Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 22 juni 2020, kenmerk 1695302-205614-S, houdende wijziging van de Subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties in verband met aanvullende subsidie voor veiligheidsbeleving

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘aan amateursportorganisaties’ vervangen door ‘aan een amateursportorganisatie’.

2. In het vijfde lid wordt ‘onderhavige Regeling’ vervangen door ‘onderhavige regeling’.

B

Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a. Aanvullende subsidie voor veiligheidsbeleving

  • 1. De minister kan aanvullend subsidie verstrekken voor activiteiten die bijdragen aan de veiligheidsbeleving bij een sportaccommodatie.

  • 2. De activiteiten bedoeld in het eerste lid bestaan uit het uitvoeren van een veiligheidsscan en het toepassen van de veiligheidsbevorderende maatregelen die in de veiligheidsscan worden aanbevolen.

  • 3. De aanvullende subsidie bedraagt ten hoogste 30% van de kosten van de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, inclusief btw.

  • 4. Voor de aanvraag en vaststelling van de aanvullende subsidie, bedoeld in het eerste lid, wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.

C

In artikel 7 wordt na het eerste lid, onder vernummering van het tweede tot het derde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Het subsidieplafond bedraagt voor het subsidiejaar 2021 € 79.000.000.

D

In artikel 8, vierde lid, wordt ‘een betalingsbewijs voor betalingen boven de € 500’ vervangen door ‘een betalingsbewijs voor betalingen boven de € 1.000’.

E

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vijfde lid dat luidt ‘5. De minister verleent bij het besluit tot verlening van een subsidie een voorschot dat gelijkmatig zal worden betaald over het aantal maanden waarvoor de subsidie wordt verleend’ vervalt.

2. In het negende lid wordt na ‘een betalingsbewijs’ ingevoegd ‘voor betalingen boven de € 1.000’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdeel B, dat in werking treedt met ingang van 1 augustus 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, M.J. van Rijn

TOELICHTING

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties (hierna: de Regeling). Met deze wijziging worden ten eerste enkele regeltechnische en redactionele onjuistheden verholpen.

Daarnaast wordt de Regeling uitgebreid met maatregelen om de veiligheidsbeleving bij amateursportaccommodaties te vergroten, als gevolg van de afspraken in het actieplan ‘Ons voetbal is van iedereen. Samen zetten we discriminatie buitenspel’. Hiertoe zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

De wijziging van het eerste lid betreft een verduidelijking. Met dit artikel wordt tevens een verschrijving in het vijfde lid gecorrigeerd.

Onderdeel B

Het doel van de aanvullende subsidie voor veiligheidsbeleving op sportaccommodaties is om een amateursportorganisatie de mogelijkheid te bieden om onveilige of overlast-gevende situaties op de eigen accommodatie aan te pakken en de veiligheidsbeleving te vergroten door middel van context-gebonden fysieke interventies. Veiligheidsbeleving zegt iets over het gevoel van veiligheid dat mensen ervaren.

Urban Senses heeft het Stappenmodel Veiligheidsbeleving Sportaccommodaties (hierna: SVS-model) ontwikkeld waarmee een veiligheidsscan kan worden uitgevoerd bij een sportaccommodatie. Hiermee kan de veiligheidsbeleving in kaart worden gebracht, worden concrete verbetermaatregelen voorgesteld en worden deze maatregelen uitgevoerd en geëvalueerd. Het SVS-model bestaat uit zes stappen die moeten worden doorlopen om overlast te verminderen en de veiligheidsbeleving op een sportaccommodatie te verbeteren. Per stap is aangegeven welke handelingen de amateursportorganisatie moet doen en welke bewijsstukken er per stap moeten worden aangeleverd. Uitgangspunt van deze aanpak is dat de sportaccommodatie hierbij wordt begeleid door iemand met kennis en ervaring op het gebied van sociale en fysieke veiligheid.

Stappenmodel Veiligheidsbeleving Sportaccommodaties

Stap 1

Probleemstelling en nulmeting

Uitleg:

In stap 1 wordt in samenspraak met de belanghebbende actoren van de accommodatie (bestuur, leden, trainers, etc.) vastgesteld wat de huidige probleemstelling is. Ook wordt onderzocht waar de knelpunten liggen met betrekking tot overlast en veiligheidsbeleving.

