Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Staatscourant 2020, 32360 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Staatscourant 2020, 32360 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Besluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Goeree-Overflakkee, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne houdende regels omtrent het instellen van de gemeenschappelijke regeling Voor de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (Gemeenschappelijke Regeling Voor de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond)
Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond)
Gelet op de besluiten van de deelnemende colleges tot wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond;
besluit vast te stellen de geconsolideerde tekst van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond zoals deze luidt na verwerking van de 2e serie wijzigingen welke in werking treedt na ondertekening van dit besluit;
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Goeree-Overflakkee, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;
dat gelet op het bepaalde bij of krachtens artikel 8 van de Wet veiligheidsregio’s de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Goeree-Overflakkee, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne aangewezen zijn om tezamen een veiligheidsregio te vormen;
dat de colleges van burgemeester en wethouders van voornoemde gemeenten, op grond van artikel 9 Wet veiligheidsregio’s verplicht zijn een gemeenschappelijke regeling te treffen waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld;
dat de gemeenteraden, zoals vereist op grond van artikel 1, tweede en derde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de colleges toestemming hebben gegeven om een regeling te treffen c.q. te wijzigen;
dat het gewenst is dat het openbaar lichaam wordt belast met de taken en bevoegdheden als genoemd in artikel 10 juncto de artikelen 25, 32, 35 en 36 van de Wet veiligheidsregio’s en voorts de overige taken en bevoegdheden die op grond van wet en regelgeving aan het bestuur van de veiligheidsregio wordt opgedragen;
gelet op de Wet veiligheidsregio’s, de Gemeentewet de Wet publieke gezondheidszorg en de Wet gemeenschappelijke regelingen;
Hoofdstuk 1 (Algemene bepalingen)
Daar waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van de gemeente, de gemeenteraad, het college en de burgemeester, onderscheidenlijk: het openbaar lichaam, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter.
Artikel 2. Instelling en plaats van vestiging.
Het openbaar lichaam is een regionaal samenwerkingsverband van de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Goeree-Overflakkee, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne.
Artikel 3. Doel en reikwijdte.
Het openbaar lichaam heeft, mede gezien de taken en bevoegdheden genoemd in artikel 4, tot doel:
het doelmatig organiseren en coördineren van werkzaamheden ter voorkoming, beperking en bestrijding van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt, het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand, het beperken en bestrijden van rampen en overigens het bevorderen van een goede hulpverlening bij ongevallen en rampen;
Artikel 4. Taken en bevoegdheden.
het openbaar lichaam draagt voorts zorg voor:
het uitvoeren van ambulancezorg onder regie van de Coöperatie Ambulancezorg Rotterdam-Rijnmond U.A. indien en voor zover deze vereniging vergunninghouder is als bedoeld in de (Tijdelijke) Wet ambulancezorg, e.e.a. conform hetgeen is geregeld in de oprichtingsstatuten van deze coöperatieve vereniging waarvan het openbaar lichaam lid is;
Hoofdstuk IV (Algemeen bestuur)
Bij het nemen van besluiten door het algemeen bestuur brengen de leden voor de gemeente die zij vertegenwoordigen ieder één stem uit, met uitzondering van de leden die een gemeente vertegenwoordigen met een inwonertal boven 50.000. Zij brengen voor elk volgend 50.000-tal, of gedeelte daarvan, één stem meer uit tot een maximum van elf stemmen per gemeente.
Hoofdstuk V (Dagelijks bestuur)
Artikel 15. Vergaderingen dagelijks bestuur.
Op de vergadering bedoeld in het zesde lid, is het vijfde lid niet van toepassing. Het dagelijks bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerste vergadering was belegd alleen beraadslagen en besluiten, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
Het dagelijks bestuur kan ook buiten vergadering besluiten, mits de zienswijze van alle bestuurders schriftelijk, daaronder begrepen per e-mail, wordt ingewonnen en geen van de bestuurders zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Het voorstel met een conceptbesluit circuleert maximaal vijf werkdagen onder de leden van het dagelijks bestuur. Een voorstel ten aanzien waarvan alle leden tijdens de circulatietermijn door het stellen van een paraaf of verklaring van ‘akkoord’ te kennen heeft gegeven met het advies in te stemmen, resulteert in een besluit conform het uitgebrachte advies. Direct na ontvangst van de laatste paraaf of akkoordverklaring dateert de secretaris het besluit. Het besluit wordt geacht te zijn genomen op de datum van dagtekening door de secretaris. Het besluit wordt opgenomen in de besluitenlijst van de eerstvolgende vergadering.
