TOELICHTING
Pleegouders die met Jeugdzorg en Gezinsvoogdij Caribisch Nederland (JGCN) een pleegzorgovereenkomst
hebben gesloten, ontvangen een vergoeding voor de verzorging en opvoeding van hun
pleegkind(eren). In artikel 4 van het Besluit pleegzorg BES is geregeld dat deze pleegzorgvergoeding
bestaat uit een bedrag dat onder omstandigheden kan worden vermeerderd of verminderd.
In deze regeling wordt de hoogte van dit basisbedrag en eventuele toeslagen vastgelegd.
Zowel voor wat betreft de systematiek als de hoogte van de bedragen wordt aangesloten
bij de regeling Jeugdwet waarin de pleegzorgvergoeding voor Europees Nederland is
geregeld. Zo komt er één leeftijdsgebonden basisbedrag dat in principe kostendekkend
is. Voor uitzonderlijke gevallen is voorzien in de mogelijkheid voor de vergoeding
van incidentele bijzondere kosten. Hiermee wordt de vaststelling van de bedragen vereenvoudigd,
worden de administratieve lasten voor zowel pleegouders als JGCN verminderd en wordt
beter aangesloten bij specifieke behoeften per levensfase van het kind.
Verder geldt dat, evenals in Europees Nederland, in zijn algemeenheid kan worden gesteld
dat, wanneer het gaat om pleegzorg in ieder geval de biologische ouders als onderhoudsplichtigen
aangesproken kunnen worden voor kosten die niet uit de pleegvergoeding (bestaande
uit het basisbedrag, vermeerderd of verminderd overeenkomstig artikel 1 en 2 van deze
regeling) kunnen worden betaald.
Artikel 2
Uit artikel 4 van het Besluit Pleegzorg BES volgt dat de pleegzorgvergoeding bestaat
uit een basisbedrag dat kan worden vermeerderd met een toeslag en verminderd met een
korting. In artikel 2 is het basisbedrag opgenomen, dit bedrag is een genormeerde
onkostenvergoeding die varieert met de leeftijd van het pleegkind. In het genormeerde
bedrag zijn opgenomen de kosten die normaliter gemoeid zijn met onder meer voeding,
kosten van woninginrichting, lichamelijke verzorging, zak- en kleedgeld, deelname
aan maatschappelijke activiteiten zoals sport en ontspanning, reiskosten (bijvoorbeeld
voor school of weekendbezoek aan de ouders), kleine onderwijskosten (zoals pennen,
agenda en schriften enz.) en ziektekosten.
Vanwege de hogere kosten voor levensonderhoud op Sint Eustatius en Saba is het basisbedrag
voor deze openbare lichamen hoger dan het basisbedrag voor pleeggezinnen die woonachtig
zijn op Bonaire.
Het basisbedrag wordt verstrekt gedurende de periode dat een pleegouder met JGCN een
pleegzorgovereenkomst heeft gesloten en de pleegouder het kind verzorgt en opvoedt
als behorend tot zijn gezin. Indien een pleegkind (tijdelijk) niet bij een pleegouder
verblijft, zullen er minder kosten worden gemaakt. Indien zich dat voordoet kan het
basisbedrag worden verminderd. JGCN kan hiertoe besluiten. Afwezigheid van een pleegkind
in verband met een gebruikelijke vakantiebesteding heeft geen invloed op de hoogte
van een pleegvergoeding; de kosten van de vakantiebesteding dienen betaald te worden
uit de pleegvergoeding. Bij langdurige afwezigheid, bijvoorbeeld in het geval van
een langdurige ziekenhuisopname zal een afweging moeten worden gemaakt of verblijf
bij de pleegouder nog wel moet worden voorgezet. Van voortzetting sprake zijn als
het pleegkind, bijvoorbeeld in het geval van langdurig verblijf in het ziekenhuis,
toch nog verzorging door de pleegouder nodig heeft, onder andere in de vorm van frequent
bezoek. JGCN kan in dergelijke gevallen besluiten de pleegvergoeding te verlagen,
bijvoorbeeld door te besluiten niet (zonder meer) het basisbedrag toe te kennen maar
een vergoeding van de werkelijke kosten die verband houden met de noodzakelijke kosten
die de pleegouder redelijkerwijs nog moet maken (tot een maximum van het basisbedrag).
Welke kosten redelijkerwijs nog gemaakt moeten worden, is ter beoordeling van JGCN.
