Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 19 juni 2020, nr. WJZ/ 20134728, houdende wijziging van de Regeling schoolfruit, -groenten en -melk 2019

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 19, eerste lid, van de Landbouwwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling schoolfruit, -groenten en -melk 2019 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De definitie van ‘eenheid’ komt te luiden:

  • eenheid: 200 ml melk, yoghurt of karnemelk;

2. De volgende definities worden in de alfabetische rangschikking opgenomen:

karnemelk:

karnemelk zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, vruchten of cacao van GN-code 040390;

yoghurt:

halfvolle yoghurt zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, vruchten of cacao van GN-code 04031011.

B

In de artikelen 3, 11 en 13 wordt ‘leverancier van melk’ telkens vervangen door ‘leverancier van melk, karnemelk of yoghurt’.

C

In artikel 5, eerste lid, wordt ‘tussen 2 en 13 september’ vervangen door ‘van 31 augustus tot en met 11 september’.

D

In artikel 7, onderdeel b, wordt ‘16 december’ vervangen door ‘18 december’.

E

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Steunaanvragen van erkende leveranciers worden per periode van levering ingediend, waarbij de eerste periode in schooljaar 2020/2021 aanvangt in week 46. De perioden van levering zijn:

    a. Periode 1 (2020)

    Week 46 t/m 51 (6 weken)

    b. Periode 2 (2021)

    Week 1 t/m 8 (7 weken levering, een week vakantie)

    c. Periode 3 (2021)

    Week 9 t/m 15 (7 weken)

2. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde tot en met zesde lid tot het derde tot en met vijfde lid.

F

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid worden de perioden van levering vervangen door:

Periode 1

augustus t/m november 2020

Periode 2

december 2020 t/m maart 2021

Periode 3

april 2021 t/m juli 2021

2. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde tot en met achtste lid tot het derde tot en met zevende lid.

3. In het eerste lid, het tot vierde lid vernummerde vijfde lid en het tot vijfde lid vernummerde zesde lid wordt ‘melk’ telkens vervangen door ‘melk, karnemelk of yoghurt’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 juni 2020

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

Met de Regeling schoolfruit, -groenten en -melk 2019 (hierna: Regeling 2019) is uitvoering gegeven aan de Europese marktordeningsregels voor de groente- en fruit en zuivelsector.

Die marktordeningsregels zijn opgenomen in Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten (PbEU 2013, L 347), Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2017/40 van de Commissie van 3 november 2016 tot aanvulling van de Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees parlement en de Raad, met betrekking tot Uniesteun voor de verstrekking van groenten, fruit, bananen en melk in onderwijsinstellingen en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr 907/2014 van de Commissie (PbEU 2017, L 5) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2017/39 van de Commissie van 3 november 2016 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees parlement en de Raad wat betreft Uniesteun voor de verstrekking van groenten, fruit, bananen en melk in onderwijsinstellingen (PbEU 2017, L 5).

De Europese schoolregeling heeft tot doel de consumptie van melk en groenten en fruit door kinderen te bevorderen en hen gezonde eetgewoonten aan te leren. Dit vindt plaats door het verstrekken van melk en groenten en fruit aan kinderen op scholen, in combinatie met begeleidende educatieve maatregelen die het bereiken van de doelstelling ondersteunen. Deze begeleidende maatregelen dragen bij aan het bevorderen van gezonde eetgewoonten en het vergroten van kennis bij kinderen over de productie van landbouwproducten.

Volgens de Regeling 2019 is de periode van erkenning van leveranciers van groenten en fruit en melk een periode van 2 schooljaren, te weten de schooljaren 2019 tot en met 2021. De Regeling 2019 geldt dan ook voor de schooljaren 2019–2020 en 2020–2021.

In de artikelen 12 en 13 zijn de leveringsweken voor respectievelijk groenten en fruit en melk enkel vastgelegd voor het schooljaar 2019–2020 en is bepaald dat bij besluit van de minister de perioden van levering voor het schooljaar 2020–2021 vastgesteld worden. In plaats van hiertoe een apart besluit te nemen, voorziet de onderhavige Regeling hierin door bij wijziging van respectievelijk de artikelen 12, tweede lid, en 13, tweede lid, de leveringsperioden voor respectievelijk fruit en groenten en melk voor het schooljaar 2020–2021 op te nemen.

Bij de onderhavige wijziging van de Regeling 2019 is tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt om de perioden van inschrijving van scholen die willen deelnemen aan de regeling voor fruit en groenten (artikel 5, eerste lid) en de deadline voor het doorgeven van mutaties van het aantal leerlingen (artikel 7, onderdeel b) aan te passen aan de kalenderjaren 2020 en 2021 en aan de voor het schooljaar 2020–2021 geldende schoolvakanties.

Volgens de huidige Regeling 2019 komt als zuivelproduct alleen halfvolle melk in aanmerking om aan de schoolkinderen te verstrekken. Vanaf het schooljaar 2020–2021 mogen erkende leveranciers en scholen naast halfvolle melk ook halfvolle yoghurt en karnemelk in porties van 200 ml aanbieden. Deze producten die geen suiker of kunstmatige zoetstoffen bevatten zijn toelaatbaar ingevolge verordening 1308/2013, waarin in bijlage V de soorten melkproducten zijn opgenomen die voor subsidie in aanmerking komen. De producten halfvolle yoghurt en karnemelk passen eveneens in het regeringsbeleid op het terrein van gezonde voeding dat er onder andere op gericht is om kinderen vertrouwd te maken met suikervrije producten.

Deze wijziging heeft geen invloed op de administratieve lasten.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven