Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 9 juni 2020, kenmerk 1692655-205456-S, tot wijziging van de Regeling specifieke uitkering stimulering sport in verband met verhoging van het uitkeringsplafond

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 6, tweede lid, van de Regeling specifieke uitkering stimulering sport wordt ‘€ 178.000.000’ vervangen door ‘€ 188.000.000’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, M.J. van Rijn

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling specifieke uitkering stimulering sport (hierna: de Regeling).

De in 2019 en 2020 door gemeenten ingediende aanvragen op basis van de Regeling zijn geanalyseerd. Uit deze analyse is gebleken dat een hogere tegemoetkoming voor gemeenten meer passend is. Gebleken is namelijk dat in de gemeentelijke aanvragen meer kosten voor sportbedrijven zijn opgenomen dan verwacht was. Dat is gelegen in het volgende.

Sportbedrijven kunnen ervoor kiezen om voor gemaakte kosten ofwel een subsidie op grond van de Subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties aan te vragen of de gemaakte kosten in aanmerking te laten komen op grond van de onderhavige Regeling. Dit laatste kunnen sportbedrijven doen door de gemaakte kosten, in samenspraak met de gemeente(n) waar zij de activiteiten uitvoeren, in de aanvraag van de betreffende gemeente voor de onderhavige Regeling te laten opnemen. Van deze mogelijkheid hebben meer sportbedrijven gebruik gemaakt dan aanvankelijk was voorzien. Dat maakt dat met deze wijziging het uitkeringsplafond voor 2020 verhoogd wordt.

Daarnaast is het uitkeringsplafond voor 2020 ook opgehoogd en aangepast in verband met toepassing van de ‘Overheidsbijdrage in de arbeidsontwikkeling’ (OVA).

In het licht van het naar rato verdelen van het beschikbare uitkeringsplafond over de gemeenten, is het noodzakelijk om alle ingediende aanvragen volledig beoordeeld te hebben alvorens op de aanvragen beschikt kan worden.

De uiterlijke datum waarop deze beschikkingen verstrekt kunnen worden is 28 juni. De ophoging van het uitkeringsplafond dient dan ook voor die datum in werking te zijn getreden.

Artikelsgewijs

Artikel I

Op basis van de analyse van de door gemeenten ingediende aanvragen in 2019 en 2020 is gebleken dat een bedrag van € 7.000.000 aanvullend benodigd is. Mede omdat voor 2019 geen middelen meer kunnen worden ingezet, komt dit gehele bedrag ten bate van het beschikbare uitkeringsplafond voor 2020. Daarnaast is voor 2020 sprake van een indexatie van de OVA. Dat komt neer op een bedrag van € 3.000.000 dat ten bate komt van het uitkeringsplafond voor 2020. Tezamen betekent dat een verhoging van het beschikbare uitkeringsplafond voor 2020 van € 10.000.000. Daarmee komt het uitkeringsplafond van de Regeling voor 2020 op € 188.000.000.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Daarmee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn die worden gehanteerd op grond van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Deze uitzondering is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de aanpassing van het uitkeringsplafond nog tijdig kan worden meegenomen in de besluitvorming over de ingediende aanvragen voor 2020.

De Minister voor Medische Zorg, M.J. van Rijn

Naar boven