Hoofdstuk VI (De voorzitter en secretaris)
Voor de vergaderingen van het algemeen bestuur roept hij de leden -spoedeisende gevallen daargelaten- ten minste tien werkdagen voor het houden van de vergadering door middel van een schriftelijke kennisgeving op. In deze kennisgeving zijn de punten vermeld, die ter vergadering zullen worden behandeld, terwijl de daarbij behorende bescheiden zoveel mogelijk zullen worden toegezonden.
Hoofdstuk VII (Bestuurs- en adviescommissies)
Het algemeen bestuur kan, naast commissies van advies, commissies instellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen.
Hoofdstuk VIII (Ambtelijke organisatie)
Artikel 25. De algemeen directeur.
De algemeen directeur staat het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter bij in de hun opgedragen taken en kan gemachtigd worden om namens hen, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft, bepaalde besluiten te nemen en om bepaalde stukken die namens het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur uitgaan namens het desbetreffende bestuur te ondertekenen.
Ten behoeve van het integraal beheer bestaat er een directieraad. Deze directieraad bestaat uit de algemeen directeur (voorzitter) en de leden van de directie.
Artikel 30. Directieteam meldkamer.
Ten behoeve van een adequate mono- en multidisciplinaire aansturing en beheer van de gemeenschappelijke meldkamer en gezamenlijke operationele ruimtes bestaat er een directieteam meldkamer. Dit directieteam bestaat uit een vertegenwoordiger namens de korpschef, de directeur Brandweer, de Voorzitter RAV, de directeur Meldkamer en de algemeen directeur (voorzitter).
Hoofdstuk X (De gemeenschappelijke meldkamer)
De gemeenschappelijke meldkamer beschikt over een net van vaste verbindingen alsmede over een geïntegreerd radionetwerk waarmee de alarmering van de operationele eenheden in het samenwerkingsgebied kan worden verzorgd en waarmee de verbindingen met de politie-, brandweer-, operationele GHOR-voertuigen en ambulances kunnen worden onderhouden.
Hoofdstuk XIII (Financiële bepalingen)
Artikel 38. Verdeling der kosten.
Tot vergoeding van kosten die voor de Veiligheidsregio voortvloeien uit de uitoefening van haar taken in het kader van de bestrijding van rampen en zware ongevallen in buitengewone omstandigheden en de voorbereiding daarop wordt uit ’s Rijks kas jaarlijks een bijdrage verleend (BDUR). De kosten die verband houden met de taken zoals genoemd in de BDUR worden volledig aan de BDUR gelden toegerekend.
De deelnemers waarborgen de betaling van rente en aflossing van de door het openbaar lichaam gesloten geldleningen volgens door het algemeen bestuur vast te stellen regels en naar evenredigheid van het aantal inwoners van iedere gemeente per 1 januari van het desbetreffende kalenderjaar en indien de geldschieters dit wensen onder het doen van afstand van de voorrechten, welke de wet aan borgen toelaat.
Hoofdstuk XV (Toe- en uittreding)
Artikel 42. Toetreding en uittreding.
Toe- en uittreding van colleges van burgemeester en wethouders tot de gemeenschappelijke regeling is slechts mogelijk na wijziging van de verdeling van gemeenten in regio’s, als bedoeld in artikel 8 van de Wet veiligheidsregio’s.
Artikel 45. Wijzigingen of opheffing.
Een voorstel tot wijziging van deze regeling kan worden gedaan door het algemeen bestuur of door de colleges van burgemeester en wethouders van ten minste vijf van de deelnemende gemeenten, zulks onverminderd de ter zake van toepassing zijnde bepalingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Wet veiligheidsregio’s.
De gemeenschappelijke regeling kan slechts worden opgeheven voor zover dit op grond van artikel 8 en artikel 9 van de Wet veiligheidsregio’s mogelijk is. Een besluit tot opheffing van deze gemeenschappelijke regeling wordt niet genomen voordat de betreffende bestuursorganen van alle deelnemende gemeenten daarmee hebben ingestemd.
Hoofdstuk XVI (Inwerkingtreding en overgangsbepalingen)
Artikel 47. Overgangsbepalingen.
