Instelling tijdelijk gebied met beperkingen Oldebroek en Veluwe en ontheffing minimale vlieghoogte ten behoeve van oefening Red Strike, Ministerie van Defensie

5 juni 2020

Nr. MLA/071/2020

De Minister van Defensie,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelezen het verzoek van de commandant van Korps Commando Troepen van 19 maart 2020;

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, artikel 9, artikel 10, vierder lid en artikel 19, derde lid van het Besluit luchtverkeer 2014;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Ten behoeve van het faciliteren van Close Air Support tijdens oefening Red Strike wordt als oefengebied het tijdelijke gebied met beperkingen (TGB) Oldebroek en Veluwe aangewezen en wordt ontheffing verleend van de minimum VFR-vlieghoogte, bedoeld in paragraaf SERA.5005, onderdeel (f), van verordening (EU) nr. 923/2012, begrensd door de volgende coördinaten en hoogten:

    TGB Oldebroek en Veluwe

    Van 52°22'13.96"N 005°47'50.87"E via een cirkellijn met een straal van vijf (5) nautische mijlen met als middelpunt coördinaat 52°23’46.29”N 005°55’36.66”E met de wijzers van de klok naar 52°18'48.32"N 005°54'45.62"E naar 52°10'00.00"N 005°53'00.00"E naar 52°10'00.00"N 005°38'00.00"E naar 52°15'41.50"N 005°39'08.20"E naar 52°20'27.31"N 005°42'52.47"E terug naar 52°22'13.96"N 005°47'50.87"E van grond tot FL060 (zie figuur). Uitgezonderd van het gebied is de EHR9 Harskamp.

  • 2. Het TGB Oldebroek en Veluwe, genoemd in het eerste lid, wordt ingesteld op de hieronder genoemde dagen en tijdstippen:

    Week 28:

    dinsdag 7 juli 2020 van 09:45 uur tot 10:45 uur, van 12:00 uur tot 17:45 uur en van 18:15 tot 20:00 uur lokale tijd;

    donderdag 9 juli 2020 van 09:45 uur tot 10:45 uur, van 12:00 uur tot 17:45 uur en van 18:15 tot 20:00 uur lokale tijd.

    TGB Oldebroek en Veluwe

    TGB Oldebroek en Veluwe

Artikel 2

Voor het gebruik van het TGB Oldebroek en Veluwe gelden de volgende regels:

  • a. het uitvoeren van andere vluchten dan de bij oefening betrokken vluchten in het TGB is niet toegestaan, met uitzondering van door tussenkomst van MILATCC Schiphol gecoördineerde vluchten en HEMS- en SAR-vluchten en vluchten van de Landelijke eenheid, afdeling Luchtvaart en met uitzondering van gecoördineerde vluchten door luchtvaartuigen die vooraf toestemming hebben verkregen van MilATCC Schiphol;

  • b. de aan de oefening deelnemende gezagvoerder en gezagvoerders van vluchten als genoemd in onderdeel a, dienen radiocontact te hebben met MilATCC Schiphol voor het binnenvliegen van het in artikel 1, eerste lid, genoemde TGB en dienen te voldoen aan de voorwaarden, gesteld door de genoemde LVL-instantie;

  • c. tijdens het vliegen binnen het TGB dient de aan de oefening deelnemende gezagvoerder, met uitzondering van de RPAS, gebruik te maken van een SSR-transponder met mode S of modes A en C;

  • d. de daadwerkelijke activering en de-activering van het TGB zal vooraf gemeld worden aan de supervisor MilATCC Schiphol.

Artikel 3

Voor deelnemende helikopters binnen het in artikel 1, eerste lid genoemde oefengebied;

  • a. bedraagt de toegestane minimum VFR-vlieghoogte binnen de daglichtperiode 100 voet AGL of incidenteel zoveel lager als in verband met het doel van de vlucht noodzakelijk is;

  • b. bedraagt de toegestane minimum VFR-vlieghoogte buiten de daglichtperiode 300 voet AGL of incidenteel zoveel lager als in verband met het doel van de vlucht noodzakelijk is.

  • c. gelden, in aanvulling op de artikelen 7 en 10 juncto 12 van de Regeling minimum VFR-vlieghoogten en VFR-vluchten buiten de daglichtperiode voor militaire vliegtuigen en helikopters, voorts de volgende regels:

    • 1°. laagvliegen is alleen toegestaan voor de luchtvaartuigen die deelnemen aan de oefening;

    • 2°. het overvliegen van gebieden met aaneengesloten bebouwing, ziekenhuizen, sanatoria, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, en mensenverzamelingen wordt vermeden;

    • 3°. aanvliegroute en -hoogte, alsmede oefenlocaties zullen zodanig worden gekozen dat geluidshinder zoveel mogelijk wordt voorkomen;

    • 4°. de vrijstelling van de minimum VFR-vlieghoogte geldt alleen voor die delen van de vlucht die voor het doel van de vlucht noodzakelijk zijn.

