Verkeersbesluit N210 diverse verkeersmaatregelen

Logo Zuid-Holland

PZH-2017-584002759 / DOS-2017-0000275

Inleiding

In het verleden is een nieuwe (vervangende) provinciale weg aangelegd waarbij diverse verkeersmaatregelen zijn uitgevoerd op de N210, waarvoor een verkeersbesluit verplicht is. De diverse verkeersmaatregelen zijn sedert 2010 al geëffectueerd. Ook de verkeersborden- en tekens zijn al reeds aanwezig langs en op de weg. Gelet op de wet- en regelgeving en de zorgvuldigheid in het kader van de Algemene wet bestuursrecht nemen wij alsnog een verkeersbesluit voor alle uitgevoerde maatregelen. Het feit dat een verkeersbesluit nog niet genomen is, zorgt er niet voor dat de werking van de borden geschorst wordt. Dit zou tot onduidelijkheid en onveilige situaties kunnen leiden. Als wegbeheerder, is de provincie Zuid-Holland verplicht een verkeersbesluit te nemen.

Bevoegdheid

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben de bevoegdheid om op grond van artikel 18, eerste lid, sub b van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) verkeersbesluiten te nemen voor wegen die bij haar in beheer zijn. Krachtens het ambtelijk mandaatbesluit voor de provinciale organisatie 2019, het ondermandaatbesluit secretaris 2019 en het ondermandaatbesluit directeur Dienst Beheer Infrastructuur 2019, is deze bevoegdheid door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerd aan het hoofd van de eenheid Advies Beheer Assets.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15, eerste lid, van de WVW dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd. Daarnaast moet een verkeersbesluit worden genomen krachtens artikel 15, tweede lid, van de WVW voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.

Motivering

Uit het oogpunt van:

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • het instandhouden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

is het gewenst om diverse verkeersmaatregelen te nemen in de vorm van het plaatsen van verkeersborden en het aanbrengen van verkeerstekens langs en op de N210.

Belangenafweging

Voorrangsweg

De N210 is een gebiedsontsluitingsweg, waarbij doorstroming prioriteit heeft. De weg is daarom weer als voorrangsweg aangewezen.

 

Parallelweg

Door de realisatie van de parallelweg is er een geschikt alternatief beschikbaar voor het landbouwverkeer. In het kader van de verkeersveiligheid is het gewenst om de snelheid op de parallelweg in te stellen op 60 km/h. Dit is een uniforme maatregel op dit type wegen in Nederland. De reden hiervan is dat de parallelweg gemengd verkeer afwikkelt.

 

Inhaalverbod

In verband met de verkeersveiligheid is inhalen niet wenselijk. De intensiteit op deze weg laat het niet toe om op een veilige manier in te kunnen halen. Daarnaast is de weg voorzien van een parallelstructuur waar het langzaam verkeer over afgewikkeld wordt. Daardoor veroorzaakt het langzaam verkeer geen hinder voor doorstroming en daarom is inhalen niet nodig.

 

Doelgroepenstrook

Ter bevordering van de doorstroming en het geven van prioriteit aan lijnbussen is een doelgroepenstrook een aanvullende voorziening voor lijnbussen. Om ook de punctualiteit van de lijnvoering zo hoog mogelijk te houden is een dergelijke maatregel nodig, evenals het aantrekkelijker maken van openbaar vervoer in een drukke stedelijke omgeving. Er is gekozen om ook het vrachtverkeer op de doelgroepenstrook toe te laten, omdat er een overcapaciteit op deze strook aanwezig is als enkel de lijnbus daar gebruik van maakt. Het is een voortzetting van de reeds bestaande maatregel.

 

Busstrook

Voor een prioriteitsbehandeling in de verkeerslichtenregeling bij het kruispunt met de Nieuwe Tiendweg is net voor het kruispunt een aparte busstrook gerealiseerd. Deze busstrook ligt in het verlengde van de doelgroepenstrook, maar is op dit punt niet meer bedoeld voor vrachtverkeer. Het vrachtverkeer dient de reguliere rijstroken van het kruispunt te gebruiken.

 

Snelheidslimiet 50 km/h tussen het kruispunt met de Nieuwe Tiendweg en de rotonde Tiendweg

Het wegvak tussen het kruispunt met de Nieuwe Tiendweg en de rotonde met de Tiendweg is gelegen buiten de bebouwde kom. Wettelijk gezien geldt daar automatisch een maximum snelheid van 80 km/h. Doordat het tussen de bebouwde omgeving gelegen is en niet gesloten is voor langzaam verkeer, is in het verleden besloten om een snelheidslimiet van 50 km/h in te stellen. De maatregel wordt gecontinueerd.

 

Rotondes

Op de rotondes wordt de voorrang geregeld, waarbij het verkeer op de rotonde voorrang geniet op het verkeer dat de rotonde op wil rijden. Deze maatregel is in Nederland een uniforme wijze van het regelen van de voorrang op een rotonde. De (brom-)fietsers moeten op deze rotondes voorrang verlenen aan het kruisende gemotoriseerde verkeer.

 

Bushaltes

Lang het gehele traject zijn bushaltes gerealiseerd nabij rotondes en kruispunten. Deze bushaltes zijn uitgevoerd als bushalte met haltekom, waardoor doorstroming en verkeersveiligheid gewaarborgd blijven.

 

Sluipverkeer

Om sluipverkeer in de spitsperioden te weren wordt een gelotenverklaring ingesteld op de parallelweg aan de zuidzijde van de N210 tussen de rotonde Krimpenerbosweg en dee rotonde Tiendweg.

