Realiseren van een uitrit aan de Westerlengte en Couwenhoekseweg. Instellen van een 30 km/h- en parkeerverbodszone op het Anna Maria van Cappellenpark. Twee maal instellen van éénrichtingsverkeer. Realiseren van een fietspad langs de Couwenhoekseweg met voorrangsregeling bij kruising met de Groenedijk en bij de inrit sportpark Couwenhoek. Aanpassen Couwenhoekpad tot fietspad tot aan de Groenedijk en voorrangsregeling bij de kruising met de Groenedijk. Paden door het park aanwijzen als voetpaden.
Het college van burgemeester en wethouders;
Op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 is het college van burgemeester en wethouders bevoegd verkeersbesluiten te nemen voor wegen in beheer van de gemeente Capelle aan den IJssel. Bij collegebesluit d.d. 11 oktober 2011, is deze bevoegdheid gemandateerd aan het hoofd van de afdeling Stadsontwikkeling, en onder gemandateerd aan het Unithoofd Ruimtelijke Ontwikkeling.
OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT:
Wettelijke grondslag
Krachtens artikel 15 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing van de in artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.
Doelstelling en motivering
Doelstelling;
Overeenkomstig artikel 2, eerste lid, sub. A t/m D, van de wegenverkeerswet 1994 dienen de maatregelen op het Anna Maria van Cappellenpark genomen te worden met als doel;
- A
Het verzekeren van de veiligheid op de weg;
- B
Het beschermen van weggebruikers en passagiers;
- C
Het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;
- D
Het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.
Motivering;
Overwegende dat:
- •
Het Anna Maria van Cappellenpark een nieuwe woonwijk is in gemeente Capelle aan den IJssel;
- •
De wegen van het Anna Maria van Cappellenpark in beheer zijn bij de gemeente Capelle aan den IJssel;
- •
Het Anna Marie van Cappellenpark een verblijfsgebied is waarin de auto een ondergeschikte rol speelt in verband met de leefbaarheid van de woonwijk;
- •
De straten in het Anna Maria van Cappellenpark ingericht zijn als erftoegangsweg;
- •
Het aantal parkeerplaatsen is afgestemd op het aantal woningen;
- •
Parkeren buiten de vakken negatieve gevolgen kan hebben op de leefbaarheid, de verkeersafwikkeling en de verkeersveiligheid in het Anna Maria van Cappellenpark;
- •
Het Anna Maria van Cappellenpark twee in-/ uitgangen heeft;
- •
Eén van deze in-/ uitgangen op de Westerlengte uitkomt en de andere in-/ uitgang uitkomt op de Couwenhoekseweg;
- •
De voorgenomen maatregelen een positieve bijdrage hebben op de leefbaarheid in het gebied in en rondom het Anna Maria van Cappellenpark.
Aansluiting Anna Maria van Cappellenpark op de Westerlengte:
- •
De Westerlengte een gebiedsontsluitingsweg is en het verkeer op deze weg voorrang dient te hebben ten opzichte van het Anna Maria van Cappellenpark;
- •
De voorrang geregeld kan worden door middel van een uitritconstructie;
- •
Met een uitritconstructie het verkeer vanaf het Anna Maria van Cappellenpark alle verkeer op de Westerlengte voor moet laten gaan.
Aansluiting Anna Maria van Cappellenpark op de Couwenhoekseweg:
- •
De Couwenhoekseweg een gebiedsontsluitingsweg is en het verkeer op deze weg voorrang dient te hebben ten opzichte van het Anna Maria van Cappellenpark;
- •
De voorrang geregeld kan worden door middel van een uitritconstructie;
- •
Met een uitritconstructie het verkeer vanaf het Anna Maria van Cappellenpark alle verkeer op de Couwenhoekseweg voor moet laten gaan.
Eénrichtingsverkeer:
- •
Op het gedeelte van het Anna Maria van Cappellenpark tussen huisnummers 44 en 80 een smal wegprofiel is gerealiseerd;
- •
Op het gedeelte van het Anna Maria van Cappellenpark tussen huisnummer 1 en 79 t/m 85 en ook tussen huisnummer 31 en 41 een smal wegprofiel is gerealiseerd;
- •
Door middel van éénrichtingsverkeer het verkeer wordt gedwongen de meest logische route de wijk uit te nemen;
- •
Fietsverkeer zich niet laat omleiden door middel van éénrichtingsverkeer;
- •
Het wegprofiel geschikt is voor éénrichtingsverkeer met fietsers in twee richtingen.
Fietspad langs Couwenhoekseweg:
- •
De Couwenhoekseweg een gebiedsontsluitingsweg is;
- •
Tussen de Groenedijk en de ingang van sportpark Couwenhoek op dit moment geen fietspaden of -stroken aanwezig zijn;
- •
Volgens de principes van Duurzaam Veilig langzaam verkeer en snel verkeer zo veel mogelijk gescheiden moet worden als het snelheidsverschil groot is;
- •
Er geen ruimte is aan de westzijde van de Couwenhoekseweg om een fietspad aan te leggen;
- •
Om deze reden dit fietspad aangelegd wordt als tweerichtingenfietspad aan de oostzijde van de Couwenhoekseweg;
- •
Hierbij de fietsers in de voorrang komen ten opzichte van het verkeer dat van het parkeerterrein van het sportpark afkomt;
- •
Fietsers die een dijk oprijden niet altijd even goed zichtbaar zijn voor het verkeer dat op de dijk rijdt;
- •
Om deze reden het wenselijk is om het fietsverkeer dat de Groenedijk oprijdt voorrang te laten verlenen aan het verkeer dat op de Groenedijk rijdt;
- •
Bij de twee andere noordelijke fietsaansluitingen op de Groenedijk/ Atolpad de voorrang ook is geregeld.
Couwenhoekpad:
- •
De nooduitgang van sportpark Couwenhoek in het verleden uit kwam op het Couwenhoekpad;
- •
Deze nooduitgang door de realisatie van het Anna Maria van Cappellenpark is komen te vervallen;
- •
Hierdoor het (brom)fietspad van het Couwenhoekpad door kan lopen tot aan de Groenedijk;
- •
(Brom)fietsers die een dijk oprijden niet altijd even goed zichtbaar zijn voor het verkeer dat op de dijk rijdt;
- •
Om deze reden het wenselijk is om het (brom)fietsverkeer dat de Groenedijk oprijdt voorrang te laten verlenen aan het verkeer dat op de Groenedijk rijdt;
- •
Bij de twee andere noordelijke fietsaansluitingen op de Groenedijk/ Atolpad de voorrang ook is geregeld.
Park ten westen van Anna Maria van Cappellenpark:
- •
Het recreatiepark van de nieuwe wijk ten westen van het Anna Maria van Cappellenpark ligt;
- •
De paden in het park te bereiken zijn via de trottoirs;
- •
De paden in het park voetpaden zijn;
- •
Fietsers via de rijbaan van de Anna Maria van Cappellenpark kunnen omfietsen;
- •
Eén pad direct op de rijbaan van het Anna Maria van Cappellenpark uitkomt;
- •
Dit pad aan de rijbaan voorzien moet worden van een verkeersbord.
Overleg;
Onderhavige verkeersmaatregel is besproken met de verkeersadviseur van Politie Eenheid Rotterdam, district Oost. Hiermee is voldaan aan het bepaalde in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.
Besluit;
Op grond van vorenstaande overwegingen besluiten burgemeester en wethouders:
- 1
Te bepalen, dat met het van kracht worden van dit besluit, eerdere verkeersmaatregelen in het onderhavige verkeersgebied komen te vervallen indien die met dit besluit in strijd zijn dan wel niet in overeenstemming zijn;
- 2
Het plaatsen van het verkeersbord A01-30E01zb (zone 30 en parkeerverbodszone) en A02-30E01ze (einde zone 30 en parkeerverbodszone) van Bijlage I van Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990 ter hoogte van de uitritconstructie van het Anna Maria van Cappellenpark aan de Westerlengte en ter hoogte van de aansluiting van het Anna Maria van Cappellenpark met de Couwenhoekseweg;
- 3
Eénrichtingsverkeer in te richten door: Het plaatsen van het verkeersbord C2 (éénrichtingsverkeer) van Bijlage I van Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990 in combinatie met onderbord OB52 op het Anna Maria van Cappellenpark ter hoogte van huisnummer 80 en huisnummer 33. Het plaatsen van het verkeersbord C3 (éénrichtingsverkeer) van Bijlage I van Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990 in combinatie met onderbord OB52 op het Anna Maria van Cappellenpark ter hoogte van huisnummer 32 en huisnummer 1. Het plaatsen van het verkeersbord C4 (éénrichtingsverkeer) van Bijlage I van Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990 in combinatie met onderbord OB52 op het Anna Maria van Cappellenpark ter hoogte van huisnummer 72;
- 4
Het fietspad tussen het sportpark Couwenhoek en de Groenedijk aan te wijzen als fietspad door het plaatsen van de verkeerborden G11(fietspad) van Bijlage I van Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990 in combinatie met het onderbord OB505 en G12 (einde fietspad) van Bijlage I van Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990;
- 5
Het fietsverkeer voorrang te geven op de aansluiting van sportpark Couwenhoek aan de Couwenhoekseweg door het plaatsen van het verkeersbord B6 (Voorrang verlenen) van Bijlage I van Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990 met onderbord OB503OB02 in combinatie met haaientanden op het wegdek;
- 6
Verkeer op de Groenedijk voorrang te geven op het fietsverkeer van de Couwenhoekseweg door het plaatsen van het verkeersbord B6 (Voorrang verlenen) van Bijlage I van Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990 in combinatie met haaientanden op het wegdek;
- 7
Het Couwenhoekpad aan te wijzen als (brom)fietspad door het plaatsen van de verkeerborden G12a ((brom)fietspad) en G12b (einde (brom)fietspad) van Bijlage I van Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990;
- 8
Verkeer op de Groenedijk voorrang te geven op het (brom)fietsverkeer van het Couwenhoekpad door het plaatsen van het verkeersbord B6 (Voorrang verlenen) van Bijlage I van Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990 in combinatie met haaientanden op het wegdek;
- 9
De paden van het park ten westen van het Anna Maria van Cappellenpark aan te wijzen als voetpad door het plaatsen van het verkeersbord G7 (voetpad) van Bijlage I van Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990;
- 10
De maatregelen uit te voeren zoals in het bijgevoegde bebordingsplan.
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Gerelateerd
Printen
Delen