Artikel 3
In de in artikel 3, eerste lid, genoemde situaties, wordt het basisbedrag vermeerderd
met de daar genoemde toeslag. JGCN dient slechts te beoordelen of sprake is van een
van de genoemde situaties in onderdeel a of b van het eerste lid. De gehele toeslag
wordt in zulke gevallen betaald; JGCN hoeft derhalve niet te beoordelen of en zo ja,
hoeveel, kosten de pleegouder daadwerkelijk heeft gemaakt.
Het tweede lid van artikel 3 gaat over de situatie waarbij een pleegouder noodzakelijke
kosten maakt die verband houden met de zorg van die pleegouder voor de opvoeding en
de verzorging van een pleegkind met een verstandelijke, lichamelijke, of zintuiglijke
beperking. JGCN dient zich ervan te vergewissen dat de gemaakte kosten inderdaad noodzakelijk
zijn en dat de kosten direct voortvloeien uit de beperking van het pleegkind. Daarnaast
dient JGCN zich ervan te vergewissen dat de te maken kosten niet vergoed kunnen worden
uit een andere regeling. Slechts wanneer op dergelijke regelingen geen of onvoldoende
beroep kan worden gedaan, is aanvullende bekostiging overeenkomstig deze regeling
mogelijk. Kosten die samenhangen met de hoogte van de levensstandaard van het pleegkind
of de pleegouder kunnen niet als noodzakelijke kosten worden aangemerkt. JGCN stelt
de hoogte van de toeslag vast. JGCN stelt daartoe in redelijkheid vast welke kosten
noodzakelijk zijn en of de kosten redelijkerwijs uit het basisbedrag kunnen worden
gedekt of dat er op andere wijze een vergoeding plaats kan vinden. De toeslag gaat
een bedrag van wat daadwerkelijk is uitgegeven niet te boven en bedraagt maximaal
het in het tweede lid genoemde bedrag.
Er is een stapeling van de toeslagen, genoemd in het eerste en tweede lid, mogelijk
indien meerdere van de drie genoemde omstandigheden zich voordoen. Er kan zich bijvoorbeeld
een situatie voordoen waarbij een pleegouder drie kinderen verzorgt, waarvan één pleegkind
een lichamelijke beperking heeft, waarvoor kosten dienen te worden gemaakt die redelijkerwijs
niet uit het basisbedrag of op grond van een andere uitkering kunnen worden voldaan.
Deze pleegouder zal in dit voorbeeld, indien hij extra kosten ten gevolge van de beperking
maakt en het betrokken pleegkind het derde pleegkind is dat bij de pleegouder verblijft,
zowel op basis van het eerste lid, onderdeel b, als op het tweede lid, aanspraak kunnen
maken op het toeslagbedrag, mits voldaan is aan de gestelde voorwaarden. In dit voorbeeld
kan hij twee toeslagen ontvangen.
Artikel 4
Voor pleegkinderen geldt dat in ieder geval de biologische ouders te allen tijde onderhoudsplichtig
zijn en deze kosten dienen te vergoeden. In de praktijk kan het voorkomen dat pleegouders
extra noodzakelijke bijzondere kosten maken die niet uit het basisbedrag dan wel een
toeslag kunnen worden betaald. In situaties waarin de onderhoudsplichtige ouders niet
in staat zijn te voldoen aan hun onderhoudsplicht, regelt onderhavig artikel dat de
bijzondere kosten vergoed kunnen worden. De vereisten, genoemd in artikel 4 van onderhavige
regeling, zijn cumulatief. JGCN beoordeelt of aan alle vereisten is voldaan.
Indien JGCN van oordeel is dat de bijzondere kosten vergoed dienen te worden, wordt
de hoogte van een redelijke vergoeding vastgesteld. Uiteraard zal JGCN pleegouders
goed moeten informeren hoe tot dit oordeel is gekomen. De vergoeding van bijzondere
kosten gaat een bedrag van wat daadwerkelijk is uitgegeven niet te boven. JGCN beoordeelt
in dat kader ook of de bijzondere noodzakelijke kosten te verhalen zijn op onderhoudsplichtige(n)
ouders.
Artikel 5
Op grond van deze bepaling kan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport naar aanleiding van de ontwikkeling van de consumentenprijsindexcijfers voor
de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bedragen (basisbedragen en toeslagen)
vaststellen die in de plaats treden van de bedragen genoemd in artikel 2 en 3 van
deze regeling.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis