Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 29 juni 2020, nr. IENW/BSK-2020/115424, tot wijziging van de Regeling vergoedingen documenten Wet personenvervoer 2000

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 12, 17 en 28 van het Besluit personenvervoer 2000;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling vergoedingen documenten Wet personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

De tabel bij artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘€ 1.280,–’ wordt vervangen door ‘€ 451,–’.

2. ‘€ 1.167,–’ wordt vervangen door ‘€ 218,–’.

B

De tabel bij artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘€ 423,–’ wordt vervangen door ‘€ 218,–’.

2. ‘€ 743,–’ wordt vervangen door ‘€ 218,–’.

3. ‘€ 108,–’ wordt vervangen door ‘€ 61,–’.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘€ 1.280,–’ wordt vervangen door ‘€ 451,–’.

2. ‘€ 79,–’ wordt vervangen door ‘€ 61,–’.

3. ‘€ 1.697,–’ wordt vervangen door ‘€ 451,–’.

4. ‘€ 848,–’ wordt vervangen door ‘€ 451,–’.

5. ‘€ 64,–’ wordt vervangen door ‘€ 61,–’.

6. ‘€ 108,– wordt vervangen door ‘€ 61,–’.

D

In artikel 5 wordt ‘€ 79,–’ vervangen door ‘€ 61,–’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2020. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst wordt uitgegeven na 30 juni 2020, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 juli 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

TOELICHTING

Per brief van 17 december 20191 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan de Kamer de stand van zaken met betrekking tot het nieuwe tariefstelsel transportsectoren toegelicht. Daarbij heeft de minister verwezen naar het rijksbrede kader voor de doorberekening van toelatings- en handhavingskosten.2 Het uitgangspunt van het genoemde kader is dat de kosten voor de dienstverlening worden doorberekend, waarbij tarieven worden vastgesteld die de kosten dekken. In de brief van 17 december 2019 heeft de minister aangekondigd de tarieven boven de kostprijs in één keer te willen verlagen naar een kostendekkend niveau. Ten aanzien van de tarieven die zich bevinden op een niveau onder de kostendekkendheid, heeft de minister het voornemen uitgesproken deze geleidelijk naar een kostendekkend niveau te willen verhogen. Met onderhavige wijzigingsregeling zijn de door Kiwa te hanteren tarieven op het terrein van het taxivervoer en busvervoer die hoger zijn dan de kostprijs, per 1 juli 2020 verlaagd naar de kostprijs. Gelet op de aanzienlijke economische gevolgen van de Corona-crisis is ervan afgezien om per 1 juli 2020 een eerste stap in de verhoging van tarieven te realiseren die zich bevinden onder een kostendekkend niveau.

Effecten op de administratieve lasten en de nalevingskosten

De voorgenomen wijziging betreft de verlaging van de tarieven per 1 juli 2020 naar de kostprijs van door Kiwa verstrekte vergunningen op het terrein van taxivervoer en busvervoer. Aangezien hierbij de informatie- en inhoudelijke verplichtingen niet wijzigen, is ook geen sprake van verandering in de administratieve lasten en de nalevingskosten. De aanvraagprocedures voor vergunningen blijven ongewijzigd en de kennisnamekosten zijn verwaarloosbaar laag. Deze regeling leidt niet tot extra administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) deelt deze analyse. Om die reden heeft het ATR geen formeel advies uitgebracht.

Internetconsultatie

De ontwerpregeling is aangeboden voor internetconsultatie. De reacties hebben zich toegespitst op de tariefhoogten van vergunningen voor taxivervoer. In de reacties op de tariefverlaging voor vergunningen voor taxivervoer is naar voren gekomen dat een deel van de branche de verlaging als een welkome ontwikkeling heeft beoordeeld. De tariefverlaging voor vergunningen voor taxivervoer heeft ook tot verschillende kritische reacties geleid waarbij is opgemerkt dat de prijsverlaging een toename van de concurrentie op de taximarkt tot gevolg zal hebben. De tariefverlaging voor vergunningen voor taxivervoer volgt uit de toepassing van het rijksbrede kader voor de doorberekening van toelatings- en handhavingskosten. Er is geen aanleiding om ten aanzien van vergunningen voor taxivervoer af te wijken van het genoemde rijksbrede kader.

Vaste verandermomenten

Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten treden ministeriële regelingen in beginsel in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Bekendmaking geschiedt in beginsel uiterlijk twee maanden voor inwerkingtreding. Deze regeling treedt overeenkomstig het kabinetsbeleid in werking met ingang van 1 juli 2020. In deze wijzigingsregeling wordt afgeweken van het uitgangspunt van een invoeringstermijn van twee maanden tussen bekendmaking en inwerkingtreding. Dit vanwege de gedane toezeggingen omtrent de verlaging van de tarieven per 1 juli 2020. In verband met de gedane toezeggingen over de verlaging van de tarieven per 1 juli 2020, is ervoor gekozen om, in geval dat de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst wordt uitgegeven na 30 juni 2020, deze regeling terug te laten werken tot en met 1 juli 2020.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

IENW/BSK-2019/257107.

X Noot
2

Rapport van de interdepartementale werkgroep Herziening Maat houden, bijlage bij Kamerstukken II 2013/2014, 24 036, nr. 407.

Naar boven