Regeling Compensatie Coronacrisis

Het bestuur van het Fonds voor Cultuurparticipatie,

op grond van de in artikel 10, vierde lid, van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

mede op grond van het besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 april 2020, kenmerk 23908454; en

de Regeling aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector COVID-19,

met instemming van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 12 juni 2020,

besluit tot de volgende uitgangspunten en beoordelingskaders voor subsidieverstrekking:

Paragraaf 1: Algemeen

Artikel 1.1 Doel- en definitiebepalingen

Het sluiten van scholen, verbieden van samenkomsten en afgelasten van evenementen door de corona-crisis hebben een grote impact op de praktijk van het maken van en leren over cultuur. Op cultuurmakers van alle leeftijden en niet in de laatste plaats op de mogelijkmakers van cultuureducatie en -participatie. Activiteiten zijn grotendeels stil komen te liggen. Voor zover subsidieontvangers nadeel ondervinden van het vorenstaande, kunnen zij op grond van de bepalingen in deze regeling gecompenseerd worden. Hierbij worden de volgende begrippen als volgt uitgelegd:

a. Fonds:

het Fonds voor Cultuurparticipatie.

b. Corona:

het virus bekend onder de naam COVID-19.

c. Coronacrisis:

de gevolgen van corona en van de maatregelen die de Rijksoverheid heeft genomen ter bestrijding van corona.

d. Begroting:

begroting behorende bij de oorspronkelijke subsidieverlening.

e. Coulancemaatregelen:

de maatregelen die het Fonds al heeft getroffen om instellingen en (rechts)personen tegemoetkoming te bieden voor het nadeel dat zij ondervinden als gevolg van de coronacrisis, zoals gepubliceerd op de website van het Fonds: www.cultuurparticipatie.nl.

f. Oorspronkelijke subsidieregeling:

de regeling op grond waarvan de subsidieontvanger reeds een subsidie ontvangt.

g. Oorspronkelijke subsidieverlening:

de subsidieverlening behorende bij de oorspronkelijke subsidieregeling.

h. Algemeen Subsidiereglement:

Het Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie.

Artikel 1.2 Onderscheid in compensatiemaatregelen

  • 1. De in paragraaf 2 bedoelde maatregelen richten zich niet op instellingen en (rechts)personen die een meerjarige subsidie ontvangen op basis van de ‘Deelregeling meerjarige activiteitensubsidies Fonds voor Cultuurparticipatie 2017–2020’.

  • 2. De in paragraaf 3 bedoelde maatregelen richten zich uitsluitend op instellingen en (rechts)personen die een meerjarige subsidie ontvangen op basis van de ‘Deelregeling meerjarige activiteitensubsidies Fonds voor Cultuurparticipatie 2017–2020’.

Paragraaf 2 Compensatiemaatregelen I

Artikel 2.1 Doel

Met deze regeling stimuleert en faciliteert het Fonds de voortgang of het heropstarten van door het Fonds gesubsidieerde en reeds in 2020 geplande activiteiten of projecten op het gebied van cultuureducatie en -participatie. Hiermee draagt het Fonds bij aan de randvoorwaarden voor het behalen van de verschillende inhoudelijke doelen van zijn lopende subsidieregelingen ten tijde van de bijzondere omstandigheden van de coronacrisis.

Artikel 2.2 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond bedraagt € 1.000.000,– voor de periode vanaf publicatie van deze regeling, tot en met 20 september 2020.

  • 2. Het Fonds kan een tweede subsidieperiode en bijbehorend subsidieplafond instellen.

  • 3. In aanvulling op het tweede lid kan het Fonds delen van het subsidieplafond reserveren voor nader te bepalen instellingen en (rechts)personen, zoals bedoeld in artikel 1.2, eerste lid.

  • 4. Een besluit van het Fonds tot aanpassing van het subsidieplafond wordt bekendgemaakt via de website van het Fonds, www.cultuurparticipatie.nl.

Artikel 2.3 Termijn voor indiening aanvraag

Aanvragen kunnen vanaf de inwerkingtreding van deze regeling worden ingediend tot en met 20 september 2020. De aanvraag wordt in behandeling genomen indien deze tijdig is ingediend en ten minste aan de daartoe gestelde vereisten van deze regeling is voldaan.

Artikel 2.4 Subsidieaanvraag

  • 1. Instellingen of (rechts)personen die een subsidieverleningsbeschikking hebben ontvangen van het Fonds, komen in aanmerking om op basis van deze regeling een aanvraag in te dienen voor aanvullende subsidie.

  • 2. In uitzondering op het eerste lid, komen niet voor subsidie op basis van deze paragraaf in aanmerking, de onderdelen van activiteiten of van projecten die reeds gecompenseerd worden door:

    • a. generieke maatregelen van het Rijk;

    • b. subsidieafspraken met gemeenten of provincies;

    • c. financieringsafspraken met scholen;

    • d. coulancemaatregelen van het Fonds of andere instellingen.

