De Minister voor Medische Zorg,
Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;
Besluit:
ARTIKEL I
In artikel 6, tweede lid, van de Regeling specifieke uitkering stimulering sport wordt
‘€ 178.000.000’ vervangen door ‘€ 188.000.000’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Algemeen
De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling specifieke uitkering
stimulering sport (hierna: de Regeling).
De in 2019 en 2020 door gemeenten ingediende aanvragen op basis van de Regeling zijn
geanalyseerd. Uit deze analyse is gebleken dat een hogere tegemoetkoming voor gemeenten
meer passend is. Gebleken is namelijk dat in de gemeentelijke aanvragen meer kosten
voor sportbedrijven zijn opgenomen dan verwacht was. Dat is gelegen in het volgende.
Sportbedrijven kunnen ervoor kiezen om voor gemaakte kosten ofwel een subsidie op
grond van de Subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties aan
te vragen of de gemaakte kosten in aanmerking te laten komen op grond van de onderhavige
Regeling. Dit laatste kunnen sportbedrijven doen door de gemaakte kosten, in samenspraak
met de gemeente(n) waar zij de activiteiten uitvoeren, in de aanvraag van de betreffende
gemeente voor de onderhavige Regeling te laten opnemen. Van deze mogelijkheid hebben
meer sportbedrijven gebruik gemaakt dan aanvankelijk was voorzien. Dat maakt dat met
deze wijziging het uitkeringsplafond voor 2020 verhoogd wordt.
Daarnaast is het uitkeringsplafond voor 2020 ook opgehoogd en aangepast in verband
met toepassing van de ‘Overheidsbijdrage in de arbeidsontwikkeling’ (OVA).
In het licht van het naar rato verdelen van het beschikbare uitkeringsplafond over
de gemeenten, is het noodzakelijk om alle ingediende aanvragen volledig beoordeeld
te hebben alvorens op de aanvragen beschikt kan worden.
De uiterlijke datum waarop deze beschikkingen verstrekt kunnen worden is 28 juni.
De ophoging van het uitkeringsplafond dient dan ook voor die datum in werking te zijn
getreden.
Artikelsgewijs
Artikel I
Op basis van de analyse van de door gemeenten ingediende aanvragen in 2019 en 2020
is gebleken dat een bedrag van € 7.000.000 aanvullend benodigd is. Mede omdat voor
2019 geen middelen meer kunnen worden ingezet, komt dit gehele bedrag ten bate van
het beschikbare uitkeringsplafond voor 2020. Daarnaast is voor 2020 sprake van een
indexatie van de OVA. Dat komt neer op een bedrag van € 3.000.000 dat ten bate komt
van het uitkeringsplafond voor 2020. Tezamen betekent dat een verhoging van het beschikbare
uitkeringsplafond voor 2020 van € 10.000.000. Daarmee komt het uitkeringsplafond van
de Regeling voor 2020 op € 188.000.000.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Daarmee wordt afgeweken van de vaste
verandermomenten en minimuminvoeringstermijn die worden gehanteerd op grond van de
Aanwijzingen voor de regelgeving.
Deze uitzondering is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de aanpassing van het uitkeringsplafond
nog tijdig kan worden meegenomen in de besluitvorming over de ingediende aanvragen
voor 2020.
De Minister voor Medische Zorg,
M.J. van Rijn