Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 juni 2020, nr. 2020-0000084813, tot wijziging van de Nadere regeling kinderarbeid in verband met beperking van commerciële maaltijdbezorging door kinderen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3:2, derde lid, van de Arbeidstijdenwet

Besluit:

ARTIKEL I

In de Nadere regeling kinderarbeid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1:1, derde lid, onderdeel b, door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. waarbij door het kind zelfstandig en op commerciële basis maaltijden worden bezorgd waarbij sprake is van deelname aan het verkeer met behulp van een voertuig.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 22 juni 2020

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

TOELICHTING

Deze wijziging introduceert een verbod op het zelfstandig en op commerciële basis bezorgen van maaltijden door kinderen, waarbij sprake is van deelname aan het verkeer met behulp van een voertuig (zoals een fiets of een e-bike). In feite gaat het hier om een verbod voor 15-jarigen, omdat kinderen van 13 en 14 jaar sowieso geen zelfstandige arbeid mogen verrichten.

Het bestellen van maaltijden (inclusief snacks en fastfood) heeft de laatste jaren sterk aan populariteit gewonnen. Er zijn restaurants en restaurantketens met eigen bezorgers en bedrijven die zich zijn gaan toeleggen op het bezorgen zelf. Dit bezorgen gebeurt doorgaans door jongeren, vaak als bijverdienste. Waren dit aanvankelijk jongeren in de leeftijd van 16, 17 of 18 jaar, de laatste jaren lijkt er een verschuiving plaats te vinden naar jongeren onder de 16 jaar, onder andere door de introductie van de e-bike (elektrische fiets), waardoor de (doorgaans warme) maaltijd ook zonder gebruik te maken van een brommer, scooter of auto snel bezorgd kan worden. Mede hierdoor is een toename van het aantal verkeersongelukken waar te nemen, waarbij deze jonge maaltijdbezorgers betrokken zijn. Ook ziet de Inspectie SZW meer en meer maaltijdbezorging door 14- en 15-jarigen op tijdstippen waarop zij volgens de regelgeving geen arbeid zouden mogen verrichten. Naar aanleiding van een signaal van Inspectie SZW verzocht de Tweede Kamer (motie Van Weyenberg c.s., Kamerstukken II 2019/20, 25 883, nr. 376) om een expliciet verbod op korte termijn op deze vorm van maaltijdbezorging door jongeren onder de 16 jaar.

De Arbeidstijdenwet (ATW) verbiedt in het eerste lid van artikel 3:2 arbeid door kinderen, dat wil zeggen, jongeren onder de 16 jaar. Op grond van het tweede lid worden bepaalde typen arbeid van lichte aard onder voorwaarden toegestaan, dat wil zeggen, arbeid die niet te zwaar is, geen gevaar oplevert en niet schadelijk is voor de gezondheid. De Nadere regeling kinderarbeid (Nrk), gebaseerd op het derde lid van artikel 3:2 ATW, geeft niet alleen aan onder welke voorwaarden deze lichte arbeid mag worden verricht, maar ook welke werkzaamheden in ieder geval onacceptabele veiligheidsrisico’s voor het kind met zich meebrengen. De onderhavige wijziging sluit hierbij aan, door aan de opsomming van vormen van arbeid die genoemde onacceptabele veiligheidsrisico’s met zich meebrengen en om die reden dus verboden zijn (artikel 1:1, derde lid, Nrk) een onderdeel ‘c’ toe te voegen. Hiermee wordt expliciet vastgelegd dat arbeid waarbij door een kind zelfstandig en op commerciële basis maaltijden worden bezorgd en waarbij sprake is van deelname aan het verkeer met behulp van een voertuig, voor het kind onacceptabele veiligheidsrisico’s met zich meebrengt en dus verboden is. De volgende opmerkingen zijn hierbij te maken.

In de eerste plaats de term ‘zelfstandig’. Deze term is toegevoegd opdat het mogelijk blijft dat een kind onder begeleiding van een ouder persoon behulpzaam is bij het bezorgen van maaltijden. Dit uiteraard onder de voorwaarde dat deze hulparbeid voor het kind geen gevaar oplevert, bijvoorbeeld als bijrijder, wanneer de maaltijdbezorging plaatsvindt met behulp van een auto.

In de tweede plaats de aanduiding ‘op commerciële basis’. Dit heeft te maken met hetgeen onder punt vier nader wordt toegelicht. Het verbod geldt alleen voor bezorgactiviteiten die beschouwd kunnen worden als arbeid in de zin van de ATW, dat wil zeggen waarbij sprake is van een (al of niet schriftelijke) overeenkomst (een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht). Omdat in deze overeenkomsten een beloning wordt vastgelegd voor geleverde prestaties, gaat het in die gevallen om bezorgactiviteiten op commerciële basis. De aanduiding ‘op commerciële basis’ is toegevoegd omdat het anders verboden zou worden dat een jongere onder de 16 jaar op eigen initiatief en geheel vrijblijvend maaltijden bezorgt bij bijvoorbeeld oudere buurtgenoten.

In de derde plaats de aanduiding ‘met behulp van een voertuig’. Een van de belangrijkste gronden voor de conclusie dat de huidige commerciële maaltijdbezorging te veel veiligheidsrisico’s met zich meebrengt en dus verboden moet worden, is dat de bezorger onder tijdsdruk een voertuig bestuurt en door druk verkeer zijn maaltijd moet afleveren. Onder ‘voertuig’ wordt elk hulpmiddel verstaan waarmee de bezorger zich kan voortbewegen. Met deze toevoeging wordt bewerkstelligd dat zelfstandige maaltijdbezorging door een kind van 15 jaar te voet mogelijk blijft.

In de vierde plaats is het belangrijk op te merken dat het verbod alleen ziet op arbeid in de zin van de ATW en dat niet alle verrichtingen van een kind als arbeid in die zin zijn aan te merken. In geval van kinderarbeid is er in twee gevallen sprake van arbeid in de zin van de ATW. Allereerst is dat wanneer het kind een arbeidsovereenkomst heeft met een werkgever of anderszins in een gezagsrelatie met deze staat (artikel 1:1, ATW). In dit geval zijn zowel de werkgever als de ouders (preciezer gezegd degene die over het kind het ouderlijk gezag uitoefent of in wiens huishouding het kind is opgenomen, zie artikel 3:1, ATW) verantwoordelijk voor de naleving van de regels. Voorts zijn ook alle verrichtingen van een kind ter naleving van een overeenkomst arbeid in de zin van de ATW (artikel 1:2, tweede lid, ATW). In dit geval zijn alleen de ouders (in bovengenoemde zin) verantwoordelijk voor de naleving van de regels. Deze opmerking is relevant omdat jonge maaltijdbezorgers niet altijd in dienst zijn bij een bedrijf, maar soms ook in opdracht werken (bijvoorbeeld met behulp van een applicatie op hun mobiele telefoon), waarbij zij vrij zijn een opdracht al of niet aan te nemen. Echter, op het moment dat zij de opdracht aannemen is er sprake van een verrichting ter naleving van een overeenkomst, dus van arbeid in de zin van de ATW.

Tenslotte nog een opmerking over het toepassingsgebied van het verbod. Er is voor gekozen om het verbod alleen te laten gelden voor het bezorgen van maaltijden. De reden daarvoor is dat er op dit moment geen signalen zijn die erop wijzen dat andere vormen van bezorging door jongeren onder de 16 jaar, zoals het bezorgen van medicijnen of kranten, een dusdanig risico met zich meebrengen dat ook deze a priori verboden zouden moeten worden.

De inwerkingstredingsdatum van deze regeling is niet gesteld op een van de vaste verandermomenten, maar op de dag na publicatie in de Staatscourant. De reden hiervoor is dat deze wijziging ziet op de veiligheid en gezondheid van kinderen en mede gebaseerd is op de eerdergenoemde motie van Van Weyenberg c.s., waarin werd verzocht het verbod op maaltijdbezorging door jongeren onder de 16 jaar zo snel mogelijk in te voeren.

Het niet naleven van het hierboven omschreven verbod op maaltijdbezorging door kinderen is een overtreding van artikel 3:2 van de Arbeidstijdenwet. Op grond van de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit 2013, zoals die op dit moment van kracht is, is een dergelijke overteding direct beboetbaar indien door deze overtreding een voor het kind gevaarlijke situatie ontstaat (Bijlage 2. Lijst overtredingen waarvoor direct een boete wordt opgelegd, onder c). Omdat door deze wijziging genoemd verbod op maaltijdbezorging door kinderen in de Nadere regeling kinderarbeid aangeduid wordt als een vorm van arbeid waarbij sprake is van onacceptabele veiligheidsrisico’s voor het kind, is overtreding van dit verbod per definitie gevaarlijk en dus direct beboetbaar.

De Inspectie SZW heeft aangegeven dat deze wijziging voor hen uitvoerbaar en handhaafbaar is.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

Naar boven