Call for proposals, NWO-Talentprogramma, Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Vidi 2020

Exacte en Natuurwetenschappen Sociale en Geesteswetenschappen

Toegepaste en Technische Wetenschappen Zorgonderzoek en Medische Wetenschappen

2020

Inhoud

1

Inleiding

1

 

1.1

Achtergrond

1

 

1.2

Beschikbaar budget

1

 

1.3

Geldigheidsduur call for proposals

2

2

Doel

2

 

2.1

Vidi-doelgroep

2

 

2.2

Stimulering vrouwelijke onderzoekers

2

 

2.3

Aspasia

2

 

2.4

Kennisbenutting

2

3

Richtlijnen voor aanvragers

3

 

3.1

Wie kan aanvragen

3

 

3.2

Wat kan aangevraagd worden

4

 

3.3

Wanneer kan aangevraagd worden

5

 

3.4

Het opstellen van de aanvraag

5

 

3.5

Specifieke subsidievoorwaarden

7

 

3.6

Het indienen van een aanvraag

9

4

Beoordelingsprocedure

10

 

4.1

Procedure

10

 

4.2

Criteria

12

5

Contact en overige informatie

13

 

5.1

Contact

13

 

5.2

Overzicht instellingen

14

1 Inleiding

1.1 Achtergrond

Vanaf 2020 vormt NWO de Vernieuwingsimpuls om naar het NWO-Talentprogramma. Het programma behelst drie subsidievormen (Veni, Vidi en Vici).

Elke subsidievorm kent één indienronde per jaar. Aanpassingen in de beoordelingsprocedures zijn mogelijk, mede naar aanleiding van tussentijdse evaluaties en/of onvoorziene ontwrichtende omstandigheden zoals de COVID-19-pandemie.

Elke subsidievorm heeft een afzonderlijke call for proposals. NWO is georganiseerd in vier domeinen:

  • Exacte en Natuurwetenschappen (ENW);

  • Sociale en Geesteswetenschappen (SGW);

  • Toegepaste en Technische Wetenschappen (TTW); en

  • Zorgonderzoek en Medische wetenschappen (ZonMw).

De Vidi-ronde 2020 kent vier loketten die corresponderen met de domeinen van NWO. Er is geen apart loket meer voor domeinoverschrijdende Vidi-aanvragen: deze worden vanaf de Vidi ronde 2019 binnen de domeinen beoordeeld.

Let op: indien een aanvrager twijfelt over welk domein het meest geschikt is voor indiening van de aanvraag, dan dient de aanvrager tijdig, voorafgaand aan het indienen van de aanvraag contact op te nemen met NWO.

1.2 Beschikbaar budget

Voor het gehele NWO-Talentprogramma is voor 2020 een totaalbudget beschikbaar van 150 miljoen euro.

1.3 Geldigheidsduur call for proposals

De deadline voor het indienen van aanvragen is 6 oktober 2020, om 14:00 uur CE(S)T.

2 Doel

Het doel van het NWO-Talentprogramma is het verstrekken van persoonsgerichte stimulering in verschillende carrièrefasen van getalenteerde, gepromoveerde onderzoekers1. Het scheppen van creatieve ruimte voor avontuurlijke, talentvolle, baanbrekende onderzoekers om onderzoek naar hun keuze te doen én het behouden van deze onderzoekers voor het wetenschappelijk onderzoek staan centraal in het NWO Talentprogramma. Met een persoonsgebonden subsidie kunnen onderzoekers een eigen vernieuwende onderzoekslijn ontwikkelen die een structurele inbedding kan krijgen binnen een onderzoeksinstelling.

2.1 Vidi-doelgroep

De Vidi-doelgroep bestaat uit excellente onderzoekers met een opvallend en origineel talent en een grote fascinatie voor het doen van uitdagend en grensverleggend onderzoek. De focus ligt daarbij op vernieuwend en nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek.

Gezien het doel van het programma is het evident dat kandidaten in staat moeten zijn zelfstandig onderzoek te formuleren en uit te voeren. Dat betekent dat de kandidaten hun kunde op het vakgebied al op een of andere wijze hebben bewezen. De kandidaten hebben na hun promotie al een aantal jaren onderzoek verricht en hebben daarbij aangetoond vernieuwende ideeën te genereren en succesvol zelfstandig tot ontwikkeling te kunnen brengen.

Ook onderzoekers werkzaam bij een buitenlandse instelling mogen een aanvraag indienen. Het te financieren project dient aan een Nederlandse, door NWO erkende instelling te worden uitgevoerd.

De Vidi-subsidie is bedoeld voor de beste 10 tot 20% onderzoekers van hun populatie, ongeacht hun nationaliteit en onderwerp van onderzoek. Van hen wordt verwacht dat zij ook anderen van de originaliteit en de potentie van hun ideeën weten te overtuigen.

2.2 Stimulering vrouwelijke onderzoekers

We nodigen vrouwelijke onderzoekers nadrukkelijk uit om voorstellen in te dienen. De vertegenwoordiging en doorstroom van vrouwen in de wetenschap loopt helaas sterk achter bij die van mannen. NWO en het Ministerie van OCW spannen zich gezamenlijk met de KNAW, VSNU en Nederlandse universiteiten in om dit te doorbreken, zodat het percentage vrouwelijke aanvragers uiteindelijk ten minste gelijk is aan het percentage vrouwelijke onderzoekers in de doelgroep.

NWO streeft ernaar dat de honoreringspercentages voor vrouwelijke aanvragers gemiddeld en in meerjarig perspectief ten minste gelijk zullen zijn aan die van mannelijke aanvragers. Bij gelijke geschiktheid van twee of meer aanvragen wordt de voorkeur gegeven aan het voorstel van een vrouwelijke aanvrager.

2.3 Aspasia

De Aspasia-premieregeling is gekoppeld aan de Vidi- en Vici-ronde van het NWO-Talentprogramma. Via deze regeling worden premies (à 40.000 euro) beschikbaar gesteld aan Colleges van Bestuur die vrouwelijke Vidi-laureaten binnen een jaar na de toekenning bevorderen tot universitair hoofddocent of hoogleraar.

Aspasia staat ook open voor vrouwelijke aanvragers die in de interviewfase als zeer goed tot excellent zijn gekwalificeerd maar die geen subsidie hebben ontvangen. Voor bevordering van deze aanvragers ontvangen Colleges van Bestuur een premie van 120.000 euro. De specifieke voorwaarden voor de premieverlening staan op Aspasia.Na de toekenning van financiering in het kader van Vidi neemt NWO contact op met de kandidaten die voor een Aspasia-premie in aanmerking komen. Kandidaten die al respectievelijk uhd of hoogleraar zijn worden niet benaderd. Als de kandidaat daarmee instemt, draagt NWO haar voor bevordering voor bij haar College van Bestuur.

2.4 Kennisbenutting

Sinds 2009 zet NWO in op concreet beleid dat de overdracht van kennis die gegenereerd is met behulp van NWO-financiering moet stimuleren. Deze overdracht kan zowel naar andere wetenschappelijke disciplines als naar gebruikers buiten de wetenschap (bedrijfsleven/maatschappij) plaatsvinden. Het kennisbenuttingsbeleid is met name gericht op het vergroten van de bewustwording bij onderzoekers ten aanzien van kennisbenutting. NWO vraagt daarom van alle onderzoekers die in aanmerking willen komen voor financiering om met behulp van een aantal vragen (bijvoorbeeld: hoe zal kennisbenutting geïmplementeerd worden en hoe beoogt de onderzoeker kennisbenutting te bevorderen?) een toelichting te geven op de mogelijke kennisbenutting van hun project. Deze toelichting wordt meegewogen in de beoordeling.

Bij de beoordeling wordt onder andere gelet op:

  • een realistische weergave van kennisbenuttingsmogelijkheden (of het gebrek aan mogelijkheden),

  • de mate van concretisering van het plan van aanpak omtrent kennisbenutting.

NWO realiseert zich dat de mogelijkheden voor kennisbenutting per discipline verschillen en dat binnen sommige onderzoeksprojecten weinig tot geen (directe) kennisbenutting kan worden toegepast. In dit geval dient een aanvrager uit te leggen waarom kennisbenutting voor zijn of haar project niet te verwachten is. De beoordelaars wordt gevraagd om deze toelichting alsnog te beoordelen: als zij ervan overtuigd zijn dat het onderzoeksproject inderdaad geen kennisbenuttingsmogelijkheden heeft en de aanvrager dit naar tevredenheid heeft toegelicht, dan dient de algehele beoordelingsscore hierdoor niet negatief beïnvloed te worden.

Voor meer informatie over het NWO beleid inzake kennisbenutting, zie NWO Kennisbenutting.

Bij het doordenken van de potentie voor kennisbenutting kan de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) een bron van inspiratie zijn: de NWA-routes kunnen onderzoekers inspireren en helpen om het potentiële belang van hun onderzoek voor andere wetenschappelijke disciplines alsook voor de samenleving te duiden en daar invulling aan te geven.

Het online NWA-boek en het Portfolio voor onderzoek en innovatie zijn beide zowel in het Nederlands als in het Engels beschikbaar via: http://www.wetenschapsagenda.nl/publicaties.De Digitale agenda met alle vragen kunt u raadplegen via vragen.wetenschapsagenda.nl(alleen in het Nederlands).

3 Richtlijnen voor aanvragers

3.1 Wie kan aanvragen

Aanvragen kunnen worden ingediend door gepromoveerde onderzoekers met of zonder vast dienstverband, afkomstig uit binnen- of buitenland. De aanstelling vindt plaats bij een van de ontvangende onderzoeksinstellingen (zie paragraaf 5.2). NWO vraagt kandidaten om een 'inbeddingsgarantie' (zie paragraaf 3.5.1).

3.1.1 Indientermijn

Kandidaten die een Vidi-aanvraag willen indienen, kunnen dit vanaf drie jaar tot maximaal acht jaar na hun promotie doen2. De Vidi-ronde 2020 staat open voor onderzoekers die op 1 oktober 2020 maximaal acht jaar geleden gepromoveerd zijn.

3.1.2 Extensieregeling

Het is mogelijk om verlenging te krijgen van de gestelde grenzen aan het aantal jaren na de promotie. De genoemde maximumtermijn kan door NWO worden verlengd als er sprake is van langdurig verlof in verband met ziekte, ouderschap, zwangerschap, of opleiding tot klinisch specialist. Om verlenging aan te vragen dient de aanvrager vóór indiening altijd contact op te nemen met de coördinator van het NWO- Talentprogramma (talent@nwo.nl). Een verzoek voor verlenging wordt alleen in behandeling genomen indien de vereiste formele documenten zijn bijgevoegd.

Ouders die extensie willen aanvragen op grond van het dragen van zorg voor een kind dienen bij het extensieverzoek een scan van het ingevulde en ondertekende formulier ouderverklaring mee te sturen. Hierin verklaart de aanvrager dat het kind/de kinderen deel uitmaakt/uitmaken van de eigen huishouding.

De door NWO toe te kennen verlenging aan een aanvrager bedraagt maximaal vijf jaar.

Nadere informatie over deze extensieregeling wordt verstrekt in lijst met veelgestelde vragen (FAQ).

3.1.3 Tegemoetkomingsregeling kindverlof

In deze subsidieronde kan door aanvragers gebruik worden gemaakt van de NWO Tegemoetkomingsregeling kindverlof.Deze regeling is te vinden op de NWO-website.Wilt u gebruik maken van de tegemoetkomingsregeling, dan kunt u hiervoor per e-mail een verzoek indienen bij de desbetreffende programmasecretaris van uw ronde en/of panel.

3.1.4 Aanvullende voorwaarden

Voor de beoordeling van de aanvragen gelden verder de volgende aanvullende voorwaarden:

  • a. Aanvragen worden gedaan door individuele onderzoekers (niet door duo’s of (onderzoeks-)groepen).

  • b. Een kandidaat mag:

    • maximaal één aanvraag indienen in de Vidi-ronde 2020;

    • niet voor meerdere subsidievormen tegelijkertijd binnen het NWO-Talentprogramma het aanvraagproces doorlopen;

    • voor Vidi maximaal twee keer een aanvraag indienen.

    • Indien een in behandeling genomen aanvraag tijdens het beoordelingsproces wordt ingetrokken door de aanvrager, telt deze indiening mee voor het maximum aantal indieningen per aanvrager.

  • c. Onderzoekers die eerder een aanvraag gehonoreerd zagen in een bepaalde subsidievorm binnen de Vernieuwingsimpuls mogen daarna voor diezelfde subsidievorm niet opnieuw indienen.

  • d. Een onderzoeker mag maximaal 24 maanden voor de geplande einddatum van een lopende Vernieuwingsimpuls subsidie een aanvraag voor een volgende subsidievorm binnen het NWO- Talentprogramma indienen.

3.1.5 Instellingen

Als begunstigde kennisinstellingen kunnen fungeren de universiteiten in het Koninkrijk der Nederlanden met een onderzoekstaakstelling, de KNAW- en NWO-instituten, en een aantal andere kennisinstellingen.

3.2 Wat kan aangevraagd worden

Voor een Vidi-project is financiering beschikbaar van maximaal 800.000 euro voor een periode van vijf jaar. Als het voorgestelde onderzoek korter van duur (in maanden) is, wordt dit maximum bedrag evenredig teruggebracht.

De bij de aanvraag in te dienen begroting wordt gebaseerd op de voor het onderzoek subsidiabele directe personeelskosten en directe materiële kosten. Bij de personeelskosten wordt uitgegaan van de werkelijke brutosalarissen en de opslagen opgenomen in het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek (www.nwo.nl/salaristabellen), met uitzondering van de indexering en einde-projectvergoeding. Voor de bepaling van de hoogte van deze opslagen voor de Vidi-ronde 2020 gelden de normpercentages uit het Akkoord.

Vergoedingen voor promotiestudenten/beursalen aan een Nederlandse universiteit komen niet in aanmerking voor subsidie van NWO.

Binnen de subsidie kan een aanvrager maximaal 25 procent van de Vidi aanstelling besteden aan algemene wetenschappelijke werkzaamheden, zoals onderwijs, bestuur en/of beheer. Ten minste 75 procent van de Vidi aanstelling moet daadwerkelijk besteed worden aan het Vidi-onderzoek.

De directe materiële kosten bestaan uit de algemene materiële kosten, kosten voor kennisoverdracht en kennisbenutting en kosten voor internationalisering. Niet voor vergoeding in aanmerking komen de kosten voor basisvoorzieningen binnen de instelling (bijvoorbeeld laptop, kantoormeubilair etc.) en onderhouds- en verzekeringskosten en andere overhead.

De ingediende begroting wordt door NWO getoetst. In het geval dat de ingediende begroting het bedrag van de maximale subsidie overschrijdt, dient de kennisinstelling of een derde partij (co-financier) bij indiening van de aanvraag een garantie af te geven dat zij de overschrijding van het subsidiebedrag dat bij NWO is aangevraagd voor haar rekening neemt. Deze garantstelling wordt getekend door de instituutsmanager/decaan of een andere persoon die tekenbevoegd is.

Voor meer toelichting en informatie over subsidiabele kosten, zie het document ‘Richtlijnen en verantwoording’ op de financieringspagina van de Vidi.

3.3 Wanneer kan aangevraagd worden

Maatregelen Vidi-ronde 2020

Voor de aankomende Vidi-ronde van 2020 met een uiterste indiendatum van dinsdag 6 oktober 2020 om 14:00 uur (MET/CEST) heeft NWO de volgende maatregelen vastgesteld:

Aansluiting ronde 2019 op ronde 2020 bij afwijzing in interviewronde

Voor kandidaten die binnen de Vidi-ronde 2019 die na het interview zijn afgewezen, willen indienen in de ronde 2020 en nog een indienkans hebben geldt als deadline voor het indienen van een Vidi-aanvraag dinsdag 1 december 2020, om 14.00 uur (MET/CEST). Zij dienen dit uiterlijk 9 oktober kenbaar te maken aan het domein waar zal worden ingediend.

Kandidaten 2020 mogen indienkansen behouden voor 2021

Vidi-kandidaten die van plan waren om in de ronde 2020 mee te doen maar daar door de uitzonderlijke coronaomstandigheden vanaf (moeten) zien, behouden de kans(en) die zij hebben om nog in te dienen wanneer zij dat uiterlijk dinsdag 8 september gemotiveerd kenbaar maken aan talent@nwo.nl. Deze éénmalige maatregel is van toepassing voor de kandidaten waarvoor de ronde 2020 de laatste of een-na- laatste indienmogelijkheid zou zijn. Kandidaten waarvoor 2020 hun laatste indienjaar was krijgen in dat geval toegang tot de ronde 2021. Kandidaten die nog twee indienkansen hebben en waarvoor 2021 het laatste indienjaar zou zijn, krijgen dan toegang tot de rondes 2021 en 2022.

In het kader van deze éénmalige regeling kunnen onderzoekers een gemotiveerd verzoek indienen bij NWO om toegang te krijgen tot de ronde van 2021, bijvoorbeeld omdat ze in tijdnood komen door de thuiswerksituatie, de lockdown van universitaire instellingen, klinische taken gerelateerd aan het coronavirus of wegens besmetting met het coronavirus. Voorwaarde is dat onderzoekers nog in zouden mogen dienen bij de 2020 ronde. Dat betekent dat zij in elk geval voldoen aan de voorwaarde(n):

  • Op 1 oktober 2020 niet langer dan 8 jaar geleden gepromoveerd moeten zijn;

  • En nog een of twee indienkansen hebben

De geldende extensieregeling gaat onverminderd op. Onderzoekers worden gevraagd in te gaan op de omstandigheden die buiten hun invloedsfeer liggen (zoals bijvoorbeeld zorgtaken, geen toegang tot onderzoeksfaciliteit etc.) waardoor zij substantiële hinder ondervonden/ondervinden in het voorbereiden van een Vidi-aanvraag voor de ronde 2020. Daarnaast biedt NWO aan alle aanvragers in het Talentprogramma (zowel in Vidi-ronde 2020 als in alle toekomstige Talentlijn rondes) ruimte in het aanvraagformulier om toelichting te geven op omstandigheden die tot verminderde productiviteit hebben geleid.

Wat betekent dit voor u als aanvrager?

  • Was uw laatste indienkans ronde 2019? Dan is er helaas geen regeling mogelijk.

  • Is uw laatste indienkans in de ronde 2020?

    Indienen in 2021 mogelijk door middel van gemotiveerd verzoek aan talent@nwo.nlvóór 8 september 2020. Kandidaat ziet in dat geval af van indienen in 2020.

  • Is uw laatste indienkans in de ronde 2021?

    Mogelijkheid tot indienen in 2021 en 2022 door middel van gemotiveerd verzoek aan talent@nwo.nlvoor 8 september 2020. Dit is alleen mogelijk wanneer de aanvrager niet eerder heeft ingediend binnen de Vidi.

3.4 Het opstellen van de aanvraag

Het aanvraagformulier en het formulier voor de verplichte inbeddingsgarantie voor de Vidi-call 2020 staat ten minste twee maanden voor de deadline op de NWO-website (www.nwo.nl/talent).

  • Download het aanvraagformulier en het formulier voor de verplichte inbeddingsgarantie vanuit het online aanvraagsysteem ISAAC of vanaf de website van NWO (onderaan de domein-webpagina van het betreffende financieringsinstrument).

  • Vul het aanvraagformulier in.

  • Vul het inbeddingsgarantieformulier na het gesprek met de instelling in, laat het door de decaan ondertekenen en maak een scan van het document. Sla het formulier op als pdf en upload het in ISAAC (www.isaac.nwo.nl);

  • Vul uw ISAAC of ZonMw account aan met actuele contactgegevens (telefoonnummers en emailadres);

  • Sla de formulieren op als pdf documenten en upload ze los van elkaar in ISAAC (www.isaac.nwo.nl) of voor aanvragen in de medische wetenschappen (ZonMw) in Mijn ZonMw (mijn.zonmw.nl)

De Vidi aanvraag dient in het Engels te worden geschreven en bevat een:

  • beschrijving van het onderzoeksvoorstel (maximaal 4000 woorden; inclusief verwijzingen naar de literatuurlijst);

  • ingevulde paragraaf kennisbenutting (maximaal 1000 woorden);

  • datamanagementparagraaf;

  • kostenbegroting;

  • een narratief curriculum vitae van de aanvrager, bestaande uit een beschrijving van het academisch profiel (maximaal 1000 woorden) en de key output (maximaal 10) items 3

Aanvragers dienen tegelijk met de aanvraag de ingevulde en door de decaan ondertekende inbeddingsgarantie (zie ook paragraaf 3.5.1) te uploaden.

Richtlijn voor het gebruik van kwaliteitsindicatoren

In de motivatie voor de keuze van de output kan men verwijzen naar bepaalde kwaliteitsindicatoren, maar niet naar aanvullende output. De richtlijn voor het gebruik van indicatoren luidt als volgt: Alle typen kwaliteitsindicatoren mogen genoemd worden, zolang ze betrekking hebben op slechts één output item.

