Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Staatscourant 2020, 33476 | Vergunningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Staatscourant 2020, 33476 | Vergunningen |
Gemeente Amsterdam - ontwerpbesluit weigering omgevingsvergunning - realiseren van een nieuwbouwcomplex met (appartementen)hotel, winkels op de begane grond en in de kelder inclusief een supermarkt en een café-restaurant op de begane grond en kelder - J.P. Heijestraat 66 t/m 74 en Borgerstraat 186 t/m 198, Amsterdam
Het dagelijks bestuur van stadsdeel West heeft het voornemen een omgevingsvergunning te weigeren, met toepassing van artikel 2.12 eerste lid, aanhef en onder a, onder 3° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor de activiteit “het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan”, op de locatie J.P. Heijestraat 66 t/m 74 en Borgerstraat 186 t/m 198 in Amsterdam.
Op grond van artikel 3.10 van de Wabo is op de procedure de uniforme openbare voorbereidingsprocedure Algemene wet bestuursrecht, afdeling 3.4 van toepassing. Dit wil zeggen dat het ontwerpbesluit en de daarbij behorende stukken zes weken ter inzage liggen vanaf 18 juni 2020 bij het stadsloket van stadsdeel West, Bos en Lommerplein 250, 1055 EK in Amsterdam.
Gedurende deze terinzagelegging kan een ieder naar keuze schriftelijk of mondeling een zienswijze over het ontwerpbesluit naar voren brengen bij het dagelijks bestuur van stadsdeel West, Postbus 57239, 1040 BC Amsterdam.
Voor het mondeling indienen van een zienswijze kan telefonisch een afspraak worden gemaakt met de heer B. Limmen via telefoonnummer 020-25 31116. Die afspraak moet dan wel worden gemaakt binnen de termijn waarin een zienswijze kan worden ingediend.
Bij het indienen van een zienswijze wordt verzocht het OLO-nummer (OLO 1357591) te vermelden.
De belanghebbende die tijdig over het ontwerpbesluit een zienswijze naar voren heeft gebracht, of de belanghebbende aan wie redelijkerwijs niet verweten kan worden dat hij geen zienswijze naar voren heeft gebracht, kan tegen het definitieve besluit beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
ONTWERP WEIGERING OMGEVINGSVERGUNNING EERSTE FASE
gezien de aanvraag omgevingsvergunning eerste fase, ingekomen op 25 juni 2014, om een omgevingsvergunning voor de activiteit:
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c in samenhang met artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht);
de gevraagde omgevingsvergunning eerste fase voor het project ‘het realiseren van een nieuwbouwcomplex met (appartementen)hotel van 55 kamers; winkels op de begane grond en in de kelder (totaal 1.050 m2 vvo detailhandel, incl. (biologische) supermarkt van 500 m2 vvo); en een café-restaurant op de begane grond en kelder (250 m2 bvo horeca) op de locatie J.P. Heijestraat 66 t/m 74 en Borgerstraat 186 t/m 198 in Amsterdam’ te weigeren.
Het besluit is gebaseerd op de bij de aanvraag ingediende stukken.
Het college van burgemeester en wethouders,
Stadsdeelvoorzitter van het dagelijks bestuur Stadsdeelsecretaris van stadsdeel West,
van Stadsdeel West, I. Overzier
De belanghebbende bij dit besluit, die tijdig een zienswijze naar voren heeft gebracht of die aan kan tonen hier redelijkerwijs niet toe in staat te zijn geweest, kan op grond van artikel 7:1, lid 1, onder d van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), binnen zes weken met ingang van de dag na die waarop het besluit ter inzage is gelegd, daartegen schriftelijk en gemotiveerd beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State , Postbus 20019, 2500 EA in Den Haag. Het indienen van beroep schort de werking van dit besluit niet op.
Bij grote spoed kunt u (tegen kosten) een zogeheten voorlopige voorziening aanvragen. Dat is een spoedprocedure waarmee het genomen besluit tijdelijk kan worden ingetrokken en/of andere maatregelen kunnen worden getroffen. Een voorlopige voorziening vraagt u aan bij:
Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State
Op de voorbereiding van deze beschikking is de uitgebreide voorbereidingsprocedure, als bedoeld in artikel 3.10 van de Wabo, van toepassing. In § 3.3 van de Wabo in samenhang met
afdeling 3.4 van de Awb staan de diverse procedurevoorschriften uiteen gezet.