   

Bewijsstuk:

Uitkomsten van 6 ingevulde vragenlijsten ‘knelpunten sportaccommodatie’

Uitkomsten van door 20% leden ingevulde enquêtes, waarin de veiligheidsbeleving van de clubleden wordt gemeten voordat interventies zijn toegepast (de nulmeting)

   

Stap 2

Omgevingsschouw

Uitleg:

Omgevingsschouw waarbij het perspectief van diverse theorieën uit de sociale- en gedragswetenschappen wordt meegenomen. Gedurende deze schouw worden alle omgevingsprikkelingen in kaart gebracht die effect hebben op het gedrag en de beleving van de gebruikers van de sportaccommodatie.

   

Bewijsstuk:

Ingevuld schouwformulier met fotoblad / toegevoegde foto’s

   

Stap 3

Bepalen doel interventies

Uitleg:

In samenspraak met de belanghebbende actoren, en op basis van de uitkomsten van de eerste twee stappen, worden in de derde stap realistische doelen vastgesteld om te bepalen aan welke problematiek moet worden gewerkt, en wanneer het traject volgens de betrokken actoren geslaagd is.

   

Bewijsstuk:

Doelen geformuleerd in rapportage

   

Stap 4

Ontwerpen aanbevelingen

Uitleg:

Het doel van de vierde stap is om te komen tot effectieve fysieke maatregelen die leiden tot het vergroten van de veiligheidsbeleving en het verminderen van overlast. De aanbevelingen worden met wetenschappelijke onderbouwing vastgelegd in een onderzoeks- en aanbevelingsrapport.

   

Bewijsstuk:

Rapportage met fysieke aanbevelingen die zichtbaar en concreet zijn gemaakt d.m.v. een artist impression.

Offerte / begroting voor uitvoering maatregelen

   

Stap 5

Toepassen aanbevelingen

Uitleg:

Tijdens de vijfde stap worden de aanbevelingen uit de veiligheidsaudit daadwerkelijk toegepast.

   

Bewijsstuk:

Fotobewijs (voor en na) van toepassen maatregelen

   

Stap 6

Evaluatie maatregelen

Uitleg:

Aan de hand van de data uit de nulmeting en de eerder vastgestelde doelen en verwachte uitkomsten wordt een evaluatie uitgevoerd om het effect van de maatregelen te toetsen.

   

Bewijsstuk:

Uitkomsten van evaluatieformulier afgenomen bij 20% clubleden

Het doorlopen van de hele aanpak, inclusief de kosten van begeleiding bij het proces van de audit en de kosten voor het uitvoeren van de maatregelen, komt in aanmerking voor subsidie.

Subsidieontvangers moeten een rapportage aanleveren op basis van vastgestelde formulieren. De formulieren moeten volledig zijn ingevuld en de hierboven genoemde bewijsstukken moeten aanwezig zijn.

Onderdeel C

Voor de verstrekking van subsidies wordt doorgaans een subsidieplafond vastgesteld. Op grond van artikel 4:27, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt het subsidieplafond bekendgemaakt voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld. Het subsidieplafond voor het jaar 2021 is al bekend en wordt om die reden meegenomen in deze wijzigingsregeling. Het subsidieplafond voor het jaar 2021 is nu vastgesteld op een bedrag van € 79.000.000. Begin volgend jaar wordt opnieuw gekeken welk deel van de aanvragen uit 2020 ten laste komt van het budget van 2021, en kan het plafond van de Regeling, zo nodig, op basis daarvan opnieuw naar boven bijgesteld worden.

Abusievelijk is het subsidieplafond voor het jaar 2020 vorig jaar niet bekendgemaakt. Voor het jaar 2020 is echter wel een geoormerkt budget beschikbaar op de begroting. Het totaalbudget is vastgesteld op € 94.000.000.

Dit budget was oorspronkelijk € 87.000.000 en is om verschillende redenen bijgesteld. Een van de redenen heeft te maken met de coronacrisis. Om sportclubs te ondersteunen die als gevolg van de coronacrisis in acute liquiditeitsproblemen zijn gekomen, wordt het borgstellingskapitaal van de Stichting Waarborgfonds Sport verhoogd met € 10.250.000, wat ten laste komt van het budget voor deze Regeling van het jaar 2020.

Daarnaast zijn de subsidies ten behoeve van sportbedrijven in het jaar 2020 vrijwel geheel opgenomen in de aanvragen van gemeenten voor de Regeling specifieke uitkering stimulering sport. Dat betekent dat deze sportbedrijven in 2020 niet meer in aanmerking komen voor een subsidie op grond van deze Regeling. Deze sportbedrijven waren vorig jaar verantwoordelijk voor een groot deel van de aanvragen op grond van deze Regeling. Ter compensatie wordt het beschikbare budget voor deze Regeling verlaagd met € 7.000.000 ten gunste van de Regeling specifieke uitkering stimulering sport.

Verder vindt een administratieve bijstelling plaats op grond van de uitputting van deze Regeling in 2019. Omdat een deel van de subsidietoekenningen uit 2019 worden uitbetaald in 2020 komt dat deel ten laste van het budget van 2020. Aangezien het beschikbare budget niet geheel is benut in 2020, wordt een taakstelling op het budget van 2020 geplaatst ter waarde van € 10.250.000.

Ter compensatie van de last van subsidietoekenningen uit 2019 op het budget van 2020, is bij Voorjaarsnota besloten het budget van deze Regeling voor 2020 met € 25.000.000 te verhogen.

Tot slot heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, om duurzaam doorbouwen tijdens de coronacrisis te stimuleren, een maatregelenpakket afgekondigd in de Kamerbrief van 20 mei 2020 met kenmerk 2020-0000291771. Om een impuls te geven aan verduurzaming van maatschappelijk vastgoed, wordt het budget van deze Regeling voor 2020 verhoogd met € 10.000.000. Hiermee worden meer amateursportorganisaties in staat gesteld om verduurzamende en energiebesparende maatregelen te treffen. Vanwege bovenstaande mutaties is het totaalbudget voor 2020 vastgesteld op € 94.000.000.

Onderdeel D

Om de lasten voor de subsidieontvanger te verminderen bij subsidies onder € 25.000, is in artikel 8 de grens voor het verstrekken van een betalingsbewijs verhoogd naar betalingen boven de € 1.000.

Onderdeel E

Vanwege een redactionele fout bestond artikel 11 abusievelijk uit twee vijfde leden. Het vijfde lid waarin wordt bepaald dat een voorschot ter hoogte van 80% van het bedrag van de subsidie wordt verleend, is juist. Het andere vijfde lid vervalt.

Om de lasten voor de subsidieontvanger te verminderen bij subsidies tot € 125.000, is de grens voor het verstrekken van een betalingsbewijs verhoogd naar betalingen boven de € 1.000. Deze wijziging was in artikel 10 al doorgevoerd, maar wegens een redactionele fout niet in artikel 11. Dit wordt nu alsnog gewijzigd.

Artikel II

In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving (VVM), treedt deze regeling in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. Doordat het hier gaat om reparatieregelgeving is uitzondering op de vaste verandermomenten mogelijk.

Artikel I, onderdeel B, treedt in werking met ingang van 1 augustus 2020.

De doelgroep, amateursportorganisaties, is gebaat bij spoedige inwerkingtreding van onderhavige regeling. Gezien de afspraken in het actieplan ‘Ons voetbal is van iedereen. Samen zetten we discriminatie buitenspel’ is het van belang dat amateursportorganisaties zo snel mogelijk aan de slag kunnen om onveilige of overlast-gevende situaties op de eigen accommodaties aan te pakken. De reden voor de uitgestelde inwerkingtreding is echter gelegen in het feit dat onmiddellijke inwerkingtreding bezwaarlijk is voor de uitvoerbaarheid van de Regeling.

De Minister voor Medische Zorg, M.J. van Rijn

Naar boven