Zowel kwantitatieve als kwalitatieve indicatoren die aan deze richtlijn voldoen zijn toegestaan. Zo mag bijvoorbeeld het aantal keer dat een dataset is gedownload worden genoemd, of de impact op beleid van een bepaald artikel worden vermeld. NWO stimuleert het noemen van meerdere indicatoren van kwaliteit per output, dus bijvoorbeeld de toepassing van de gepresenteerde resultaten in de praktijk én een sentimentanalyse van de citaties of het aantal citaties van die ene output. Het is dus mogelijk om te vermelden dat een artikel uitzonderlijk vaak geciteerd is of tot verandering in tekstboeken heeft geleid, maar bijvoorbeeld ook dat deze samenwerking heeft geleid tot een succesvolle H2020-aanvraag. Aanvragers worden verzocht om toe te lichten waarom de gekozen indicatoren relevant zijn; hoe bieden de gekozen indicatoren in dit specifieke geval inzicht in de kwaliteit van het werk en/of de aanvrager?

Alle indicatoren die niet aan de bovenstaande richtlijn voldoen zijn uitgesloten. Dit betekent onder meer dat journal impact factors (JIF) niet genoemd mogen worden, noch enige andere indicator die verwijst naar een tijdschrift, uitgever of publicatieplatform. Deze regel geldt niet alleen voor kwantitatieve indicatoren, maar ook voor kwalitatieve beschrijvingen van reputatie. Zo mogen termen zoals ‘top-journal’ en ‘high quality university press’ niet gebruikt worden. Ook H-indexen, optellingen en gemiddelden van bijvoorbeeld citaties mogen niet genoemd worden. Deze indicatoren verwijzen immers niet (alleen) naar de specifieke output.

3.5 Specifieke subsidievoorwaarden

Op alle aanvragen zijn de NWO-subsidieregeling 2017en het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoekvan toepassing.

Open Access

Als ondertekenaar van de Berlin Declaration on Open Access to Knowlegde in the Sciences and Humanities (2003) zet NWO zich in om de resultaten van wetenschappelijk onderzoek dat door NWO gefinancierd wordt vrij toegankelijk te maken via internet (open access). Daarmee geeft NWO invulling aan het beleid van de Nederlandse regering om al het publiek gefinancierde onderzoek open access te maken. Alle wetenschappelijke publicaties van onderzoek dat is gefinancierd op basis van toekenningen voortvloeiend uit deze call for proposals dienen daarom onmiddellijk (op het moment van publicatie) open access beschikbaar te zijn.

NWO accepteert daarbij verschillende routes:

  • publicatie in een open access tijdschrift,

  • deponeren van een versie van het artikel in een repository of

  • publicatie in een hybride tijdschrift waarover de VSNU overeenkomsten heeft gemaakt met uitgevers. Zie daarover https://www.openaccess.nl/.

Kosten kunnen worden meegenomen in de begroting van de projectaanvraag als onderdeel van de module ‘materieel krediet’. Dit budget is bedoeld voor projectgebonden uitvoeringskosten. Er kan tot maximaal

15.000 euro per jaar per wetenschappelijke positie worden aangevraagd. Binnen dit budget kan uitsluitend publicatie via (full gold) open access worden vergoed. Niet voor hybride tijdschriften.

Deze voorwaarden geldt voor alle vormen van wetenschappelijke publicaties voortkomend uit deze call for proposals. Onder publicaties worden zowel (peer reviewed) artikelen als boeken (monografieën, edited volumes, proceedings en hoofdstukken) verstaan. Voor een nadere toelichting op het open access beleid van NWO zie: www.nwo.nl/openscience.

Datamanagement

Resultaten van wetenschappelijk onderzoek moeten kunnen worden gerepliceerd, geverifieerd en gefalsifieerd. In het digitale tijdperk betekent dit dat behalve publicaties ook onderzoeksdata zo veel mogelijk vrij toegankelijk moeten zijn. NWO verwacht dat de onderzoeksdata die voortkomen uit projecten die door NWO zijn gefinancierd zo veel mogelijk vrij beschikbaar komen voor hergebruik door andere onderzoekers. NWO hanteert daarbij het principe: “zo open als mogelijk, beschermd indien nodig”. Van onderzoekers wordt verwacht dat zij ten minste die data en/of niet-numerieke resultaten die ten grondslag liggen aan de conclusies van binnen het project gepubliceerde werken openbaar maken, gelijktijdig met de publicatie zelf. Eventuele kosten die hiervoor worden gemaakt, kunnen worden meegenomen in de projectbegroting. Onderzoekers maken kenbaar hoe met data voortkomend uit het project wordt omgegaan middels de datamanagementparagraaf in de onderzoeksaanvraag, en het datamanagementplan na honorering.

1. Datamanagementparagraaf

De datamanagementparagraaf maakt deel uit van de onderzoeksaanvraag. Onderzoekers worden dus gevraagd reeds voor aanvang van het onderzoek te bedenken hoe de verzamelde data geordend en gecategoriseerd moeten worden zodat zij vrij beschikbaar kunnen worden gesteld. Vaak zullen al vóór het tot stand komen van de data en de analyse daarvan maatregelen getroffen moeten worden om opslag en deling later mogelijk te maken. Indien niet alle data voortkomende uit het project openbaar gemaakt kunnen worden, bijvoorbeeld om redenen van privacy, ethiek of valorisatie, dient de aanvrager dit beargumenteerd kenbaar te maken in de datamanagementparagraaf.

2. Datamanagementplan

Na honorering van een aanvraag dient de onderzoeker de datamanagementparagraaf uit te werken tot een datamanagementplan. De onderzoeker beschrijft in het plan of gebruik gemaakt wordt van bestaande data of dat het om een nieuwe dataverzameling gaat en hoe de dataverzameling dan FAIR: vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar gemaakt wordt. Het datamanagementplan dient voor indiening te zijn afgestemd met een data steward of vergelijkbare functionaris van de kennisinstelling waar het onderzoek wordt uitgevoerd. Uiterlijk 4 maanden na honorering van de aanvraag moet dat plan via ISAAC zijn ingediend bij NWO. NWO keurt het plan zo snel mogelijk goed. Goedkeuring van het datamanagementplan door NWO is voorwaarde voor de subsidieverlening. Het plan kan tijdens het onderzoek worden bijgesteld.

Meer informatie over het datamanagementprotocol van NWO staat op: www.nwo.nl/datamanagement.

Nagoya Protocol

Het Nagoya Protocol is op 12 oktober 2014 van kracht gegaan en zorgt voor een eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit het gebruik van genetische rijkdommen (Access and Benefit Sharing; ABS). Onderzoekers die voor hun onderzoek gebruikmaken van genetische bronnen in/uit het buitenland dienen zich op de hoogte te stellen van het Nagoya Protocol (www.absfocalpoint.nl). NWO gaat er vanuit dat zij de noodzakelijke acties ten aanzien van het Nagoya Protocol nemen.

Verdeling van IE-rechten

Voor het maken van afspraken over intellectuele eigendomsrechten (IE-rechten) en publicatie (IE&P) geldt het volgende: voor projecten die gehonoreerd worden door SGW, ZonMw en ENW heeft projectleider de regie over de verdeling van de IE-rechten op de projectresultaten.

NWO-domein TTW neemt het voortouw in onderhandelingen over de IE & publicatie-afspraken. Na honorering ontvangt de gebruiker die bijdraagt aan het project een brief waarin NWO-domein TTW de gebruiker informeert over de honorering van het project aan de kennisinstelling. Daarnaast verzoekt NWO- domein TTW de gebruiker om de brief voor akkoord te ondertekenen als (her)bevestiging van deelname en bijdrage aan het project. Zie de brochure ‘Richtlijnen Gebruikerscommissie NWO-domein TTW 2017’ op https://www.nwo.nl/over-nwo/organisatie/nwo-onderdelen/ttw/aanvrager

De NWO voorwaarden ter zake van de IE-rechten alsmede van de publicatieprocedure staan vermeld in hoofdstuk 4 van de NWO Subsidieregeling 2017.