  • 3. De subsidie is bedoeld voor eenmalige compensatie van:

    • a. extra kosten voor het als het gevolg van de coronacrisis verplaatsen of aanpassen van de door het Fonds gesubsidieerde en reeds in 2020 geplande activiteiten of projecten op het gebied van cultuureducatie en -participatie; en

    • b. de vanwege de coronacrisis gederfde inkomsten, te weten: publieks- of deelnemersbijdragen.

  • 4. In bijzondere of uitzonderlijke gevallen, waar bij het opstellen van de oorspronkelijke subsidieregeling geen rekening mee is gehouden en die een onredelijke uitwerking hebben, kan het Fonds ten gunste van de aanvrager afwijken van de rechten en plichten die in de oorspronkelijke subsidieregeling zijn opgenomen.

  • 5. Indien er sprake is van aanpassing of verplaatsing van het project of de geplande activiteiten dan dient de subsidieontvanger met het Fonds schriftelijke afspraken te maken over de wijze waarop dit zich verhoudt tot de oorspronkelijk gemaakte prestatieafspraken.

  • 6. De opgevoerde extra kosten of gederfde inkomsten moeten herleidbaar zijn tot de begroting behorende bij de oorspronkelijke subsidieverlening.

  • 7.

    • a. Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend middels een e-mail gericht aan compensatie@cultuurparticipatie.nl, onder vermelding van het projectnummer van de beschikking behorende bij de oorspronkelijke subsidieverlening; en

    • b. bevat het gevraagde bedrag in een addendum op de begroting behorende bij de oorspronkelijke subsidieverlening, en de bijbehorende motivering daarvan. Hiervoor kan de modeladdendum worden gebruikt.

Artikel 2.5 Hoogte van de subsidie

  • 1. De subsidie bedraagt maximaal € 25.000,– per oorspronkelijke subsidieverlening.

  • 2. Er kan een bijdrage van maximaal 100% financiering van de extra kosten, zoals bedoeld in artikel 2.4, derde lid, onderdeel a, worden gevraagd.

  • 3. Het Fonds vergoedt maximaal het percentage van de gederfde inkomsten, gelijk aan het percentage van het door het Fonds gesubsidieerde deel in de begroting die ten grondslag ligt aan de oorspronkelijke subsidieverlening.

Artikel 2.6 Looptijd van de projecten

Projecten of activiteiten worden uitgevoerd conform de in de oorspronkelijke subsidieverleningsbeschikking gemaakte prestatieafspraken, of de schriftelijke wijzigingen daarvan die in overleg met het Fonds naar aanleiding van de corona-crisis gemaakt zijn.

Artikel 2.7 Beoordeling van de aanvraag

De subsidieaanvraag wordt behandeld door medewerkers van het Fonds. Zij beoordelen of de plannen voor de besteding van de subsidie aansluiten op het doel van deze regeling.

Artikel 2.8 Beoordelingswijze en criteria

  • 1. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

  • 2. Aanvragen die voldoen aan de vereisten voor het indienen van de aanvraag worden door het Fonds beoordeeld aan de hand van de volgende voorwaarden en criteria:

    • a. Het als het gevolg van de coronacrisis verplaatsen of aanpassen van de door het Fonds gesubsidieerde en reeds in 2020 geplande activiteiten of projecten op het gebied van cultuureducatie en -participatie, dienen naar het oordeel van het Fonds voldoende aan te sluiten op het doel van de oorspronkelijke subsidieregeling; en

    • b. het addendum op de oorspronkelijk ingediende begroting – ten aanzien van de extra kosten, zoals bedoeld in artikel 2.4, derde lid, onderdeel a – geeft ten minste het vereiste inzicht in:

      • i. welke extra kosten de aanvrager verwacht te maken, in het kader van het verplaatsen of aanpassen van de geplande activiteiten;

      • ii. waarom deze extra kosten onvermijdelijk en redelijk zijn; en

      • iii. op welke van de kosten in de oorspronkelijk ingediende begroting de subsidieaanvraag zich richt.

    • c. het addendum op de oorspronkelijk ingediende begroting, wat betreft de gederfde inkomsten, zoals bedoeld in artikel 2.4, derde lid, onderdeel b, geeft het vereiste inzicht in:

      • i. het verschil tussen de geraamde inkomsten en de daadwerkelijke inkomsten, of

      • ii. het verschil tussen geraamde inkomsten en de geschatte inkomsten bij aanpassingen van het geplande project of activiteit, die voortkomen uit de eisen om te voldoen aan de kabinetsmaatregelen in verband met corona.

Paragraaf 3 Compensatiemaatregelen II

Artikel 3.1 Doel

Overeenkomstig de ‘Regeling aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector COVID-19’ neemt het Fonds maatregelen ter ondersteuning van de instellingen die een meerjarige subsidie ontvangen op basis van de ‘Deelregeling meerjarige activiteitensubsidies Fonds voor Cultuurparticipatie 2017–2020’.

Artikel 3.2 Ambtshalve verstrekking

De subsidie in deze paragraaf verleent het Fonds zonder voorafgaande aanvraag.

Artikel 3.3 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond bedraagt € 2.444.500.

