Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 juni 2020, 2020-0000072113, tot wijziging van de einddatum van de subsidiabele periode voor projecten gebaseerd op de Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 juni 2014, 2014-0000087456, ter stimulering van activiteiten die een duurzame bijdrage leveren aan het tegengaan van armoede- en schuldenproblematiek, in verband met de coronacrisis

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Wijzigen einddatum beschikking tot subsidieverlening

  • 1. De subsidiabele periode voor een project, gebaseerd op artikel 9, tweede lid, van de Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 juni 2014, 2014-0000087456, ter stimulering van activiteiten die een duurzame bijdrage leveren aan het tegengaan van armoede- en schuldenproblematiek, bedraagt maximaal 30 maanden, indien de einddatum van dat project 1 maart 2020 of later is.

  • 2. Indien subsidie is verleend voor een project waarvan de einddatum 1 maart 2020 of later is, verlengt de minister de periode waarbinnen de subsidiabele activiteiten worden uitgevoerd op verzoek van de subsidieontvanger met maximaal zes maanden, door middel van een wijziging van de beschikking.

Artikel 2. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 29 februari 2020.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 juni 2020

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

TOELICHTING

De in maart 2020 ontstane coronacrisis raakt de werkzaamheden van zeer veel mensen. Ook de uitvoering van verschillende gesubsidieerde projecten kan beïnvloed worden door deze crisis. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat voorgenomen activiteiten slechts met vertraging kunnen worden gerealiseerd. In dat geval is het redelijk dat subsidieontvangers meer tijd krijgen om hun project uit te voeren.

Door de projectperiode te verlengen krijgen subsidieontvangers wanneer zij daarom verzoeken langer de tijd om subsidiabele activiteiten uit te voeren en kan ook de eindverantwoording later worden ingediend. Dit biedt extra tijd voor het uitvoeren van subsidiabele activiteiten en voor accountantswerkzaamheden bij de eindverantwoording. In de inmiddels vervallen Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 juni 2014, 2014-0000087456, ter stimulering van activiteiten die een duurzame bijdrage leveren aan het tegengaan van armoede- en schuldenproblematiek (hierna: de Regeling ter stimulering van activiteiten die een duurzame bijdrage leveren aan het tegengaan van armoede- en schuldenproblematiek) was echter opgenomen dat de subsidiabele periode voor een project maximaal twee jaar bedraagt. Omdat veel projecten die met beroep op deze regeling subsidie ontvangen reeds een projectperiode kennen van twee jaar, is het niet mogelijk om een verlenging van deze projectperiode toe te staan. Dit wordt als ongewenst ervaren en derhalve is besloten de maximale subsidiabele periode te verlengen met een halfjaar, tot maximaal dertig maanden.

Omdat de Regeling ter stimulering van activiteiten die een duurzame bijdrage leveren aan het tegengaan van armoede- en schuldenproblematiek per 1 juli 2019 is vervallen is gekozen om een nieuwe regeling op te stellen, gebaseerd op de Kaderwet SZW-subsidies. In deze regeling is bepaald dat de subsidiabele periode voor een project gebaseerd op de Regeling ter stimulering van activiteiten die een duurzame bijdrage leveren aan het tegengaan van armoede- en schuldenproblematiek maximaal 30 maanden is.

Om dit mogelijk te maken worden de subsidiebeschikkingen op verzoek van de subsidieontvanger van deze projecten verlengd door een wijziging in de beschikking. Alle subsidieontvangers zijn benaderd per mail, waarin ze werden gevraagd aan te geven of ze het project gaan uitvoeren en/of afronden binnen de termijn die daarvoor is opgenomen in de verleningsbeschikking. En of ze gebruik willen maken van de mogelijkheid om de projectperiode met maximaal zes maanden te verlengen. Daarnaast is gevraagd of ze willen aangeven of ze uitstel wensen met betrekking tot het indienen van het verzoek tot subsidievaststelling. Dit heeft betrekking op het indienen van de eindverantwoording en voor zover van toepassing het indienen door de subsidieontvanger van de daarbij behorende controleverklaring en feitelijk rapport van bevindingen. Voor al het overige blijven de voorwaarden voor subsidieverlening ongewijzigd.

In afwijking van de vaste verandermomenten treedt deze regeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 29 februari 2020.

De van de vaste verandermomenten afwijkende inwerkingtredingsdatum houdt verband met het feit dat het wenselijk is deze wijziging vanwege de coronacrisis zo spoedig mogelijk in werking te laten treden. Door het zo spoedig mogelijk in werking te laten treden wordt voor de subsidieontvangers snel duidelijkheid gecreëerd omtrent het verlengen van de projectperiode met maximaal zes maanden. Terugwerkende kracht is nodig om te bewerkstelligen dat alle projecten met een einddatum na 1 maart 2020, het begin van de coronacrisis, in aanmerking komen voor verlenging tot maximaal 30 maanden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

Naar boven