Artikel 4

Voor deelnemende militaire en civiele vliegtuigen binnen het in de artikel 1, eerste lid genoemde oefengebied:

  • a. bedraagt de toegestane minimum VFR-vlieghoogte binnen de daglichtperiode 600 voet AGL voor transportvliegtuigen en 1000 voet AGL voor straalvliegtuigen;

  • b. bedraagt de toegestane minimum VFR-vlieghoogte buiten de daglichtperiode 1000 voet AGL;

  • c. geldt dat slechts indien het doel van de vlucht daartoe noodzaakt en uitsluitend binnen een straal van 5nm rond coördinaat 52°23’46.29”N 005°55’36.66”E afwijken van de minimum vlieghoogte is toegestaan tot een minimum vlieghoogte van 250 voet boven hindernissen;

  • d. gelden voorts de volgende regels:

    • 1°. laagvliegen is alleen toegestaan voor luchtvaartuigen die deelnemen aan de oefening;

    • 2°. met betrekking tot het vliegzicht en de wolkenbasis gelden de eisen voor VFR-vluchten;

    • 3°. aaneengesloten bebouwing, industrie, ziekenhuizen, sanatoria en dergelijke worden vermeden;

    • 4°. de ontheffing van de minimum VFR-vlieghoogte geldt alleen voor die delen van de vlucht die voor het doel van de vlucht noodzakelijk zijn;

    • 5°. aanvliegroute en -hoogte, alsmede oefenlocaties, worden zodanig gekozen dat geluidhinder zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Artikel 5

Voor deelnemende RPAS binnen het in de artikel 1, eerste lid genoemde oefengebied geldt:

  • a. een maximum vlieghoogte van 500 voet AMSL;

  • b. dat de oefenleiding de vluchten gescheiden van overige deelnemende eenheden dienen te plannen;

  • c. dat gedurende de uitvoering van de vluchten met het RPAS te allen tijde contact mogelijk dient te zijn tussen de uitvoerende eenheid en MilATCC Schiphol;

  • d. dat de oefenleiding de aanvang en beëindiging van de RPAS vluchten coördineert met MilATCC Schiphol;

  • e. dat tijdens de uitvoering van de vluchten met het RPAS de in het “Operations Manual” opgenomen beperkingen in acht worden genomen;

  • f. dat gedurende de uitvoering van de vluchten aaneengesloten bebouwing, ziekenhuizen, sanatoria en dergelijke worden vermeden.

  • g. voor aanvang van de vluchten met het RPAS stelt de vluchtuitvoerder zich op de hoogte met betrekking tot plaatsen die geschikt zijn voor het uitvoeren van een noodlanding;

  • h. de vliegroute en vlieghoogte worden zodanig gekozen dat in geval van een noodlanding het risico voor derden zoveel mogelijk wordt beperkt.

Artikel 6

Handelen in strijd met artikel 2, onderdeel a, van deze beschikking is een strafbaar feit.

Artikel 7

Deze beschikking treedt in werking met ingang van dinsdag 7 juli 2020 en vervalt met ingang van vrijdag 10 juli 2020.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en zal tevens bekend worden gemaakt door middel van een NOTAM.

De Minister van Defensie, voor deze, De Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit, J.P. Apon,Commodore

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, DienstenCentrum Juridische Dienstverlening, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

Van 7 tot en met 9 juli vindt oefening Red Strike plaats. Om de oefening veilig te laten verlopen is het noodzakelijk dat het betrokken luchtruim tijdelijk wordt gesloten. Deze beschikking maakt dat mogelijk.

Binnen de tijdelijke gebieden met beperkingen mag door de militaire luchtvaartuigen die deelnemen aan de oefening lager worden gevlogen als voor het doel van de vlucht noodzakelijk is op grond van respectievelijk de artikelen 6, 7 en 10 van de Regeling minimum VFR-vlieghoogten en VFR-vluchten buiten de daglichtperiode voor militaire vliegtuigen en helikopters. Dit betekent dat niet continu laag wordt gevlogen.

Luchtvaartuigen in gebruik bij de Landelijke eenheid, afdeling Luchtvaart en luchtvaartuigen ten behoeve van HEMS- en SAR-vluchten mogen het tijdelijke gebied met beperkingen binnenvliegen na toestemming van het MilATCC Schiphol.

Naar boven