Totdat terzake een nieuw besluit wordt genomen, blijven besluiten en verordeningen die door de Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond zijn genomen onderscheidenlijk vastgesteld van toepassing, met dien verstande dat voor “Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond” wordt gelezen: Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen bestuur op 16 december 2013.
de voorzitter,
ing. A. Aboutaleb
de secretaris,
mr. drs. A. Littooij
Overzicht besluiten van de deelnemende colleges van vaststelling van de tweede serie wijzigingen:
Als vastgesteld door het college van Albrandswaard na verkregen toestemming van de gemeenteraad op 18 maart 2013, besluitnummer: 125073;
Als vastgesteld door het college van Barendrecht na verkregen toestemming van de gemeenteraad op 16 juli 2013, brief van 14 november 2013, kenmerk 425333;
Als vastgesteld door het college van Bernisse bij besluit van 9 juli 2013, na verkregen toestemming van de gemeenteraad op 17 september 2013, DocumentlD: 13.0007564;
Als vastgesteld door het college van Brielle bij besluit van12 maart 2013, kenbaar gemaakt bij brief van 18 april 2013 met kenmerk: 13.0003833 en besluit van 10 september 2013 met kenmerk 13.0009553;
Als vastgesteld door het college van Capelle aan den IJssel bij besluit van 2 april 2013 met kenmerk B53/507319 en besluit van 1 oktober 2013 met kenmerk B53/535196;
Als vastgesteld door het college van Goeree-Overflakkee bij besluit van 13 mei 2013 met kenmerk Z-13-02061/4650;
Als vastgesteld door het college van Hellevoetsluis bij besluit van 19 februari 2013 met kenmerk 2013/01414;
Als vastgesteld door het college van Krimpen aan den IJssel na verkregen toestemming van de gemeenteraad op 17 juli 2013;
Als vastgesteld door het college van Lansingerland bij besluit van 3 april 2013 met kenmerk Ut2.44412;
Als vastgesteld door het college van Maassluis bij besluit van 10 april 2013 met kenmerk UIT-13-09526/Z-13-06346;
Als vastgesteld door het college van Ridderkerk bij besluit van 2 juli 2013, kenbaar gemaakt bij brief van 2 juli 2013 met kenmerk 12914;
Als vastgesteld door het college van Rotterdam bij besluit van 19 maart 2013 met kenmerk 1131692-1145623;
Als vastgesteld door het college van Schiedam bij besluit van 26 maart 2013, kenbaar gemaakt bij brief van 14 mei 2013 met kenmerk 13UIT08266;
Als vastgesteld door het college van Spijkenisse bij besluit van 7 mei 2013 met kenmerk 13U0006305;
Als vastgesteld door het college van Vlaardingen bij besluit van 19 maart 2013, kenbaar gemaakt bij brief dd 23 april 2013, briefnummer 620177;
Als vastgesteld door het college van Westvoorne bij besluit van 25 maart 2013 met kenmerk 71923/72504.
Toelichting tweede serie wijzigingen (wijziging 16 december 2013).
In 2006 hebben de gemeenten in de regio Rotterdam-Rijnmond een veiligheidsregio in het leven geroepen als opvolger van de Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond. Hiermee liep Rotterdam-Rijnmond voor op het wetgevingstraject van de Wet veiligheidsregio’s.
Na de vaststelling van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond is deze gemeenschappelijke regeling in 2008 voor de eerste keer gewijzigd als gevolg van het samenvoegen van drie gemeenten tot de huidige gemeente Lansingerland. Daarbij zijn enkele technische wijzigingen doorgevoerd.
Sinds 2008 is het nodige gebeurd binnen de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en het wetgevingskader rondom de veiligheidsregio’s.
Allereerst is natuurlijk de Wet veiligheidsregio op 1 oktober 2010 van kracht geworden. Op grond van die wet dienen de colleges van burgemeester en wethouders een gemeenschappelijke regeling aan te gaan waarmee een Veiligheidsregio in het leven wordt geroepen. Aangezien de huidige gemeenschappelijke regeling was aangegaan door zowel de raden, colleges als burgemeesters zou dit tot een wijziging moeten leiden. Met de wijziging van 2013 stellen de colleges de gemeenschappelijke regeling vast.