Wij hebben de aanvraag op 25 juni 2014 ontvangen.
Op 22 juli 2015 is de omgevingsvergunning eerste fase verleend. Uiteindelijk heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het besluit bij uitspraak van 22 januari 2020 vernietigd. Het college van burgemeester en wethouders dient een nieuw besluit te nemen op de oorspronkelijke aanvraag.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na afloop van de termijn voor het indienen van een beroepschrift. Wanneer gedurende deze termijn bij de bevoegde rechter een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is
beslist. In het laatstgenoemde geval kan aanvrager de voorzieningenrechter van de rechtbank verzoeken de opschorting op te heffen.
Verklaring van geen bedenkingen
Voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3°, van de Wabo wordt afgeweken van het bestemmingsplan, dient de gemeenteraad te verklaren dat hij daartegen geen bedenkingen heeft, gelet op artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Uit het stelsel van de wet en totstandkoming daarvan volgt dat een verklaring van geen bedenkingen ook moet worden gevraagd in de situatie waarin burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat de vergunning niet moet worden verleend.
De gemeenteraad heeft bij besluit van 170/353 d.d. 8 september 2010 besloten de volgende gevallen aan te wijzen als categorieën gevallen zoals bedoeld in artikel 6.5 derde lid van het Besluit omgevingsrecht, waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist:
Het onderhavige plan valt binnen de aangewezen categorieën gevallen zoals hierboven genoemd. Er hoeft derhalve geen verklaring van geen bedenkingen aan de gemeenteraad te worden gevraagd.
Ter inzage legging weigering ontwerpbesluit
Volgens artikel 3:11 van de Awb legt het bestuursorgaan het ontwerp van het te nemen besluit, met de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp, zes weken ter inzage. Na voorafgaande kennisgeving middels publicatie op de
website www.amsterdam.nl/bekendmakingen en publicatie in de Staatscourant is het ontwerpbesluit met de relevante stukken gedurende zes weken ter inzage gelegd vanaf xxxxxx tot en met xxxxxx. Gedurende deze termijn kunnen door een ieder zienswijzen gericht tegen dit voornemen naar voren worden gebracht.
Wij hebben binnen genoemd termijn x zienswijze ontvangen.
Op xxxx hebben wij een zienswijze ontvangen van xxxxx.
De zienswijzen zijn tijdig ingediend. Eerst volgt een samenvatting van de zienswijze, vervolgens onze reactie.
De zienswijze heeft wel/niet geleid tot een gewijzigd inzicht.
Activiteiten binnen de aanvraag omgevingsvergunning eerste fase
Het project bestaat uit de activiteit ‘het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan’ (als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo).
Voor deze activiteit is hierna aangegeven hoe uw aanvraag is beoordeeld.
Het besluit is gebaseerd op de Woningwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de Wet ruimtelijke ordening (Wro), het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Afwijken bestemmingsplan (artikel 2.12 Wabo)
Voor de locatie van het project geldt het bestemmingsplan ‘Oud West’, gedeeltelijk herzien door het ‘Paraplubestemmingsplan Stadsdeel West, Amsterdam Deel 1’. Het project is gelegen op gronden die zijn aangewezen met de bestemmingen:
Het bouwplan is in strijd met de bestemmingsplanvoorschriften, omdat hotelappartementen niet zijn toegestaan op de aan die gronden gegeven bestemmingen.
Daarnaast is onder andere detailhandel op de begane grond en in het souterrain niet toegestaan op de gronden met de bestemming ‘Woongebied 1’ en ‘Tuinen & Erven’.
Het gebruik van de begane grond als supermarkt is niet toegestaan omdat de aanduiding ‘s’ op de plankaart ontbreekt. Dit gebruik is tevens in strijd is met de bestemmingen ‘Woongebied 1’ en ‘Tuinen en Erven’.
Voor de locatie is een nieuw bestemmingsplan door de gemeenteraad vastgesteld; ‘Oud West 2018’. Het nieuwe bestemmingsplan is nog niet in werking getreden, aangezien er een voorlopige voorziening tegen het bestemmingsplan is ingediend. Hoewel het nieuwe bestemmingsplan nog geen rechtskracht heeft, is dit wel het toekomstige planologische regime.
In het nieuwe bestemmingsplan hebben de gronden waar het project is gelegen de bestemming ‘Gemengd-1’ gekregen. Ook in het nieuwe bestemmingsplan zijn de hotelappartementen niet toegestaan. Daarnaast is een supermarkt en horeca eveneens niet toegestaan.
Wij concluderen dat het project in strijd is met het vigerende bestemmingsplan en ook met het vastgestelde, maar nog niet in werking getreden bestemmingsplan.
Afwijken van het bestemmingsplan
Medewerking aan het project kan in het onderhavige geval alleen worden verleend met
gebruikmaking van de afwijkingsbevoegdheid op basis van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3° van de Wabo.
Het verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit ‘afwijken van het bestemmingsplan’ betreft een bevoegdheid en is geen verplichting. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op de activiteit ‘afwijken van het bestemmingsplan’ kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend indien deze activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.
Wij zijn niet bereid medewerking te verlenen aan het project.
Een onderdeel van de aanvraag eerste fase betreft namelijk het toevoegen van hotelappartementen. Om mee te kunnen werken aan een ruimtelijk planologische procedure dient een hotelinitiatief aan de voorwaarden te voldoen zoals deze zijn vastgelegd in de Notitie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2017, Deel I en Deel II. In onderhavig geval betreft het de toets aan Deel I.
Toets aan de Notitie Uitwerking Overnachtingsbeleid 2017
Per 1 januari 2017 is het overnachtingsbeleid van de gemeente Amsterdam in werking getreden en dient elk hotelinitiatief aan dit beleid te worden getoetst.
Het algemene uitgangspunt van het overnachtingsbeleid is rem op groei en focus op kwaliteit.
Het gemeentelijk overnachtingsbeleid is van toepassing op overnachtingsvormen van 1 nacht tot en met 12 maanden en geldt ook voor hoteluitbreidingen en transformaties van gebouwen naar hotel.
De locatie aan de J.P. Heijestraat 66 t/m 74 even en Borgerstraat 186 t/m 198 even is op de Gebiedskaart, die bij de uitwerking van het Overnachtingsbeleid, Deel I hoort, aangeduid als een nee-gebied. Dit betekent dat voor deze locatie een algehele hotelstop van kracht is en dat de gemeente geen medewerking zal verlenen aan het aanpassen/afwijken van een bestemmingsplan ten behoeve van een logiesfunctie.
Vanwege het feit dat het hotel in een nee-gebied ligt, is een verdere inhoudelijke toets aan de criteria uit het overnachtingsbeleid niet aan de orde.
Overgangsregeling (Notitie overnachtingsbeleid 2017 e.v. Deel II paragraaf 4.1)
De Notitie overnachtingsbeleid 2017 e.v. Deel II paragraaf 4.1 kent een overgangsregeling. Daarin zijn vijf lopende hotelinitiatieven aangemerkt als uitzonderingsgevallen. Het oude hotelbeleid is voor deze gevallen van toepassing verklaard. Het lopende hotelinitiatief Jan Pieter Heijestraat/Borgerstraat behoort niet tot deze vijf uitzonderingen en dient derhalve te worden getoetst aan het vigerende beleid.
Daarnaast is geen sprake van de drie overige situaties die in de Overgangsregeling zijn genoemd, te weten:
Op 22 juli 2015 is de omgevingsvergunning door het stadsdeel verleend, maar deze is door de Raad van State op 22 januari 2020 vernietigd. De omgevingsvergunning is dus in een procedure (hoger beroep) niet in stand gebleven en deze overgangsregel is hiermee niet van toepassing.
Er is door of namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam bij de initiatiefnemer geen gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat ofwel het oude beleid zou worden toegepast ofwel blijvend medewerking zou worden verleend aan het initiatief. Schriftelijke bescheiden waaruit dit blijkt zijn ook niet gevonden.
Er zijn geen onbillijkheden van overwegende aard op grond waarvan moet worden afgeweken van het overnachtingsbeleid.
Uit de hiervoor genoemde beleidsregel blijkt dat het belang bij een algehele hotelstop op deze locatie zwaarder weegt dan het bedrijfsmatige belang van aanvrager.
Alles overwegend is het initiatief in strijd met een goede ruimtelijke ordening. Wij verlenen daarom geen medewerking aan de aanvraag eerste fase, omdat het project in strijd is met het overnachtingsbeleid 2017.
Wij concluderen dat er sprake is van een weigeringsgrond zoals bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, onder c en artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3° van de Wabo. De gevraagde omgevingsvergunning kan gelet op de hiervoor genoemde inhoudelijke beoordeling niet worden verleend.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-33476.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.