Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 26 juni 2020, nr. MBO/24864383, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling voorziening leermiddelen voor deelnemers uit minimagezinnen in verband met verlenging van de regeling met een jaar

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 2.2.3, tweede en derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

ARTIKEL I

De Tijdelijke regeling voorziening leermiddelen voor deelnemers uit minimagezinnen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel d wordt ‘respectievelijk 2019–2020’ vervangen door ‘, 2019–2020 respectievelijk 2020–2021’.

B

In artikel 2 wordt ‘en 2019’ vervangen door ‘, 2019 en 2020’.

C

In artikel 5 wordt ‘en augustus 2019’ vervangen door ‘, augustus 2019 en augustus 2020’.

D

In artikel 6 wordt ‘respectievelijk 2019’ vervangen door ‘2019, respectievelijk 2020’.

E

Artikel 7a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Besteding en verantwoording van de aanvullende middelen na studiejaar 2016–2017

2.In het eerste lid wordt ‘en 2019–2020’ vervangen door ‘, 2019–2020 en 2020–2021’

3. In het tweede lid wordt ‘2019–2020’ vervangen door ‘2020–2021’.

F

In artikel 9, tweede lid, wordt ‘1 augustus 2020’ vervangen door ‘1 augustus 2021’

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

TOELICHTING

De Tijdelijke regeling voorziening leermiddelen voor deelnemers uit minimagezinnen (hierna: Tijdelijke regeling) wordt met één jaar verlengd. Per 1 augustus 2020 zou de Tijdelijke regeling opgaan in een structurele voorziening: het mbo-studentenfonds. Dit fonds is onderdeel van het wetsvoorstel versterken positie mbo-studenten1. Dit wetsvoorstel wordt op dit moment behandeld door de Eerste Kamer. Als gevolg van de maatregelen rondom de coronacrisis heeft de behandeling door de Eerste Kamer vertraging opgelopen. De tijd tot de beoogde inwerkingtreding op 1 augustus 2020 wordt te kort geacht voor mbo-instellingen om het studentenfonds op een verantwoorde wijze in te voeren.2 Daarom is gekozen voor verlenging van de Tijdelijke regeling met één jaar, waarna deze naar verwachting per 1 augustus 2021 zal worden vervangen door een structurele voorziening.

Uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets

DUO acht de regeling uitvoerbaar.

Vaste verandermomenten

Er wordt in deze wijzigingsregeling niet afgeweken van de vaste verandermomenten. Aan de minimale invoeringstermijn van twee maanden wordt niet voldaan. Omdat het voor studenten en hun ouders, die op grond van deze regeling in aanmerking kunnen komen voor een vergoeding, van belang is dat zij deze vergoeding al in het begin van het nieuwe studiejaar kunnen aanvragen en deze wijziging een verlenging bevat van de reeds bestaande regeling, is voor een korte invoeringstermijn gekozen.

Administratieve lastendruk

De verlenging van de Tijdelijke regeling is niet geselecteerd voor formele advisering door het Adviescollege toetsing regeldruk. Reden is dat het gaat om een verlenging van een tijdelijke regeling, waarvan de gevolgen reeds in 2016/2017 in kaart zijn gebracht. De verwachting is dat de verlenging geen veranderingen van de regeldruk tot gevolg zal hebben.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Kamerstukken I 2019/20, 35 252, A.

X Noot
2

Kamerstukken I 2019/20, 35 252, C, p. 1 en 2.

Naar boven