Apotheken

Bedrijfsfonds 2020/2022

Verbindendverklaring cao-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 juli 2020 tot algemeenverbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Bedrijfsfonds Apotheken

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van de AWVN namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeenverbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Partijen ter ener zijde: Vereniging Zelfstandig Apotheken (VZA) en Associatie van Ketenapotheken (ASKA);

Partijen ter andere zijde: FNV en CNV Connectief, sector CNV Zorg & Welzijn.

Naar aanleiding van dit verzoek is een schriftelijk dispensatieverzoek ingediend door partijen bij de cao DocMorris NV. Dit verzoek is toegewezen in de vorm van een afzonderlijke beschikking conform de Algemene wet bestuursrecht. De beschikking is op dezelfde dag als waarop dit besluit tot algemeenverbindendverklaring is genomen aan de desbetreffende dispensatieverzoeker en aan de verzoeker tot algemeenverbindendverklaring verzonden. De beschikking ligt voor belanghebbenden als bedoeld in art. 1:2 eerste lid van de Awb ter inzage bij de Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, Parnassusplein 5, ’s-Gravenhage.

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

Dictum I

Verklaart algemeen verbindend de navolgende bepalingen van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, zulks met inachtneming van hetgeen in de dicta II, III, IV en V is bepaald:

Inleiding

Omwille van de leesbaarheid worden werkgever en werknemer met ‘zij’ aangeduid.

Werkingssfeer

Artikel 1

Het in deze overeenkomst bepaalde is van toepassing op de werkgever en de werknemer zoals omschreven in artikel 2.

Definities

Artikel 2

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a. ‘Stichting’:

Stichting Bedrijfsfonds Apotheken;

b. werkgever:
  • 1. iedere natuurlijke of rechtspersoon, die een apotheek exploiteert, niet zijnde een ziekenhuisapotheek, een apotheek van rijk, provincie of gemeente, een apotheek van een apotheekhoudend huisarts of een apotheek gevestigd in een gezondheidscentrum, waarbij de werknemers rechtstreeks in loondienst zijn van een stichting ter exploitatie van dat gezondheidscentrum, of waarbij de werknemers rechtstreeks in loondienst zijn van een apotheek welke zowel gevestigd is en participeert in het gezondheidscentrum, ongeacht het gegeven of de apotheek al dan niet rechtstreeks in eigendom is van dat gezondheidscentrum, een en ander voor zover binnen de apotheek de totale bruto omzet over een kalenderjaar voor 50% of meer wordt gegenereerd uit de verkoop van medicijnen op recept als bedoeld in de Geneesmiddelenwet (Wet van 8 februari 2007, Stb. 93, ter vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet);

  • 2. iedere natuurlijke of rechtspersoon, die een apotheek exploiteert, niet zijnde een ziekenhuisapotheek, een apotheek van het rijk, provincie of gemeente, een apotheek van een apotheekhoudend huisarts of een apotheek gevestigd in een gezondheidscentrum, waarbij de werknemers rechtstreeks in loondienst zijn van een stichting ter exploitatie van het gezondheidscentrum, of waarbij de werknemers rechtstreeks in loondienst zijn van een apotheek welke zowel gevestigd is en participeert in het gezondheidscentrum, ongeacht het gegeven of de apotheek al dan niet rechtstreeks in eigendom is van dat gezondheidscentrum, ongeacht de hoogte van de totale bruto omzet over een kalenderjaar van de verkoop van medicijnen op recept als bedoeld in de Geneesmiddelenwet (Wet van 8 februari 2007, Stb. 93, ter vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet) en waarop geen andere cao van toepassing is;

c. werknemer:
  • 1. zij die in dienst is van de in sub b genoemde werkgever en in het bezit is van een Nederlands getuigschrift of een daarmee gelijkgesteld diploma c.q. getuigschrift van apothekersassistent en niet ouder is dan 67 jaar;

  • 2. zij die in dienst is van de in sub b genoemde werkgever en het hiervoor onder 1 genoemde getuigschrift of diploma niet bezit en niet ouder is dan 67 jaar, met uitzondering van de werknemer, die in bezit is van het diploma van apotheker;

  • 3. zij die in dienst is bij een werkgever, die een drogisterijbedrijf uitoefent, zoals bedoeld in de Cao Drogisterijbranche en die de functie van apothekersassistent, als bedoeld in de Geneesmiddelenwet (Wet van 8 februari 2007, Stb. 93, ter vaststelling van een nieuwe

d. (openbare) apotheek:

een lokaal of een samenhangend geheel van lokalen waarin geneesmiddelen worden bereid, ter hand worden gesteld en ten behoeve van terhandstelling op voorraad worden gehouden dan wel alleen ter hand worden gesteld en daartoe in voorraad worden gehouden.

e. ziekenhuisapotheek:

een lokaal of samenhangend geheel van lokalen waarin ten behoeve van de in een ziekenhuis opgenomen patiënten geneesmiddelen worden bereid, ter hand worden gesteld en ten behoeve van terhandstelling in voorraad worden gehouden, dan wel alleen ter hand worden gesteld en daartoe in voorraad worden gehouden.

