;

c. Task Force:

de Task Force Aanpak Mensenhandel.

Artikel 2

  • 1. Er is een Task Force Aanpak Mensenhandel.

  • 2. De Task Force levert een bijdrage aan het bereiken van de volgende doelen:

    • a. het tegengaan en voorkomen van alle vormen van uitbuiting, waaronder seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting en criminele uitbuiting;

    • b. het bevorderen van een integrale aanpak van mensenhandel;

    • c. het verbeteren van de positie van slachtoffers in Nederland.

Artikel 3

De Task Force heeft tot taak:

  • a. het bevorderen en doorontwikkelen van een integrale aanpak van mensenhandel, onder meer door het inhoudelijk volgen van een aantal voorbeeldzaken;

  • b. het committeren en verbinden van partners die daar op enige wijze een bijdrage aan kunnen leveren;

  • c. het signaleren van knelpunten en het oplossen dan wel het adresseren daarvan.

Artikel 4

In de Task Force nemen diverse partijen deel die betrokken zijn bij de problematiek van uitbuiting en mensenhandel en die een bijdrage kunnen leveren aan het voorkomen en aanpakken daarvan. De leden van de Task Force nemen deel met behoud van hun eigen verantwoordelijkheid en met oog voor de maatschappelijke noodzaak tot een gemeenschappelijke aanpak van uitbuiting en mensenhandel. De Task Force speelt daarbij een aanjagende rol.

Artikel 5

  • 1. De Task Force wordt opnieuw ingesteld voor een periode van drie jaar, tot 1 maart 2023.

  • 2. De Task Force evalueert zijn werkzaamheden voor 1 september 2022 en doet op basis hiervan aanbevelingen aan de minister en staatssecretaris over het functioneren en voortbestaan van de Task Force.

  • 3. Op basis van de evaluatie en aanbevelingen zullen de minister en de staatssecretaris bezien of voortbestaan van de Task Force gewenst is.

Artikel 6

De Task Force komt minimaal tweemaal per jaar bijeen.

Artikel 7

Tot lid van de Task Force worden benoemd:

  • a. Openbaar Ministerie, de voorzitter van het College van Procureurs-Generaal, tevens voorzitter;

  • b. Openbaar Ministerie, de landelijk officier van justitie;

  • c. Gemeente Utrecht, de burgemeester;

  • d. Jeugdzorg Nederland, een lid van het bestuur;

  • e. Immigratie- en naturalisatiedienst, de directeur Strategie en Uitvoeringsadvies;

  • f. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de directeur arbeidsverhoudingen;

  • g. Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de directeur arbeidsmarktfraude en opsporing;

  • h. Gemeente Amsterdam, de burgemeester;

  • i. Gemeente Alkmaar, de burgemeester;

  • j. Koninklijke Marechaussee (KMar), de directeur Operaties KMar;

  • k. Politie, de Programmadirecteur Migratiecriminaliteit;

  • l. Landelijk Informatie en Expertisecentrum (LIEC), het Hoofd LIEC;

  • m. Gemeente Den Haag, de burgemeester;

  • n. Gemeente Rotterdam, de directeur Veiligheid;

  • o. Ministerie van Justitie en Veiligheid, de directeur Rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding;

  • p. Ministerie van Buitenlandse Zaken, Directie Stabiliteit en Humanitaire hulp, het hoofd afdeling Migratie en Ontwikkeling;

  • q. Kamer van Koophandel, een lid van de Raad van Bestuur;

  • r. CoMensha, de directeur-bestuurder;

  • s. Rechtspraak, de voorzitter van het bestuur van de rechtbank Amsterdam;

  • t. Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel;

  • u. Strategisch overleg Mensenhandel, een vertegenwoordiger daarvan.

Artikel 8

De Task Force zal partners die niet structureel vertegenwoordigd zijn in de Task Force, waaronder zowel overheids- en zorgpartijen als het bedrijfsleven en de wetenschap, actief betrekken.

Artikel 9

De voorzitter voorziet in het secretariaat van de Task Force.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Task Force Aanpak Mensenhandel 2020.

Artikel 11

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2020.

  • 2. Dit besluit vervalt op 1 maart 2023.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 23 juni 2020

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

TOELICHTING

De Task Force Aanpak Mensenhandel is bij besluit van 27 februari 2008 opgericht om de integrale aanpak van mensenhandel te bevorderen. Het betrof een instelling voor een termijn van drie jaar. Sindsdien is de termijn van de Task Force telkens met drie jaar verlengd. De laatste verlenging dateert van maart 2017 en liep in maart 2020 af.

Binnen de integrale aanpak, die door de Task Force wordt gestimuleerd, werken de verschillende partijen, zowel publieke als private, steeds nauwer samen om signalen van mensenhandel beter te herkennen, slachtoffers betere ondersteuning te bieden en meer daders op te sporen en te vervolgen. De Task Force wordt voorgezeten door het Openbaar Ministerie en bestaat verder uit vertegenwoordigers van de in artikel 7 genoemde organisaties.

Het is van belang dat het werk van de Task Force wordt voortgezet. Mensenhandel is een vorm van criminaliteit die vaak onopgemerkt blijft als er geen gerichte aandacht voor is. Door personele wisselingen bij verschillende organisaties die betrokken zijn bij de aanpak van mensenhandel, is het van belang dat er continu gewerkt wordt aan kennisoverdracht om deze vorm van criminaliteit goed te kunnen bestrijden. Bovendien is het kenmerkend voor de georganiseerde criminaliteit dat deze zich steeds in nieuwe verschijningsvormen blijft voordoen. De Task Force kan een belangrijke rol vervullen in het in kaart brengen van deze nieuwe verschijningsvormen, in het agenderen van nieuwe knelpunten en het vinden van een adequaat antwoord op deze ontwikkelingen.

Met dit instellingsbesluit wordt de Task Force daarom opnieuw ingesteld voor een vijfde termijn van drie jaar, tot 1 maart 2023. Omdat de instellingstermijn van de Task Force in maart 2020 verlopen is, zal de Task Force met onderhavig besluit opnieuw worden ingesteld. Om dezelfde reden werkt dit besluit terug tot 1 maart 2020.

De Task Force zal zich in de komende periode blijven inzetten om de integrale aanpak van mensenhandel verder te ondersteunen en aan te jagen. Daarbij zal vooral ook gefocust blijven worden op de ontwikkeling van deze aanpak in de regio’s.

Als gevolg van de evaluatie van de vierde termijn van de Task Force, zijn de in artikel 2, tweede lid, genoemde doelen breder geformuleerd. Daarmee wordt benadrukt dat de Task Force een bijdrage levert aan het tegengaan en voorkomen van alle vormen van uitbuiting. Voorts is in artikel 3, onderdeel b, in aanvulling op het vorige Instellingsbesluit, nadrukkelijk bepaald dat de Task Force mede als taak heeft om partners die op enige wijze een bijdrage kunnen leveren, te committeren en te verbinden met elkaar. In die taak ligt een belangrijke functie voor de Task Force, zodat die taak nadrukkelijk in het Instellingsbesluit wordt neergelegd. Verder is uit de evaluatie gevolgd dat in de vijfde termijn sterker gericht zal worden op de bespreking van concrete casus en fenomenen. Elke bijeenkomst van de Task Force zal één centraal onderwerp hebben waarbij, al naar gelang het onderwerp, externe partners worden uitgenodigd om hun expertise met de leden te delen. Ten slotte is in afwijking van het vorige Instellingsbesluit de bijeenkomstfrequentie verlaagd naar minimaal tweemaal per jaar.

’s-Gravenhage, 23 juni 2020

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

Naar boven