IN OVERWEGING NEMENDE DAT,
de Koorstraat en de Hoogstraat en het tussen deze straten gelegen plein (Hoogkoorplein) zijn gelegen in de gemeente Boxmeer;
het laden-/lossen voor de bedrijven aan het ter hoogte van de Hoogkoorpassage gelegen deel van de Koorstraat en voor een deel van de bedrijven aan de Hoogkoorpassage zelf, doorgaans plaatsvindt op de rijbaan vlak bij de huidige voetgangersoversteekplaats, waardoor onoverzichtelijke situaties ontstaan;
een grote supermarkt wordt gerealiseerd in de commerciële ruimte op de begane grond onder het appartementencomplex Koorstraat, waarbij de ingang wordt verplaatst van de Koorstraat naar het Hoogkoorplein. Hierdoor ontstaat een nieuwe situatie zonder (ingangen naar) winkels aan de zuidzijde van de Koorstraat tegenover de Hoogkoorpassage. Als gevolg daarvan betreft de bevoorrading in dit deel van de Koorstraat dan alleen nog bedrijven aan de zijde van de Hoogkoorpassage van de Koorstraat (centrumzijde);
het college, na inspraak, het definitief ontwerp voor de herinrichting van het Hoogkoorplein heeft vastgesteld, waarin naar aanleiding van deze inspraak een laad-/losplaats is opgenomen in de Koorstraat ter hoogte van en aan de zijde van de Hoogkoorpassage;
deze laad-/losplaats het mogelijk maakt dat in ieder geval door bestelauto’s en bakwagens buiten de rijbaan kan worden geladen en gelost, waardoor bestuurders op de Koorstraat minder worden gehinderd door op de rijbaan stilstaande vracht-/bestelauto’s en voetgangers die gebruik maken van de voetgangersoversteekplaats beter zicht hebben op kruisend verkeer en bestuurders op de Koorstraat beter zicht hebben op overstekende voetgangers;
op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 een verkeersbesluit moet worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;
dat de maatregel, gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994, strekt tot:
- •
het verzekeren van de veiligheid op de weg;
- •
het beschermen van weggebruikers en passagiers;
- •
het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden;
- •
het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;
dat overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer overleg met de politie is gepleegd en dat zij akkoord gaat met het besluit;