Met de invoering van de Wet veiligheidsregio’s zijn de Brandweerwet 1985, de Wet rampen en zware ongevallen en de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen ingetrokken. Met de wijziging van 2013 worden verwijzingen naar deze wetten aangepast.
De Wet veiligheidsregio’s heeft ook gevolgen gehad voor sommige onderdelen van de gemeenschappelijke regeling. De wet regelt bijvoorbeeld zaken als samenstelling van het bestuur, aanwijzing van de voorzitter en de regionalisatie van de brandweer. Waar mogelijk zijn bepalingen uit de gemeenschappelijke regeling geschrapt die overbodig zijn geworden en is de tekst aangepast aan de wet.
Naast de Wet veiligheidsregio’s is ook het wettelijk kader rondom de politieorganisatie en geneeskundige hulpverlening gewijzigd (Politiewet 2012, Wet publieke gezondheid en Tijdelijke wet ambulancezorg). Dit heeft op punten geleid tot aanpassingen.
Beginnend in 2006 en uiteindelijk in 2008 is de brandweerzorg in de regio Rotterdam-Rijnmond geheel geregionaliseerd. Diverse bepalingen uit de gemeenschappelijke regeling zijn daarmee overbodig geworden. Daarnaast is een nieuwe financieringsstructuur voor de brandweerzorg tot stand gekomen.
In 2011 is besloten de functie Regionaal Commandant en Algemeen directeur te verenigen in één functie.
In 2011 is vanwege het verkrijgen van de vergunning voor het ambulancevervoer een coöperatieve vereniging (UA) in het leven geroepen. Dit leidt tot enkele tekstuele aanpassingen.
In 2012 is besloten om af te stappen van het districtsmodel. Naast tekstuele aanpassingen leverde dit de vraag op hoe vervolgens de samenstelling van het dagelijks bestuur wordt bepaald. Gekozen is om het algemeen bestuur als richtlijn mee te geven dat bij de samenstelling van het dagelijks bestuur gekeken moet worden naar een goede geografische spreiding van de leden.
Per 1 januari 2013 zullen de gemeenten op Goeree-Overflakkee worden samengevoegd tot 1 gemeente. Hieraan voorafgaand was de gemeente Rozenburg opgegaan in de gemeente Rotterdam.
Gelet op het aantal wijzigingen is gekozen om met behulp van een driekolommen overzicht, waarbij de geldende tekst en de voorgestelde wijzigingen en eventuele toelichting zichtbaar zijn, voor te leggen ter vaststelling.
toelichting op de belangrijkste wijzigingen
In artikel 3 en 4 wordt verwezen naar de doelstelling en de taken en bevoegdheden die zijn opgedragen aan de Veiligheidsregio. Artikel 10 en 25 van de Wet veiligheidsregio vormen de basis van de taken en bevoegdheden van de veiligheidsregio. Daarnaast vormt het beleidsplan dat op grond van artikel 14 van de Wet veiligheidsregio’s wordt opgesteld ook een bron waaruit taken kunnen voortvloeien. In de basiszorgnorm die in de loop van 2013 wordt ingevoerd, worden met gemeentes afspraken gemaakt over de dienstverlening van de VRR.
Het algemeen bestuur bestaat gelet op artikel 11 van de Wet veiligheidsregio’s uit de burgemeesters namens de gemeenten. De vertegenwoordiger van de gemeente zal aan de gemeenteraad verantwoording afleggen over de wijze waarop hij de gemeente heeft vertegenwoordigd. Bij afwezigheid van de burgemeester kan deze op de voor de gemeente normale wijze door de loco-burgemeester worden vertegenwoordigd.
Gelet op het advies van Berenschot om de vergaderbelasting van het algemeen bestuur te reduceren, is gekozen om de vaststelling en wijziging van rechtspositionele regelingen en uitvoeringsbesluiten op dit vlak te beleggen bij het dagelijks bestuur.
Het dagelijks bestuur bestaat uit minimaal 7 en maximaal 8 leden. Dit aantal was gebaseerd op het aantal de facto werkgebieden (districten) zoals deze in praktijk functioneerden. Met het afschaffen van de districten dient het algemeen bestuur bij het aanwijzen van de leden van het dagelijks bestuur rekening te houden met een evenwichtige geografische afvaardiging.