f. recept:

een door een met naam en werkadres aangeduide beroepsbeoefenaar als bedoeld in artikel 36, veertiende lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG, Wet van 11 november 1993, Stb. 655) dan wel een daartoe in een andere lidstaat bevoegde beroepsbeoefenaar, opgesteld document waarin aan een persoon of instantie als bedoeld in artikel 61, eerste lid van de Geneesmiddelenwet (Wet van 8 februari 2007, Stb. 93, ter vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet), een voorschrift wordt gegeven om een met zijn stofnaam of merknaam aangeduid geneesmiddel in de aangegeven hoeveelheid, sterkte en wijze van gebruik ter hand te stellen aan een te identificeren patiënt, en dat is ondertekend door de desbetreffende beroepsbeoefenaar dan wel, zonder te zijn ondertekend, met een zodanige code is beveiligd dat een daartoe bevoegde persoon of instantie de authenticiteit ervan kan vaststellen.

g. ‘bestuur’:

het bestuur van de Stichting;

h. ‘directie’:

het in artikel 8 van de statuten van de Stichting genoemd uitvoeringsorgaan;

i. ‘statuten/reglement’:

de statuten van de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken en het reglement van de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken, welke onderdeel zijn van deze cao en zijn opgenomen als bijlage bij deze cao.

j. ‘Cao Apotheken’:

de collectieve arbeidsovereenkomst apotheken afgesloten tussen enerzijds de VZA en ASKA en anderzijds FNV en CNV.

Doel

Artikel 3

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is aangegaan met de doelstelling om het geheel of gedeeltelijk initiëren, stimuleren en financieren van activiteiten mogelijk te maken die gericht zijn op het bevorderen en in stand houden van goede scholing, goede arbeidsverhoudingen en arbeidsomstandigheden en een goede werking van de sectorale arbeidsmarkt in de apotheken. Partijen richten daartoe een Stichting op: Stichting Bedrijfsfonds Apotheken.

De activiteiten bestaan, binnen de doelstelling van de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken, uit het bevorderen van:

  • a. Het geven van voorlichting en informatie over, evenals het bevorderen van een goede

    toepassing van de rechtsgevolgen die voortvloeien uit de Cao Apotheken en de wettelijke voorschriften met betrekking tot algemene arbeidsvoorwaarden;

  • b. Het ontwikkelen, aanbieden en subsidiëren van activiteiten op het gebied van scholing en vorming ten behoeve van iedere werknemer die onder het Fonds valt;

  • c. Het bekostigen van activiteiten die gericht zijn op binnen de apotheken - in het belang van goede arbeidsverhoudingen - te verlenen diensten, zijnde het bevorderen van het goed functioneren van ondernemingsraden en of personeelsvertegenwoordigingen en/ of werkoverleg binnen de apotheken;

  • d. Het verrichten van onderzoek naar en het in stand houden van een functieclassificatiesysteem en beoordelingssysteem met het daarop gebaseerde beloningssysteem;

  • e. Het verrichten en publiceren van onderzoek ten behoeve van het tot stand brengen en uitvoeren van maatregelen ter verbetering van de arbeidsomstandigheden van werknemers in apotheken.

  • f. Het verrichten en publiceren van onderzoek naar de gevolgen van door partijen bij het cao-overleg gemaakte afspraken met als doel de belangen te dienen van alle werkgevers en werknemers in apotheken;

  • g. Het verrichten en stimuleren van activiteiten die als doel hebben het functioneren van de sectorale arbeidsmarkt te verbeteren;

  • h. Het verrichten en subsidiëren van activiteiten gericht op de verbetering van het personeelsbeleid in de apotheken.

Uitvoering

Artikel 4

De uitvoering van het in het vorige artikel genoemde doel is opgedragen aan de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken en geschiedt volgens de statuten en het reglement van de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken die als bijlage I en II aan deze overeenkomst zijn gehecht en daarvan een integrerend deel uitmaken. De Stichting kan de uitvoering delegeren aan een directie onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de Stichting.

Rechten en plichten

Artikel 5
  • 1. Iedere werknemer en iedere werkgever heeft het recht deel te nemen aan c.q. gebruik te maken van (de resultaten van) de door de Stichting gefinancierde activiteiten.

  • 2. De werkgever en de werknemer zijn gehouden de door de Stichting c.q. directie in het kader van de doelstelling gevraagde financiële gegevens te verstrekken, zich te houden aan al hetgeen in deze Cao en daarbij behorende statuten en reglementen is of wordt bepaald.

  • 3. De werkgever is aan de Stichting verschuldigd een bijdrage welke jaarlijks wordt bepaald door de bij deze cao betrokken partijen. De hoogte van deze bijdrage is vastgesteld op 0,35% van de som van de maandsalarissen van iedere maand van alle werknemers die bij de werkgever in dienst zijn. Tot het maandsalaris wordt gerekend het bruto maandsalaris vermeerderd met de geldelijke vergoedingen voor bijzondere diensten. Vakantietoeslag, werkgeversbijdrage levensloop, geldelijke overwerkvergoeding en reiskostenvergoeding worden niet tot het maandsalaris gerekend. Andere toeslagen worden alleen dan tot het maandsalaris gerekend indien en voor zover deze toeslagen een structureel karakter kennen.