  • 2. Indien het subsidieplafond door toepassing van het bepaalde in artikel 3.4, zou worden overschreden, worden de te verlenen subsidiebedragen naar rato verlaagd tot het niveau waarbinnen het totaal beschikbare bedrag volledig kan worden benut.

Artikel 3.4 Hoogte subsidiebedrag

  • 1. De subsidie bedraagt 45 procent van de gemiddeld over de jaren 2017 en 2018 verworven eigen inkomsten van de instelling, blijkend uit de jaarrekeningen die betrekking hebben op die jaren, onder aftrek van een bedrag dat gelijk is aan 25 procent van de reserves van de instelling per ultimo 2018.

  • 2. De uitkomst van de berekening, bedoeld in het eerste lid, wordt:

    • a. gemaximeerd op een bedrag dat gelijk is aan 300 procent van het totaal aan structurele subsidies van bestuursorganen die aan de instelling zijn verstrekt ten behoeve van haar exploitatie in 2018; en

    • b. naar boven afgerond op honderd euro’s.

  • 3. In afwijking van het eerste lid, wordt bij de daar bedoelde berekening 20 procent van de gemiddeld over de jaren 2017 en 2018 verworven eigen inkomsten van de instelling in aanmerking genomen, voor zover het instellingen betreft waarvan de hoofdpublieksactiviteit niet in 2020 zou plaatsvinden of reeds heeft plaatsgevonden voor 13 maart 2020.

  • 4. Onder reserves wordt verstaan vrij besteedbaar vermogen, behorend tot

    • a. de algemene reserve; en

    • b. het stichtingskapitaal.

Artikel 3.5 Subsidievoorwaarde: eigen inkomsten

  • 1. Onder eigen inkomsten wordt verstaan: deelnemersbijdragen alsmede hetgeen bedoeld in artikel 1, tweede lid, Regeling aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector COVID-19, en niet verstaan hetgeen is uitgesloten daarvan in artikel 1, derde lid, van voornoemde regeling.

  • 2. Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt subsidie uitsluitend verstrekt, voor zover de door de instelling verworven eigen inkomsten over 2018, blijkend uit de jaarrekening die betrekking heeft op dat jaar, ten minste 15 procent bedragen van de totale baten van die instelling;

  • 3. Indien de uitkomst van de berekening, bedoeld in het tweede lid, niet een geheel getal is, wordt dat getal naar beneden afgerond, indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, en naar boven afgerond, indien dat cijfer een 5 of hoger is.

  • 4. Indien de uitkomst van de berekening, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, niet een geheel getal is, wordt dat getal naar beneden afgerond, indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, en naar boven afgerond, indien dat cijfer een 5 of hoger is.

  • 5. Het Fonds kan bij het vaststellen van het percentage eigen inkomsten bepaalde eigen inkomsten buiten beschouwing laten, indien deze door de instelling in de jaarrekening zijn verantwoord op een wijze die tot oneigenlijk gebruik van deze regeling zou leiden.

Artikel 3.6 Geen dubbele subsidiëring

Het Fonds waarborgt dat, overeenkomstig artikel 22 van de Regeling aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector COVID-19, aan een onder hem ressorterende meerjarige fondsinstelling ten hoogste eenmaal subsidie wordt verstrekt ten laste van het budget dat op grond van deze paragraaf ter beschikking wordt gesteld.

Artikel 3.7 Hardheidsclausule

Het bestuur kan, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, een artikel in paragraaf 3 buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover strikte toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Paragraaf 4 Aanvullende bepalingen

Artikel 4.1 Verplichtingen en verantwoording

  • 1. De subsidieontvanger informeert het Fonds direct als het project of de activiteiten niet of niet geheel kunnen plaatsvinden, niet geheel aan de verplichtingen kan worden voldaan of er aanzienlijke wijzigingen zijn ten opzichte van het project- , of activiteitenplan, of de schriftelijke wijzigingen daarvan die in overleg met het Fonds naar aanleiding van de corona-crisis gemaakt zijn.

  • 2. De subsidieontvanger toont op verzoek van het Fonds aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de subsidieverplichtingen.

  • 3. De subsidieverlening in paragraaf 2 vindt plaats met toepassing van artikel 26, onder a of b, van het Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie.

  • 4. De wijze van verantwoording aangaande de subsidieverlening in paragraaf 3 vindt overeenkomstig de voorschriften van de oorspronkelijke subsidieverlening plaats.

Artikel 4.2 Begrotingsvoorbehoud

Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 4.3 Algemeen subsidiereglement

Voor zover deze regeling daar niet in voorziet, zijn de bepalingen uit de oorspronkelijke subsidieregeling dan wel het Algemeen Subsidiereglement van toepassing.

Artikel 4.4 Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2022. Op bezwaar- en beroepsprocedures die op dat moment nog niet zijn afgerond blijft het bepaalde in deze regeling van toepassing.

Artikel 4.5 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Compensatie Coronacrisis.

Het bestuur van Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie, namens deze, O. Westerhof directeur-bestuurder

Naar boven