Gebruikerscommissies

Om te bevorderen dat de kennis uit het onderzoek ook daadwerkelijk en effectief aan gebruikers wordt overgedragen stelt het NWO-domein TTW, voor projecten die bij TTW in beheer zijn, in overleg met de projectleider na verlening van de subsidie een gebruikerscommissie in als bedoeld in artikel 3.3.2a van de NWO Subsidieregeling 2017. De hoofdtaak van de gebruikerscommissie is de projectleider te adviseren over de richting van het project met als doel de toepassing van de onderzoeksresultaten te maximaliseren. De taak en de werkwijze van de gebruikerscommissie zijn opgenomen in de “Richtlijnen TTW Gebruikerscommissie”. Toetreding tot een gebruikerscommissie gebeurt op uitnodiging van het NWO- domein TTW. Door deelname aan een gebruikerscommissie committeren de leden zich aan de “Richtlijnen TTW gebruikerscommissie”. Deelname aan de gebruikerscommissie mag in de projectbegroting niet worden opgevoerd als cofinanciering.

3.5.1 Inbeddingsgarantie

Met ingang van de Vidi-ronde 2018 vraagt NWO kandidaten om een ‘inbeddingsgarantie’. Onderzoekers kunnen alleen nog met steun van hun beoogde onderzoeksinstelling een aanvraag voor een Vidi-subsidie indienen. Het indienen van een inbeddingsgarantie is een ontvankelijkheidscriterium.

De inbeddingsgarantie dient te worden vastgelegd in het daartoe opgestelde Vidi- inbeddingsgarantieformulier. De ingevulde en door de decaan ondertekende inbeddingsgarantie dient tegelijk met het indienen van uw aanvraag als bijlage geüpload te worden in het elektronische indiensysteem.

Keuze instelling

De kandidaat is vrij om de instelling te kiezen waar hij/zij het onderzoek gaat uitvoeren, maar de inbedding binnen de instelling dient middels ondertekening van het Vidi-inbeddingsformulier geregeld te zijn vóór de indiening van de aanvraag. Met de inbeddingsgarantie geeft de instelling van uitvoering de garantie dat de kandidaat bij honorering een vaste positie of een Tenure Track positie met zicht op een vaste positie verkrijgt. Indien de kandidaat al een Tenure Track positie heeft, garandeert de instelling van uitvoering dat deze positie voortduurt voor de periode van uitvoering van het Vidi project of, indien de Tenure Track tijdens de loopduur van het project afloopt, overgaat in een vaste positie. In overleg met de onderzoeksinstelling in Nederland waar de kandidaat in dienst zal treden, is het mogelijk een deel van het onderzoek in het buitenland uit te voeren. De inbedding van het onderzoek van de kandidaat bij een instelling kan in de beoordeling aan de orde komen.

Afstemming

In alle gevallen en voorafgaand aan de indiening van de Vidi-aanvraag is afstemming in een gesprek tussen de kandidaat en de ontvangende instelling ten aanzien van de inbedding van het voorgestelde onderzoek vereist. De informatie in het Vidi-inbeddingsformulier zal géén invloed hebben op het selectieproces.

Aanstelling

De aanstelling bij en afstemming met de instelling dient altijd uitgewerkt en geregeld te zijn voordat NWO de subsidie daadwerkelijk uitkeert. Hiervoor sluit de onderzoeker een overeenkomst af met het (college van) bestuur van de instelling.

3.5.2 Ethische aspecten

Voor het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek is het belangrijk dat onderzoeksvoorstellen die ethische vragen kunnen oproepen zorgvuldig worden behandeld. Voor bepaalde onderzoeksprojecten is een goedkeurende verklaring van een erkende medisch ethische toetsingscommissie (METC) of een Centrale Commissie Dierproeven (CCD) nodig. Daarnaast is voor bepaalde onderzoeksvoorstellen een vergunning nodig op grond van de Wet Bevolkingsonderzoek (WBO). Meer informatie over de METC is beschikbaar bij de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO). Bij de Nederlandse Vereniging voor Dierexperimentencommissies (NVDEC) is informatie over CCD beschikbaar. Bij o.a. de Gezondheidsraad is informatie over de WBO beschikbaar.

Een Vidi-aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het nagaan of het onderzoeksvoorstel ethische vragen op kan roepen en voor het verkrijgen van een goedkeurende verklaring van de juiste ethische commissie(s) en/of het verkrijgen van een vergunning op grond van de WBO, of gelijksoortige organisatie(s).

NWO onderschrijft de code Openheid Dierproeven en de code Biosecurity. Voor Vidi-aanvragen geldt dat de aanvragers deze bestaande codes moeten onderschrijven en naleven.

Een Vidi-project dient binnen zes maanden na toekenning te starten. Een onderzoeksproject kan pas starten als NWO (indien nodig) een kopie van de goedkeurende ethische verklaring en/of vergunning WBO ontvangen heeft. NWO verwacht dat de aanvragers rekening houden met het tijdpad van de Vidi beoordeling en de tijd die nodig is voor de toetsing door een ethische commissie of de aanvraag voor een WBO vergunning. Voor complexe vragen op het gebied van ethische vraagstukken, behoudt NWO zich het recht voor een externe adviseur te raadplegen.

3.5.3 Wetenschappelijke integriteit

Het onderzoek dat NWO financiert moet, conform de NWO Subsidieregeling 2017, uitgevoerd worden in overeenstemming met de nationaal en internationaal aanvaarde normen van wetenschappelijk handelen zoals neergelegd in de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit (2018). Met het indienen van de aanvraag committeert de aanvrager zich aan deze code. In geval van (mogelijke) schending van voornoemde normen bij een door NWO gefinancierd onderzoek, dient de aanvrager NWO hiervan onverwijld op de hoogte te stellen en dient deze alle ter zake relevante documenten aan NWO te overleggen. Meer informatie over de gedragscode en het beleid op het gebied van wetenschappelijke integriteit vindt u op de website: www.nwo.nl/integriteit.

3.6 Het indienen van een aanvraag

Het indienen van een aanvraag kan alleen via het online aanvraagsysteem ISAAC. Aanvragen voor de domeinen ENW, SGW en TTW, die niet via ISAAC zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen. Aanvragen bij het domein ZonMw kunnen uitsluitend ingediend worden via het aanvraagsysteem Mijn ZonMw (https://mijn.zonmw.nl). Aanvragen voor ZonMw, die niet via Mijn ZonMw zijn ingediend worden niet in behandeling genomen.

Aanvragers zijn verplicht hun aanvraag via hun eigen ISAAC/Mijn ZonMw-account in te dienen. Indien een aanvrager nog geen ISAAC/Mijn ZonMw-account heeft, dient de aanvrager minimaal enkele dagen voor het indienen een account aan te maken. Dit om eventuele aanmeldproblemen op tijd te kunnen verhelpen.

Indien de aanvrager al een account bij NWO heeft, hoeft deze geen nieuw account aan te maken om een nieuwe aanvraag in te dienen.

Bij het indienen van uw aanvraag in ISAAC/Mijn ZonMw dient u online enkele aanvullende gegevens in te voeren. Begin daarom ten minste enkele dagen vóór de deadline(s) van deze call for proposals met het indienen van uw aanvraag. Aanvragen die na de deadline zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen.

Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de ISAAC/Mijn ZonMw helpdesk, zie paragraaf 5.1.2.

Keuze NWO-onderdeel

NWO werkt met vier domeinen: Exacte- en Natuurwetenschappen (ENW), Sociale en Geesteswetenschappen (SGW), Toegepaste Technische Wetenschappen (TTW), en ZonMw (Zorgonderzoek en Medische wetenschappen).

Vidi-kandidaten dienen hun aanvraag ter behandeling in bij één domein. Indien het onderzoek domeinoverschrijdend van aard is, moet de aanvrager het domein kiezen dat het best bij de aanvraag past. Vanaf de Vidi ronde 2019 worden alle aanvragen binnen één van de domeinen beoordeeld.

Let op: NWO raadt aanvragers aan om tijdig na te denken over welk domein het meest geschikt is als indienloket voor de betreffende aanvraag. Indien u voor het indienen van uw aanvraag twijfelt tussen domeinen raden we u dringend aan contact op te nemen met NWO en met de domeinen waartussen u twijfelt. NWO kan mogelijk een advies geven binnen welk domein de aanvraag het best kan worden behandeld; de aanvrager maakt zelf op dit punt de definitieve keuze. Zie hiervoor de contact gegevens van de domeinen.

Indien, na indiening van een aanvraag, het secretariaat van een NWO-domein van mening is dat een aanvraag beter behandeld kan worden door een andere beoordelingscommissie, zal NWO contact opnemen met de aanvrager. In overleg met de aanvrager kan de behandeling van de aanvraag eventueel overgedragen worden aan een ander NWO-domein

Bijlagen

NWO vraagt Vidi-kandidaten om een 'inbeddingsgarantie'. Het Vidi-inbeddingsgarantieformulier is online ‘ inbeddingsgarantie’ beschikbaar. Het inbeddingsgarantieformulier ontvangt NWO graag als apart PDF- document in de bijlagen via ISAAC/Mijn ZonMw bij indiening van de aanvraag. Het inbeddingsformulier wordt niet doorgestuurd naar referenten en commissieleden en speelt geen rol in de beoordeling van de aanvraag.

In geval van een bijdrage door de onderzoeksinstelling en/of een derde partij dient bij het indienen van de volledige aanvraag een cofinancieringsverklaring bijgevoegd te worden van de partij die bijdraagt. Hierbij is van belang dat deze partij in de garantiebrief de omvang van de bijdrage expliciet aangeeft.

Cofinancieringsverklaringen zijn onvoorwaardelijk en bevatten geen ontbindende bepalingen. Cofinancieringsverklaringen worden bij ENW, SGW en ZonMw niet doorgestuurd naar referenten en commissieleden en worden niet beoordeeld. Bij TTW worden cofinancieringsverklaringen waarin cash- en/of in-kind steun wordt toegezegd wel meegestuurd naar referenten en commissieleden. Let op: voor cofinancieringsverklaringen dient het domeinspecifieke formulier gebruikt te worden, dat te vinden is op de financieringspaginavan het betreffende domein.

Buiten de hierboven genoemde bijlagen mogen geen andere bijlagen worden toegevoegd. Publicaties en aanbevelingsbrieven mogen niet met de aanvraag worden ingediend.

4 Beoordelingsprocedure

4.1 Procedure

De eerste stap in de beoordelingsprocedure is een toets of de volledige aanvraag in behandeling genomen kan worden. Hiervoor worden de voorwaarden zoals beschreven in hoofdstuk 3 van deze call for proposals toegepast.

Voor alle bij de beoordeling en/of besluitneming betrokken personen en betrokken NWO-medewerkers is de Code omgang met persoonlijke belangenvan toepassing.

De datamanagementparagraaf in de aanvraag wordt niet beoordeeld en derhalve ook niet meegewogen in de beslissing om een aanvraag al of niet toe te kennen. Zowel de referenten als de beoordelingscommissie kunnen wel advies geven met betrekking tot de datamanagementparagraaf. Na honorering van een aanvraag dient de onderzoeker de paragraaf uit te werken in een datamanagementplan. Aanvragers kunnen hierbij gebruik maken van het eventuele advies van de referenten en beoordelingscommissie. Het project kan van start gaan zodra het datamanagementplan is goedgekeurd door NWO.

De kandidaten worden in een nationale competitie beoordeeld. De beoordeling van Vidi-aanvragen vindt plaats binnen de NWO-domeinen. Dit betekent dat aanvragen vanuit verschillende disciplines binnen elk domein in competitie met elkaar zullen worden vergeleken. De domeinen werken met breed samengestelde commissies van wetenschappers die adviseren over kwaliteit en prioriteit van de aanvragen. Bij het schrijven van de aanvraag dient hiermee rekening te worden gehouden. De aanvraag moet ook toegankelijk zijn voor commissieleden uit andere wetenschapsdisciplines binnen het domein. In het geval dat domeinen werken met meerdere beoordelingspanels wordt de (disciplinaire) samenstelling van deze panels op de betreffende domeinpagina verder toegelicht.

NWO voorziet alle uitgewerkte aanvragen van een kwalificatie:

  • excellent;

  • zeer goed;

  • goed;

  • ontoereikend;

Deze kwalificatie wordt aan de aanvrager bekend gemaakt bij het besluit over al dan niet toekennen van financiering. Alleen aanvragen die de kwalificatie zeer goed of excellent krijgen komen in aanmerking voor honorering.

Voor meer informatie over de kwalificaties zie: http://www.nwo.nl/kwalificaties.

4.1.1 Ontvankelijkheid

NWO beoordeelt de ontvankelijkheid van de aanvraag (d.w.z. of deze aan de formeel gestelde vereisten voldoet, zie hoofdstuk 3). Alleen aanvragen die aan de voorwaarden voldoen, zijn ontvankelijk en worden door NWO in behandeling genomen.

4.1.2 Voorselectie

Voorselectie kan plaatsvinden indien het aantal aanvragen minimaal vier keer zo hoog is als het aantal door het betreffende wetenschapsonderdeel te honoreren aanvragen. Als hier niet aan wordt voldaan, worden alle aanvragen zonder voorselectie naar externe referenten gestuurd. De reden voor voorselectie is dat bij een grote aanvraagdruk het aantal te raadplegen referenten te omvangrijk is en de kans van slagen voor veel kandidaten zeer gering is.

Voorselectie gebeurt op basis van de drie voor de Vidi-ronde geldende selectiecriteria voor volledige aanvragen (zie 4.2). In geval van voorselectie worden alle aanvragen globaal en vergelijkenderwijs door de beoordelingscommissie beoordeeld en geprioriteerd naar kansrijkheid, zonder gebruik te maken van externe referenten. De kandidaten waarvan de voorstellen door de commissie beoordeeld zijn als minst kansrijk krijgen bericht dat de commissie hun voorstellen niet beoogt te selecteren voor verdere behandeling. Indien kandidaten een gegronde reden hebben om tegen het oordeel van de commissie in te gaan, dan kan een gemotiveerde reactie naar het behandelend domein worden gestuurd. Naar aanleiding van de reactie kan de commissie de kandidaat eventueel alsnog selecteren. Als de kandidaat niet wordt geselecteerd, ontvangt de kandidaat een formeel afwijzingsbesluit over de aanvraag.

4.1.3 Hoor en wederhoor

Alle volledige aanvragen, of, indien van toepassing, de aanvragen die door de voorselectie zijn gekomen, worden voor advies aan externe referenten voorgelegd. Vervolgens krijgt de kandidaat de mogelijkheid om op de geanonimiseerde adviezen te reageren.

Het is mogelijk om (maximaal drie) non-referenten op te geven. Kandidaten kunnen deze non-referenten opgeven in ISAAC/Mijn ZonMw, tegelijk met het indienen van de aanvraag. Let op: ook als ISAAC ruimte biedt voor meer non-referenten is het niet toegestaan om meer dan drie non-referenten op te geven. NWO zal deze non-referenten niet benaderen om als externe referent de aanvraag te beoordelen.

4.1.4 Interview(selectie)

De volledige aanvragen, de referentenoordelen en het wederhoor worden aan de betreffende beoordelingscommissie voorgelegd. De beoordelingscommissie selecteert een aantal kandidaten voor een interview of een alternatieve vorm van wederhoor. De beoordelingscommissie maakt een eigen afweging op basis van de ingewonnen referentenrapporten en de reacties van de kandidaten daarop. Vervolgens ontvangen de hoogst geprioriteerde kandidaten een uitnodiging voor een gesprek of een andere wijze van wederhoor.

Tijdens het interview heeft de beoordelingscommissie de gelegenheid om vragen te stellen, ook nieuwe vragen die nog niet door de referenten zijn opgeworpen. De kandidaat kan hier tijdens het interview in de discussie met de commissie op reageren. Op deze wijze wordt opnieuw hoor- en wederhoor toegepast. Het interview is een belangrijk onderdeel van de beoordeling en kan leiden tot bijstelling van de beoordeling en de score van het voorstel tot dan toe.

4.1.5 Besluitvorming

Na de interviews stelt de beoordelingscommissie haar honoreringsadvies op en legt zij dit voor aan het betreffende domeinbestuur, dat vervolgens het besluit neemt. De voor een ronde beschikbare middelen bepalen het definitieve aantal toe te kennen subsidies aan de aanvragen waarvan de kwalificatie minimaal zeer goed is. Na het besluit van het betreffende domeinbestuur wordt de uitslag bekendgemaakt.

4.1.6 Afwikkeling en verslaglegging

Na het besluit van het betreffende domeinbestuur volgt de afwikkeling van de toekenning of afwijzing. Indien een subsidie wordt toegekend, treedt de laureaat in dienst bij een onderzoeksinstelling naar keuze en worden er afspraken gemaakt over de eindverslaglegging en eventuele begeleiding vanuit het domein (zie ook 3.5.1). Een Vidi-project dient binnen zes maanden na toekenning te starten. De toegekende projecten worden in beheer genomen door een van de domeinen van NWO.

4.1.7 Indicatief tijdspad

NWO streeft voor de Vidi-ronde 2020 naar een maximale doorlooptijd van acht maanden. Het indicatieve tijdpad ziet er als volgt uit (het exacte tijdpad verschilt per domein):

6 oktober 2020, tot en met 14.00 uur (MET/CEST)*

* 1 december 2020

Deadline indiening Vidi-aanvragen via ISAAC of MijnZonMw.

Tot eind februari 2020

Raadplegen referenten en reacties kandidaten op referentenrapporten

Maart/april 2021

Interviews

Mei 2021

Besluitvorming domeinbesturen NWO

Vanaf mei 2021

NWO informeert de aanvragers over het besluit

* dinsdag 1 december. Voor kandidaten die binnen de Vidi-ronde 2019 die na het interview zijn afgewezen, willen indienen in de ronde 2020 en nog een indienkans hebben geldt als deadline voor het indienen van een Vidi-aanvraag dinsdag 1 december 2020, om 14.00 uur (MET/CEST). Zij dienen dit uiterlijk 9 oktober kenbaar te maken aan het domein waar zal worden ingediend.

voor afgewezen interviewkandidaten uit ronde 2019 met nog een indienkans

4.1.8 Aanpassingen procedure

Het kan zijn dat NWO het noodzakelijk acht om, als gevolg van onvoorziene, ontwrichtende omstandigheden zoals de Covid-19-pandemie, tijdens de lopende procedure nog aanpassingen in de werkwijze aan te brengen. Eventuele aanpassingen in de procedure Vidi 2020 zullen op de NWO-website worden gepubliceerd. Kijk daarom met enige regelmaat op de NWO-website voor de laatste stand van zaken.

4.2 Criteria

Alle volledige aanvragen worden beoordeeld op de criteria:

  • 1. kwaliteit, innovatief karakter en wetenschappelijke impact van het onderzoeksvoorstel (zie 4.2.1) (40%);

  • 2. kennisbenutting (zie 4.2.2) (20%);

  • 3. kwaliteit van de onderzoeker (zie 4.2.3) (40%).

4.2.1 Kwaliteit, innovatief karakter en wetenschappelijke impact van het onderzoeksvoorstel
  • Uitdagend qua inhoud;

  • originaliteit van de vraagstelling;

  • wetenschappelijk vernieuwende elementen;

  • gericht op de opbouw van een nieuwe onderzoekslijn;

  • potentie tot baanbrekende bijdragen aan wetenschap;

  • doeltreffend qua voorgestelde methode;

  • internationaal belang van het voorgestelde onderzoeksgebied.

4.2.2 Kennisbenutting Potentie
  • Bijdrage aan de maatschappij en/of aan andere wetenschapsgebieden;

  • disciplines en organisaties waaraan de resultaten ten goede kunnen komen.

Implementatie

  • Plan van aanpak om de opbrengsten van het onderzoeksproject ten goede te laten komen aan de potentiële kennisgebruikers;

  • of en zo ja, hoe de potentiële kennisgebruikers worden betrokken;

  • (concrete) opbrengsten voor de maatschappij en/of andere wetenschapsgebieden;

  • verwachte termijn voor mogelijke kennisbenutting.

De beoordelingscommissie beoordeelt:

  • of de aanvrager de potentie voor kennisbenutting realistisch heeft weergegeven;

  • indien er inderdaad sprake is van potentie voor kennisbenutting: in hoeverre de aanvrager een concreet en overtuigend plan van aanpak heeft gepresenteerd om de aanwezige potentie te realiseren.

  • Indien er geen sprake is van potentie van kennisbenutting: de argumentatie van de aanvrager waarom het voorgestelde onderzoek zich niet leent voor kennisbenutting

4.2.3 Kwaliteit van de onderzoeker
  • Passendheid qua profiel in de doelgroep;

  • behorend in internationaal perspectief tot de beste 10 à 20% procent van zijn/haar populatie;

  • wetenschappelijke excellentie, blijkt onder meer uit de kwaliteit en de impact van de publicaties en/of andere key output;

  • aanstekelijke fascinatie voor onderzoek en/of technologie;

  • overtuigingskracht;

  • aantoonbaar in staat om vernieuwende ideeën te genereren en succesvol zelfstandig tot ontwikkeling te brengen;

  • heeft zowel nationaal als internationaal een goede positie;

  • is in staat om (bege)leiding te geven aan andere onderzoekers en medewerkers

5 Contact en overige informatie

5.1 Contact

5.1.1 Inhoudelijke vragen

Op de website van het NWO-Talentprogramma (www.nwo.nl/talent)is de meest recente informatie over het NWO-Talentprogramma te vinden. Daar staat ook een document met daarin antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ). Kandidaten wordt aangeraden eerst de website te raadplegen voor zij contact opnemen met NWO. Vragen over het NWO-Talentprogramma kan men richten aan de centrale coördinator van dit subsidieprogramma bij NWO of aan de coördinator van het betreffende NWO-domein.

Contactgegevens zijn te vinden op www.nwo.nl/talent/contact.

Vragen met betrekking tot lopende VI-projecten dienen gesteld te worden aan de afdeling Beheer binnen NWO die uw project onder behandeling heeft of eventueel aan de coördinator van het behandelend NWO- onderdeel (voor contact gegevens van de verschillende domeinen zie: www.nwo.nl/vi/contact).

Centrale coördinator NWO-Talentprogramma

Website: www.nwo.nl/talent (informatie over financiering NWO-Talentprogramma) of: www.nwo.nl/talentprogramma(algemene informatie over het NWO-Talentprogramma) E-mail: talent@nwo.nl

Adressen

NWO-Talentprogramma Domein ENW

Postbus 93460

2509 AC ’s-Gravenhage enw-vidi@nwo.nl

NWO-Talentprogramma Domein SGW

Postbus 93461

2509 AC ’s-Gravenhage sgw-vidi@nwo.nl

NWO-Talentprogramma Domein TTW

Postbus 3021

3502 GA Utrecht ttw-vidi@nwo.nl

NWO-Talentprogramma ZonMw

Postbus 93245

2509 AE ’s-Gravenhage vidi@zonmw.nl

5.1.2 Technische vragen over het elektronisch aanvraagsysteem ISAAC

Bij technische vragen over het gebruik van ISAAC kunt u contact opnemen met de ISAAC-helpdesk. Raadpleeg eerst de handleiding, te vinden op https://www.isaac.nwo.nl/nl/help,voordat u de helpdesk om advies vraagt. De ISAAC-helpdesk is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur op telefoonnummer +31 (0)20 346 71 79. U kunt uw vraag ook per e-mail stellen via isaac.helpdesk@nwo.nl. U ontvangt dan binnen twee werkdagen een reactie.

Bij technische vragen betreffende het gebruik van Mijn ZonMw kunt u contact opnemen met de helpdesk. Deze helpdesk is tijdens kantooruren bereikbaar via telefoonnummer +31 (0)70 349 51 78, of via e-mail servicedesk@zonmw.nl.

5.2 Overzicht instellingen

Subsidie kan worden aangevraagd door onderzoekers van de volgende kennisinstellingen:

  • Universiteiten gevestigd in het Koninkrijk der Nederlanden;

  • Universitaire medische centra;

  • KNAW- en NWO-instituten;

  • het Nederlands Kanker Instituut;

  • het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek te Nijmegen;

  • de Dubble-bundellijn bij de ESRF te Grenoble;

  • NCB Naturalis;

  • Advanced Research Centre for NanoLithography (ARCNL);

  • Prinses Maxima Centrum

We raden aanvragers aan om tijdig contact op te nemen met het instituut van hun keuze, in verband met het verkrijgen van de verplichte inbeddingsgarantie.


X Noot
1

In deze Call verwijst de term ‘onderzoekers’ naar alle academici.

X Noot
2

De bovengrens van de gestelde termijn (maximaal acht jaar) geldt als een harde grens. De ondergrens (minimaal drie jaar) is een uitdrukkelijk advies. Excellente kandidaten die korter geleden zijn gepromoveerd dan de ondergrens aangeeft, kunnen eventueel ook een aanvraag indienen; zij worden echter wel geadviseerd met de zwaarte van de competitie rekening te houden.

X Noot
3

Het narratief CV bestaat uit 2 onderdelen:

1. Narratief academisch profiel: een verhalende beschrijving van het academische profiel van de kandidaat. Hiermee kunnen kandidaten zelf de afweging maken wat ze wel/niet relevant vinden om in hun CV te vermelden.

Dit onderdeel is een narratief waarin de aanvragers uiteenzetten wat voor wetenschapper zij zijn: wat is de onderzoeksfocus, -agenda en -visie van de onderzoeker. Wat hebben zij gedaan om die visie te verwezenlijken? In principe kunnen aanvragers hier alle informatie kwijt die zij nuttig/belangrijk vinden, die de kwaliteiten tonen van de aanvrager, bijvoorbeeld in relatie tot het vakgebied en tot de specifieke aanvraag. Zo zal het bij een Vici-aanvraag belangrijker zijn dan bij een Veni om in te gaan op eerdere supervisie-ervaring, trainingen en leiderschapskwaliteiten. Het verwerven van een beurs of prijs mag genoemd worden (maar geen volledige opsomming). Kandidaten worden bij een dergelijke vermelding gevraagd om aan te geven wat er gedaan is met de kansen die de verworven beurs geboden heeft. Belangrijke keynotes, academische ‘service’, bijdragen aan teams, outreach etc. kunnen ook in dit stuk opgenomen worden. Bij trans-disciplinair onderzoek zal de kandidaat extra focus kunnen leggen op samenwerkingen in andere projecten. Bij het opzetten van een belangrijke database is weer heel andere ervaring belangrijk. Kortom, het is aan de aanvragers om te laten zien waarom zij zo goed en geschikt zijn. In alle gevallen geldt dat verzocht wordt om context te schetsen. Dit onderdeel omvat tenslotte een motivatie voor voorgestelde onderzoek en ruimte voor uitleg over de geschiktheid van de onderzoeker voor dit specifieke onderzoek.

2. Key Output: een lijst van maximaal 10 key output met een toelichting waarom de aanvrager dit als belangrijkste output beschouwt. Ook het onderdeel waarin aanvragers hun onderzoeksoutput tonen heeft een narratief karakter. Er wordt niet meer gevraagd naar volledige publicatielijsten, maar kandidaten kiezen zelf de selectie van output die ze tonen. Het begrip output is daarbij breed gedefinieerd: peer-reviewed artikel, pre-prints, open access data, software, voorstellingen, bijdragen aan populaire media, etc. Alle typen output die relevant zijn voor het profiel van de kandidaat, het vakgebied, de samenleving of de aanvraag kunnen genoemd worden. Door het aantal outputs te maximeren verschuift de aandacht van kwantiteit naar kwaliteit en impact van de bijdragen. Het aantal van tien outputs is een maximum; kandidaten mogen naar eigen inzicht kiezen om minder dan 10 outputs te noemen. Zij kunnen tonen wat ze belangrijk vinden en daarmee een verbinding maken met onderdeel 1, academisch profiel. Per output wordt gevraagd in te gaan op de rol/bijdrage van de aanvrager (in het team), de impact van de output, de relatie tot het voorstel, en/of waarom het bij uitstek de kwaliteit van de kandidaat toont.

Naar boven