    De werkgever is verplicht deze bijdrage aan de Stichting te voldoen door betaling van de door de directie uit te brengen premiepot zonder inhouding op het loon van de werknemer.

STATUTEN BEDRIJFSFONDS APOTHEKEN

NAAM EN ZETEL
Artikel 1

De stichting draagt de naam: Stichting Bedrijfsfonds Apotheken.

Zij is gevestigd te Nieuwegein.

DEFINITIE
Artikel 2

In deze Statuten wordt verstaan onder:

a. ‘Stichting’:

Stichting Bedrijfsfonds Apotheken.

b. werkgever:
  • 1. iedere natuurlijke of rechtspersoon, die een apotheek exploiteert, niet zijnde een ziekenhuisapotheek, een apotheek van rijk, provincie of gemeente, een apotheek van een apotheekhoudend huisarts of een apotheek gevestigd in een gezondheidscentrum, waarbij de werknemers rechtstreeks in loondienst zijn van een stichting te exploitatie van dat gezondheidscentrum, of waarbij de werknemers rechtstreeks in loondienst zijn van een apotheek welke zowel gevestigd is en participeert in het gezondheidscentrum, ongeacht het gegeven of de apotheek al dan niet rechtstreeks in eigendom is van dat gezondheidscentrum, een en ander voor zover binnen de apotheek de totale bruto omzet over een kalenderjaar voor vijftig procent (50%) of meer wordt gegenereerd uit de verkoop van medicijnen op recept als bedoeld in de Geneesmiddelenwet (Wet van acht februari tweeduizend zeven (08-02-2007), Staatsblad 93, ter vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet);

  • 2. iedere natuurlijke of rechtspersoon, die een apotheek exploiteert, niet zijnde een ziekenhuisapotheek, een apotheek van het rijk, provincie of gemeente, een apotheek van een apotheekhoudend huisarts of een apotheek gevestigd in een gezondheidscentrum, waarbij de werknemers rechtstreeks in loondienst zijn van een stichting ter exploitatie van het gezondheidscentrum, of waarbij de werknemers rechtstreeks in loondienst zijn van een apotheek welke zowel gevestigd is en participeert in het gezondheidscentrum, ongeacht het gegeven of de apotheek al dan niet rechtstreeks in eigendom is van dat gezondheidscentrum, ongeacht de hoogte van de totale bruto omzet over een kalenderjaar van de verkoop van medicijnen op recept als bedoeld in de Geneesmiddelenwet (Wet van acht februari tweeduizend zeven (08-02-2007), Staatsblad 93, ter vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet) en waarop geen andere Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) van toepassing is.

c. werknemer:
  • 1. zij die in dienst is van de in sub b genoemde werkgever en in het bezit is van een Nederlands getuigschrift of een daarmee gelijkgesteld diploma casu quo getuigschrift van apothekersassistent en niet ouder is dan 67 jaar;

  • 2. zij die in dienst is van de in sub b genoemde werkgever en het hiervoor onder 1 genoemde getuigschrift of diploma niet bezit en niet ouder is dan 67 jaar, met uitzondering van de werknemer, die in bezit is van het diploma van apotheker;

  • 3. zij die in dienst is bij een werkgever, die een drogisterijbedrijf uitoefent, zoals bedoeld in de Collectieve Arbeidsovereenkomst Drogisterijbranche en die de functie van apothekersassistent, als bedoeld in de Geneesmiddelenwet (Wet van acht februari tweeduizend zeven (08-02-2007), Staatsblad 93, ter vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet uitoefent, en niet ouder is dan 67 jaar.

d. (openbare) apotheek:

een lokaal of een samenhangend geheel van lokalen waarin geneesmiddelen worden bereid, ter hand worden gesteld en ten behoeve van terhandstelling in voorraad worden gehouden dan wel alleen ter hand worden gesteld en daartoe in voorraad worden gehouden.

e. ziekenhuisapotheek:

een lokaal of samenhangend geheel van lokalen waarin ten behoeve van de in een ziekenhuis opgenomen patiënten geneesmiddelen worden bereid, ter hand worden gesteld en ten behoeve van terhandstelling in voorraad worden gehouden, dan wel alleen ter hand worden gesteld en daartoe in voorraad worden gehouden.

f. recept:

een door een met naam en werkadres aangeduide beroepsbeoefenaar als bedoeld in artikel 36, veertiende lid van Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG van elf november negentienhonderd drie en negentig (11-11-1993), Staatsblad 655, dan wel een daartoe in een andere lidstaat bevoegde beroepsbeoefenaar, opgesteld document waarin aan een persoon of instantie als bedoeld in artikel 61, eerste lid van de Geneesmiddelenwet (Wet van acht februari tweeduizend zeven (08-02-2007), Staatsblad 93, ter vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet), een voorschrift wordt gegeven om een met zijn stofnaam of merknaam aangeduid geneesmiddel in de aangegeven hoeveelheid, sterkte en wijze van gebruik ter hand te stellen aan een te identificeren patiënt, en dat is ondertekend door de desbetreffende beroepsbeoefenaar dan wel, zonder te zijn ondertekend, met een zodanige code is beveiligd dat een daartoe bevoegde persoon of instantie de authenticiteit ervan kan vaststellen.

g. ‘bestuur’:

het bestuur van de Stichting;

h. ‘directie’:

het in artikel 8 van de statuten van de Stichting genoemd uitvoeringsorgaan;

i. ‘statuten/reglement’:

de statuten van de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken en het reglement van de Stichting bedrijfsfonds Apotheken;

j. ‘CAO Apotheken’:

de collectieve arbeidsovereenkomst apotheken afgesloten tussen enerzijds de Vereniging Zelfstandige Apothekers (VZA) en Associatie van Ketenapotheken (ASKA) en anderzijds Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) en CNV Connectief, sector CNV Zorg & Welzijn.

DOEL
Artikel 3

De stichting heeft ten doel, gelijk als vermeld in artikel 3 van de CAO Bedrijfsfonds Apotheken, het geheel of gedeeltelijk initiëren, stimuleren en financieren van activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van en het in stand houden van goede scholing, goede arbeidsverhoudingen en arbeidsomstandigheden, en een goede werking van de sectorale arbeidsmarkt in de apotheken.

Deze activiteiten bestaan, binnen de doelstelling van de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken, uit het bevorderen van:

  • a. Het geven van voorlichting en informatie over, evenals het bevorderen van een goede toepassing van de rechtsgevolgen die voortvloeien uit de CAO Apotheken en de wettelijke voorschriften met betrekking tot algemene arbeidsvoorwaarden;

  • b. Het ontwikkelen, aanbieden en subsidiëren van activiteiten op het gebied van scholing en vorming ten behoeve van iedere werknemer die onder het Fonds valt;

  • c. Het bekostigen van activiteiten die gericht zijn op binnen de apotheken - in het belang van goede arbeidsverhoudingen - te verlenen diensten, zijnde het bevorderen van het goed functioneren van ondernemingsraden en of personeelsvertegenwoordigingen en of werkoverleg binnen de apotheken;

  • d. Het verrichten van onderzoek naar en het in stand houden van een functieclassificatiesysteem en beoordelingssysteem met het daarop gebaseerde beloningssysteem;

  • e. Het verrichten en publiceren van onderzoek ten behoeve van het tot stand brengen en uitvoeren van maatregelen ter verbetering van de arbeidsomstandigheden van werknemers in apotheken;

  • f. Het verrichten en publiceren van onderzoek naar de gevolgen van door partijen bij het CAO-overleg gemaakte afspraken met als doel de belangen te dienen van alle werkgevers en werknemers in apotheken;

  • g. Het verrichten en stimuleren van activiteiten die als doel hebben het functioneren van de sectorale arbeidsmarkt te verbeteren;

  • h. Het verrichten en subsidiëren van activiteiten gericht op de verbetering van het personeelsbeleid in de apotheken.

INKOMSTEN EN UITGAVEN
Artikel 4
  • 1. De inkomsten van de stichting bestaan uit:

    • a. bijdragen van de werkgevers (zie hiervoor artikel 5 lid 3 CAO Bedrijfsfonds Apotheken);

    • b. bijdragen van de overheid;

    • c. opbrengsten van beleggingen;

    • d. schenkingen, legaten en erfstellingen;

    • e. al hetgeen op andere wijze wordt verkregen.

  • 2. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard dan onder het voorrecht van boedelbeschrijving.

  • 3. De financiële middelen van de stichting bestaan uit de onder lid 1 bedoelde inkomsten verminderd met de bestuurs- en beheerskosten.

Artikel 5
  • 1. Het bestuur kan een subsidie verstrekken aan een instelling mits deze instelling vooraf aan het verzoek tot subsidie een begroting indient welke is gespecificeerd overeenkomstig de in artikel 3 van deze statuten en artikel 3 van de CAO Bedrijfsfonds Apotheken bedoelde bestedingsdoelen respectievelijk activiteiten.

  • 2. Voorts dient de subsidie ontvangende instelling jaarlijks een door een registeraccountant of accountant-administratieconsulent met een certificerende bevoegdheid een gecontroleerde verklaring te overleggen over de besteding van de subsidiegelden, welke verklaring ten minste moet zijn gespecificeerd volgens de in artikel 3 van deze statuten en artikel 3 van de CAO Bedrijfsfonds Apotheken bedoelde bestedingsdoelen respectievelijk activiteiten, en voorts een geïntegreerd onderdeel moet uitmaken van het (financieel) jaarverslag ex artikel 10 van de statuten.