Artikel 13 en 14 Taken dagelijks bestuur
De taakverdeling tussen dagelijks bestuur en algemeen bestuur is in analogie met de gemeentewet zodanig, dat de taken van het college van burgemeester en wethouders worden uitgevoerd door het dagelijks bestuur, respectievelijk de taken van de gemeenteraad door het algemeen bestuur.
Het algemeen bestuur kan de aan haar wettelijk toegekende of krachtens de gemeenschappelijke regeling toevallende bevoegdheden mandateren aan het dagelijks bestuur. Artikel 13 bevat een aantal bevoegdheden die niet kunnen worden gemandateerd.
Artikel 15 Vergadering dagelijks bestuur
Artikel 15 bevat een nieuwe mogelijkheid om ook buiten een vergadering besluiten te kunnen nemen. Deze wijziging is ingegeven door efficiencyoverwegingen. Het komt voor dat voor sommige besluiten besluitvorming van het dagelijks bestuur noodzakelijk is, maar dat een eerstkomende vergadering lang op zich laat wachten. In een dergelijk uitzonderlijk geval wordt de mogelijkheid geboden om per e-mail tot besluitvorming te komen.
De Wet veiligheidsregio’s bevat bepalingen omtrent het voorzitterschap en welke burgemeester hiertoe wordt aangewezen. Het algemeen bestuur wijst nog wel plaatsvervangers aan.
Artikel 25 en 26 Algemeen directeur en Regionaal Commandant
In 2011 heeft het bestuur besloten de functie van Algemeen Directeur en Regionaal commandant te combineren. De Algemeen Directeur is dan zowel in de koude- als in de warme fase formeel eindverantwoordelijk (ook voor het optreden van de brandweer). Daarmee wordt zowel binnen als buiten de organisatie helder wie aan het Algemeen Bestuur en gemeenteraden verantwoording aflegt over het optreden van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Binnen de Veiligheidsregio is een directeur Brandweer benoemd die tevens plaatsvervangend regionaal commandant is. De directeur Brandweer is verantwoordelijk voor de operationele aansturing van de brandweer. Deze geeft direct leiding aan de repressieve brandweerorganisatie en de organisaties die op brandweergebied actief zijn (overeenkomstig art 25 Wet op de Veiligheidsregio’s).
Artikel 31 Verordening op de veiligheidsregio
Het nut en noodzaak van de verordening op de veiligheidsregio is door de komst van de Wet veiligheidsregio’s en de regionalisering van de brandweer achterhaald. Deze bepaling kan derhalve worden geschrapt.
Op het gebied van de gezamenlijke meldkamer zijn nog veel ontwikkelingen gaande. Zo is er een samenvoeging van de meldkamers van Rotterdam-Rijnmond en de regio Zuid-Holland-Zuid voorzien. Ook zijn er plannen voor een landelijke meldkamerorganisatie. Een en ander kan consequenties hebben voor deze gemeenschappelijke regeling en derhalve in de toekomst leiden tot een nieuwe wijziging.
De Wet veiligheidsregio’s bepaalt thans de regels omtrent doorzettingsmacht en de positie van de voorzitter bij rampen en crisis van meer dan plaatselijke betekenis. In de regio Rotterdam-Rijnmond is de opschalingssystematiek beschreven in de GRIP-procedure.
Bij de behandeling van de financiële verordening in oktober 2011 is de voorgestelde wijziging besproken en is toegezegd deze wijziging bij een eerstkomende wijziging van de gemeenschappelijke regeling mee te nemen. De voorgestelde wijziging houdt in dat een begrotingswijziging van administratieve aard, waarbij het niveau van de dienstverlening voor deelnemende gemeenten gelijk blijft en die tevens geen directie financiële consequenties impliceren, niet gezonden hoeven te worden aan de raden van de deelnemende gemeenten. Het aanspreken van de algemene reserves wordt niet gezien als een wijziging van administratieve aard. Artikel 35, vijfde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen biedt deze mogelijkheid. Hiermee wordt een reductie in administratieve lasten voorzien voor zowel de gemeente als de veiligheidsregio.
Artikel 38 Verdeling van de kosten
In de vergadering van het algemeen bestuur van 8 december 2008 is besloten tot een nieuwe financieringsmethodiek. Deze methodiek die sindsdien is toegepast wordt nu voorzien van een basis in de gemeenschappelijke regeling. De in artikel 1b opgenomen ‘algemene kosten’ zijn verwerkt in de ‘basiszorg kosten’.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-32360.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.