BESTUUR
Artikel 6
  • 1. Het Bestuur van de stichting bestaat uit zes leden, te weten drie werkgeversleden, waarvan twee aan te wijzen door het bestuur van de Vereniging Zelfstandige Apothekers en één aan te wijzen door Associatie van ketenapotheken en drie werknemersleden gezamenlijk aan te wijzen door Federatie Nederlandse Vakbeweging, afgekort: FNV en CNV Connectief, sector CNV Zorg & Welzijn.

  • 2. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris, een plaatsvervangend voorzitter en een plaatsvervangend secretaris.

  • 3. De functies van voorzitter en plaatsvervangend voorzitter worden in de even kalenderjaren vervuld door werkgeversleden en in de oneven kalenderjaren door werknemersleden.

    Omgekeerd worden de functies van secretaris en plaatsvervangend secretaris in de oneven kalenderjaren vervuld door een werkgeverslid en in de even kalenderjaren door een werknemerslid.

  • 4. De bestuursleden worden benoemd voor een periode van drie jaar. Zij zijn terstond hernoembaar.

    In een tussentijdse vacature wordt binnen twee maanden voorzien door de organisatie, die het uittredende bestuurslid heeft benoemd.

  • 5. De in dit artikel genoemde organisaties hebben te allen tijde het recht om door hen aangewezen bestuursleden te vervangen of daarvoor tijdelijke plaatsvervangers aan te wijzen.

  • 6. Het bestuurslidmaatschap van de leden van het bestuur eindigt door:

    • a. bedanken;

    • b. vervanging overeenkomstig het bepaalde in het vorige lid van dit artikel

    • c. drie opeenvolgende zittingstermijnen;

    • d. overlijden.

BEVOEGDHEDEN VAN HET BESTUUR
Artikel 7
  • 1. Het bestuur van de stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de gezamenlijke bestuursleden, dan wel door de voorzitter van het bestuur, gezamenlijk handelend met de secretaris van het bestuur.

  • 2. Het bestuur is belast met de zorg voor de uitvoering en handhaving van de statuten en het reglement alsmede voor het beheer van het vermogen van de stichting.

  • 3. Het bestuur is bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen, daaronder tot het verrichten van alle rechtshandelingen, daaronder met name begrepen die, bedoeld in artikel 291 lid 2 boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 4. Kosten die bestuurders in de uitoefening van hun functie maken worden hen door de stichting vergoed.

DIRECTIE
Artikel 8
  • 1. Het administratief en geldelijk beheer wordt onder verantwoordelijkheid van het bestuur en met inachtneming van de door het bestuur vastgestelde instructie waarin opgenomen een overeenkomst en volmacht gevoerd door een door het bestuur aan te wijzen directie.

    De kosten van het beheer komen voor rekening van de stichting.

  • 2. De opdracht tot het voeren van administratie en geldelijk beheer aan de directie wordt schriftelijk verstrekt.

BESTUURSVERGADERINGEN
Artikel 9
  • 1. De voorzitter of ten minste twee overige bestuursleden zijn gelijkelijk bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen.

    Het bestuur vergadert ten minste één maal per jaar.

  • 2. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur geschiedt door de in het voorgaande lid bedoelde personen, dan wel namens deze personen door de secretaris schriftelijk op een termijn van ten minste zeven dagen, onder opgave van de te behandelen onderwerpen. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden binnen Nederland op een door degene die de vergadering bijeen riep, dan wel deed bijeen roepen, nader te bepalen plaats.

    Indien wordt gehandeld in strijd met het hiervoor in dit lid bepaalde, kan het bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, tenzij een of meer bestuurders zich daartegen verzetten.

    Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de bestuurders en degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd.

  • 3. Indien door de Minister van Sociale Zaken de wens daartoe te kennen wordt gegeven, wordt in overleg tussen het bestuur van de stichting en de Minister een waarnemer toegelaten bij de bestuursvergaderingen.

    Waarnemers zijn gerechtigd tot het bijwonen van alle bestuursvergaderingen en ontvangen alle voor de bestuursleden bestemde stukken.

  • 4. Een bestuurder kan zich door een daartoe schriftelijk gevolmachtigd ander lid van het bestuur ter bestuursvergadering doen vertegenwoordigen.

    Deze vertegenwoordiging strekt zich mede uit tot het stemrecht.

  • 5. De voorzitter casu qua plaatsvervangend voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur, bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.

    Besluiten kunnen slechts rechtsgeldig worden genomen indien ten minste twee van de door de werkgeversorganisatie aangewezen bestuursleden en twee van de door de werknemersorganisaties aangewezen bestuursleden aanwezig zijn.

  • 6. Elk bestuurslid brengt één stem uit, tenzij het aantal ter vergadering aanwezige werkgeversleden verschilt met het aantal werknemersleden, in welk geval elk van de bestuursleden van de ene groep evenveel stemmen uitbrengt als van de andere groep bestuursleden aanwezig zijn.

  • 7. Tenzij in deze statuten uitdrukkelijk anders is bepaald, worden besluiten genomen met meerderheid van het geldig aantal uitgebrachte stemmen.

    Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht.

  • 8. Bij staking van stemmen wordt het voorstel in de volgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld.

    Staken de stemmen dan opnieuw, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

  • 9. Over zaken wordt bij voorkeur mondeling en over personen wordt schriftelijk gestemd.

    Het bestuur is evenwel bevoegd, indien de meerderheid daartoe besluit, de stemming op een andere wijze te houden.

JAARVERSLAG, REKENING EN VERANTWOORDING
Artikel 10
  • 1. Het bestuur van de stichting stelt jaarlijks voor de eerste november een begroting van inkomsten en uitgaven van de stichting vast. De begroting moet zijn ingericht en gespecificeerd overeenkomstig de in artikel 3 van deze statuten bedoelde bestedingsdoelen respectievelijk activiteiten. De begroting wordt desgevraagd voor de bij de stichting betrokken werkgevers en werknemers beschikbaar gesteld.

  • 2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar stelt het bestuur een (financieel) verslag op, bestaande uit een balans, rekening van baten en lasten, alsmede een verslag over de financiële toestand van de stichting in het voorafgaande kalenderjaar, dat een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen van de stichting en van de ontwikkelingen daarvan gedurende het verslagjaar.

  • 3. Het bestuur legt in het verslag rekening en verantwoording af van het gevoerde beleid waarbij:

    • a. het verslag overeenkomstig de in artikel 3 van deze statuten bedoelde bestedingsdoelen respectievelijk activiteiten zijn gespecificeerd en gecontroleerd door een registeraccountant of accountant-administratieconsulent met een certificerende bevoegdheid, uit welke stukken moet blijken dat de uitgaven conform de bestedingsdoelen zijn gedaan;

    • b. het verslag en de accountantsverklaring ter inzage van de bij de stichting betrokken werkgevers en werknemers wordt neergelegd ten kantore van de stichting en op één of meer door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te wijzen plaatsen;

    • c. het verslag en de accountantsverklaring op aanvraag aan de bij de stichting betrokken werkgevers en werknemers wordt toegezonden tegen betaling van de daaraan verbonden kosten.

  • 4. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 11

Het (financieel) jaarverslag en de accountantsverklaring dienen uiterlijk binnen zes maanden na afloop van het boekjaar waarop het verslag betrekking heeft in drievoud te worden toegezonden aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; dit verslag en de accountantsverklaring liggen voor een ieder ter inzage bij het ministerie.

BELEGGINGEN
Artikel 12

Het bestuur is belast met het beheer van het vermogen van de stichting.

Voor zover gelden van de stichting voor belegging beschikbaar zijn, worden deze gelden door de directie onder verantwoordelijkheid van het bestuur belegd, met inachtneming van in redelijkheid daarvoor te stellen eisen van liquiditeit, rendement en risicoverdeling.

Er wordt niet in aandelen belegd.

REGLEMENT

Artikel 13
  • 1. Het bestuur stelt een reglement vast. De bepalingen van het reglement mogen niet in strijd zijn met deze statuten.

  • 2. Ten aanzien van besluiten tot vaststelling of wijziging van het reglement is al het bepaalde in het artikel 14 lid 1 van toepassing.

STATUTENWIJZIGING EN ONTBINDING

Artikel 14
  • 1. Besluiten tot wijziging der statuten of tot ontbinding van de stichting kunnen alleen door het bestuur worden genomen in een vergadering waarin zowel alle werkgevers- als alle werknemersleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en ten minste twee/ derde der geldig uitgebrachte stemmen zich daar voor verklaart.

  • 2. Een besluit tot ontbinding wordt niet genomen dan nadat twee maanden zijn verstreken na de dag waarop het voorstel tot ontbinding door het bestuur is toegezonden aan de in artikel 6 lid 1 genoemd organisaties.

  • 3. Het bestuur zal binnen twee weken na het verlijden van de akte van statutenwijziging een authentiek afschrift van die akte voor een ieder ter inzage leggen bij de griffie van de rechtbank te Utrecht.

VEREFFENING NA ONTBINDING

Artikel 15
  • 1. De vereffening geschiedt door het bestuur.

  • 2. De stichting blijft na de ontbinding voortbestaan indien en voor zover dat voor de vereffening van haar zaken nodig is.

  • 3. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht.

  • 4. Het bestuur bepaalt welke bestemming na betaling van alle schulden aan de overgebleven bezittingen van de stichting zal worden gegeven, met dien verstande dat het saldo zal worden bestemd voor een doel dat het doel van de stichting zoveel mogelijk nabij komt.

  • 5. De slotrekening van de vereffening alsmede de bestemming van het eventuele saldo behoeven de goedkeuring van de organisaties bedoeld in artikel 6 lid 1.

ONVOORZIENE GEVALLEN

Artikel 16

Het bestuur is bevoegd in onvoorziene gevallen af te wijken van het bepaalde in het reglement, mits daarbij niet in strijd wordt gehandeld met de statuten.

STICHTING BEDRIJFSFONDS APOTHEKEN

REGLEMENT
Definities
Artikel 1

In dit reglement wordt verstaan onder:

a. ‘Stichting’:

Stichting Bedrijfsfonds Apotheken;

b. werkgever:
  • 1. iedere natuurlijke of rechtspersoon, die een apotheek exploiteert in Nederland, niet zijnde een apotheek van een ziekenhuis, een apotheek van rijk, provincie of gemeente, een apotheek van een apotheekhoudend huisarts of een apotheek gevestigd in een gezondheidscentrum, waarbij de werknemers in loondienst zijn van een stichting ter exploitatie van dat gezondheidscentrum, of waarbij de werknemers rechtstreeks in loondienst zijn van een apotheek welke zowel gevestigd is en participeert in het gezondheidscentrum, ongeacht het gegeven of de apotheek al dan niet rechtstreeks in eigendom is van dat gezondheidscentrum, een en ander voor zover binnen de apotheek de totale bruto omzet over een kalenderjaar voor 50% of meer wordt gegenereerd uit de verkoop van medicijnen op recept als bedoeld in de Geneesmiddelenwet (Wet van 8 februari 2007, Stb. 93, ter vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet).

  • 2. iedere natuurlijke of rechtspersoon, die een apotheek exploiteert in Nederland, niet zijnde een apotheek in een ziekenhuis, een apotheek van het rijk, provincie of gemeente, een apotheek van een apotheekhoudend huisarts of een apotheek gevestigd in een gezondheidscentrum, waarbij de werknemers in loondienst zijn van een stichting ter exploitatie van het gezondheidscentrum, of waarbij de werknemers rechtstreeks in loondienst zijn van een apotheek welke zowel gevestigd is en participeert in het gezondheidscentrum, ongeacht het gegeven of de apotheek al dan niet rechtstreeks in eigendom is van dat gezondheidscentrum, ongeacht de hoogte van de totale bruto omzet over een kalenderjaar van de verkoop van medicijnen op recept als bedoeld in de Geneesmiddelenwet (Wet van 8 februari 2007, Stb. 93, ter vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet) en waarop geen andere Cao van toepassing is.

c. werknemer:
  • 1. zij die in dienst is van de in sub b genoemde werkgever en in het bezit is van een Nederlands getuigschrift of een daarmee gelijkgesteld diploma c.q. getuigschrift van apothekersassistent en niet ouder is dan 67 jaar;

  • 2. zij die in dienst is van de in sub b genoemde werkgever en het hiervoor onder 1 genoemde getuigschrift of diploma niet bezit en niet ouder is dan 67 jaar, met uitzondering van de werknemer, die in het bezit is van het diploma van apotheker;

  • 3. zij die in dienst bij een werkgever, die een drogisterijbedrijf uitoefent, zoals bedoeld in de Cao Drogisterijbranche, en die de functie van apothekersassistent, als bedoeld in de Geneesmiddelenwet (Wet van 8 februari 2007, Stb. 93, ter vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet) uitoefent, en niet ouder is dan 67 jaar;

d. apotheek:

een lokaal of een samenhangend geheel van lokalen waarin geneesmiddelen worden bereid, ter hand worden gesteld en ten behoeve van terhandstelling op voorraad worden gehouden dan wel alleen ter hand worden gesteld en daartoe in voorraad worden gehouden;

e. ziekenhuisapotheek:

een lokaal of samenhangend geheel van lokalen waarin ten behoeve van de in een ziekenhuis opgenomen patiënten geneesmiddelen worden bereid, ter hand worden gesteld en ten behoeve van terhandstelling in voorraad worden gehouden, dan wel alleen ter hand worden gesteld en daartoe in voorraad worden gehouden.

f. recept:

een door een met naam en werkadres aangeduide beroepsbeoefenaar als bedoeld in artikel 36, veertiende lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG, Wet van 11 november 1993, Stb. 655) dan wel een daartoe in een andere lidstaat bevoegde beroepsbeoefenaar, opgesteld document waarin aan een persoon of instantie als bedoeld in artikel 61, eerste lid van de Geneesmiddelenwet (Wet van 8 februari 2007, Stb. 93, ter vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet), een voorschrift wordt gegeven om een met zijn stofnaam of merknaam aangeduid geneesmiddel in de aangegeven hoeveelheid, sterkte en wijze van gebruik ter hand te stellen aan een te identificeren patiënt, en dat is ondertekend door de desbetreffende beroepsbeoefenaar dan wel, zonder te zijn ondertekend, met een zodanige code is beveiligd dat een daartoe bevoegde persoon of instantie de authenticiteit ervan kan vaststellen;

g. ‘bestuur’:

het bestuur van de Stichting;

h. ‘directeur’:

het in artikel 8 van de statuten van de Stichting genoemd uitvoeringsorgaan;

i. ‘statuten/reglement’:

de statuten van de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken en het reglement van de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken;

i. ‘Cao Apotheken’:

de collectieve arbeidsovereenkomst Apotheken;

j. ‘Cao Bedrijfsfonds Apotheken’:

de collectieve arbeidsovereenkomsten Bedrijfsfonds Apotheken.

Hoogte bijdrage
Artikel 2
  • 1. De hoogte der bijdragen als bedoeld in artikel 5 van de CAO Bedrijfsfonds Apotheken wordt jaarlijks bepaald door de bij de Cao Apotheken betrokken partijen.

  • 2. De stichting deelt het te betalen bedrag der bijdragen schriftelijk aan de werkgever mede, met mededeling van de termijn waarbinnen betaling dient te geschieden.

  • 3. Bij niet tijdige betaling van de verschuldigde bijdrage is de werkgever door het enkele verloop van de termijn in gebreke. De stichting is dan bevoegd te vorderen de rente over het verschuldigde bedrag van de dag af dat het verschuldigde bedrag betaald had moeten zijn tot aan de dag der algehele voldoening. De rente wordt berekend naar het percentage aan de hand van een vaste voorschotrente plus 0,5 procentpunt.

  • 4. Boven en behalve de in het voorgaande lid bedoelde rentevergoeding is de werkgever in geval van nalatigheid verplicht op de eerste vordering aan de stichting te betalen alle kosten, welke ter invordering van het verschuldigde zijn gemaakt.

  • 5. De werkgevers en werknemers zijn verplicht op geleide van artikel 5 Cao Bedrijfsfonds Apotheken alle gegevens te verstrekken die het bestuur voor een goede uitvoering van het in de statuten en het reglement bepaalde nodig acht.

  • 6. Bij gebreke van het in het vorige lid bedoelde gegevens is het bestuur gerechtigd de betreffende gegevens naar beste weten te schatten.

Realisering doelstelling
Artikel 3

De stichting realiseert het in het artikel 3 van de statuten genoemde doel door het financieren van activiteiten als genoemd in de doelstelling.

Werkwijze
Artikel 4
  • 1. Het indienen van een aanvraag geschiedt door een van de partijen betrokken bij de Cao Bedrijfsfonds Apotheken of door het bestuur zelf. In geval van subsidieverstrekking aan een cao partij betrokken bij de Cao Bedrijfsfonds Apotheken moeten de navolgende voorwaarden in acht genomen worden:

    • a. de subsidie verzoekende instelling moet een begroting indienen, welke moet zijn gespecificeerd overeenkomstig de in artikel 3 van de statuten van de stichting en artikel 3 van de Cao Bedrijfsfonds Apotheken bedoelde bestedingsdoelen respectievelijk activiteiten;

    • b. de subsidie ontvangende instelling dient jaarlijks een door een registeraccountant of accountants-/administratieconsulent met certificerende bevoegdheid een gecontroleerde verklaring te overleggen over de besteding van de subsidiegelden, welke verklaring (ten minste) moet zijn gespecificeerd volgens de in artikel 3 van de statuten van de stichting en in artikel 3 van de Cao Bedrijfsfonds Apotheken bedoelde bestedingsdoelen respectievelijk activiteiten, en geïntegreerd onderdeel uit moet maken van het (financieel) jaarverslag van de stichting.

  • 2. Het bestuur bepaalt welke activiteiten als bedoeld in artikel 3 van de statuten door de stichting en in artikel 3 van de Cao Bedrijfsfonds Apotheken gefinancierd zullen worden. Het bestuur stelt voor elke te financieren activiteit een begroting vast voor welke rekening en verantwoording aan het bestuur in verband met de financiering dient te worden afgelegd.

  • 3. Het bestuur is bevoegd nadere voorschriften te geven in verband met financiering.

  • 4. Op beslissingen van het bestuur kan geen beroep worden ingesteld.

Dictum II

De in dictum I opgenomen bepalingen zijn algemeen verbindend verklaard tot en met 31 oktober 2022.

Dictum III

Voor zover de in dictum I opgenomen bepalingen strijdig zijn met bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen. Dit betekent in het licht van de gelijke behandelingswetgeving dat ten aanzien van bepalingen waarin onderscheid wordt gemaakt terwijl daarvoor een objectieve rechtvaardiging vereist is, partijen in de uitvoeringspraktijk moeten zorgen voor een legitiem doel waarbij de ingezette middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.

Dictum IV

Voor zover in de in dictum I opgenomen bepalingen wordt verwezen naar informatie die gepubliceerd is op een website, geldt dat de informatie zoals opgenomen op die website geen onderdeel uit maakt van dit besluit tot algemeenverbindendverklaring. Deze informatie wordt aangemerkt als toepassingspraktijk van cao-bepalingen, zoals bedoeld in paragraaf 3.1. van het Toetsingskader AVV. De inhoud van deze informatie valt niet onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Uitgezonderd zijn de verwijzingen die wettelijk zijn toegestaan.

Dictum V

Dit besluit is krachtens een afzonderlijke beschikking conform de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de ondernemingen DocMorris NV, Tanimis BV en Apo-Rot BV.

Dictum VI

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 november 2022 en heeft geen terugwerkende kracht.

’s-Gravenhage, 30 juli 2020

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, De directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, M.H.M. van der Goes

Naar boven