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is er overleg gepleegd met de korpschef. De politie-eenheid Den Haag heeft aangegeven dat bij reeds uitgevoerde maatregelen, waarbij achteraf een verkeersbesluit genomen wordt, geen inhoudelijk advies afgegeven wordt.

 

Besluit

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, gelet op het voorgaande besluiten:

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten in te trekken die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit;

  • 2.

    Voor het in de gemeente Krimpen aan den IJssel en de gemeente Krimpenerwaard buiten de bebouwde kom gelegen gedeelte van de provinciale weg N210, plaatselijk bekend als C.G. Roosweg, tussen het kruispunt met de Nieuwe Tiendweg in Krimpen aan den IJssel en de aansluiting met de N207 / N478 in Bergambacht de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      door plaatsing van de borden model A1 van Bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) 1990 met daarop het getal ‘50’ een snelheidslimiet in te stellen van 50 km/h op het gedeelte N210 tussen het kruispunt met de Nieuwe Tiendweg en de rotonde Tiendweg, dat gelegen is buiten de bebouwde kom;

    • b.

      door plaatsing van de borden model B1 van Bijlage 1 van het RVV 1990 de hoofdrijbaan van de N210 tussen het kruispunt met de Nieuwe Tiendweg en de aansluiting met de N207/N478, met uitzondering van de rotondes die op dit wegvak gelegen zijn, aan te wijzen als voorrangsweg;

    • c.

      door plaatsing van de borden model B6 van Bijlage 1 van het RVV 1990 en het aanbrengen van haaientanden, zoals bedoeld in artikel 80 van het RVV 1990 een voorrangregeling in te stellen waarbij het verkeer op de zijwegen voorrang moet verlenen aan het verkeer op de N210;

    • d.

      door het aanbrengen van een doorgetrokken asmarkering op de N210, een inhaalverbod in te stellen;

    • e.

      door het plaatsen van de borden model C1 van Bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord de noordelijke rijstrook van de N210, tussen de Krimpenerbosweg (N474) en het kruispunt met de Nieuwe Tiendweg, gesloten te verklaren, in beide richtingen, ‘uitgezonderd autobussen, vrachtauto’s en ontheffinghouders’ rijdend in westelijke richting;

    • f.

      door het aanbrengen van de markering ‘BUS’ op het wegdek van de meeste noordelijke rijstrook op de N210 op circa 250 meter voor het kruispunt met de Nieuwe Tiendweg in Krimpen aan den IJssel, een busstrook in te stellen;

    • g.

      door het plaatsen van de borden model C9 van Bijlage 1 van het RVV 1990 op de N210 tussen de rotonde Tiendweg en de aansluiting met de N207 / N478, een geslotenverklaring in te stellen voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen;

    • h.

      door het plaatsen van de borden model D1 van Bijlage 1 van het RVV 1990 op de rotondes in de N210 een verplichte rijrichting in te stellen tegen de klok in;

    • i.

      door het plaatsen van de borden model D2 van Bijlage 1 van het RVV 1990 op de middengeleiders van de toeleidende wegen naar de rotondes in de N210, alle weggebruikers te verplichten het bord voorbij te gaan aan de rechterzijde;

    • j.

      door het plaatsen van de borden model G12a van Bijlage 1 van het RVV 1990 de vrijliggende paden rondom de rotondes aan te wijzen als verplicht (brom-)fietspad;

    • k.

      door het aanbrengen van haaientanden, zoals bedoeld in artikel 80 van het RVV 1990, op de vrijliggende paden (brom-)fietsers voorrang te laten verlenen aan het overige verkeer;

  • 3.

    Voor de parallelweg gelegen ten zuiden van de N210 tussen de rotonde Tiendweg en de aansluiting met de N207 / N478 de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      door het plaatsen van borden model A1 van Bijlage 1 van het RVV 1990 met daarop het getal ‘ 60’, een snelheidslimiet in te stellen van 60 km/h;

    • b.

      door het plaatsen van borden model B6 van Bijlage 1 van het RVV 1990 en het aanbrengen van haaientanden zoals bedoeld in artikel 80 van het RVV 1990 een voorrangsregeling in te stellen op de parallelweg ter hoogte van de aansluitingen bij de rotondes op de N210, waarbij het verkeer op de parallelweg voorrang moet verlenen aan het verkeer op de N210;

    • c.

      door het plaatsen van de borden C6 van Bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord, de parallelweg tussen de rotonde Krimpenerbosweg (N474) en de rotonde Tiendweg, gesloten te verklaren voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen, in westelijke richting, ‘uitgezonderd tractoren en brommobielen’;

  • 4.

    Door het plaatsen van borden model L3 van Bijlage 1 van het RVV 1990 bushaltes in te stellen gelegen aan de N210 op de volgende locaties:

    • a.

      aan de noordzijde van de N210 ten westen van de rotonde met de Krimpenerbosweg (N474);

    • b.

      aan de zuidzijde van de N210 ten westen van de rotonde met de Krimpenerbosweg (N474);

    • c.

      aan de noordzijde van de N210 ten westen van de rotonde met de Breekade (N477);

    • d.

      aan de zuidzijde van de N210 ten oosten van de rotonde met de Breekade (N477);

    • e.

      aan de noordzijde van de N210 ten oosten van de rotonde met de Zijdeweg (N475);

    • f.

      aan de zuidzijde van de N210 ten oosten van de rotonde met de Zijdeweg (N475);

    • g.

      aan de noordzijde van de N210 ten westen van de rotonde met de Boezemweg (N476);

    • h.

      aan de zuidzijde van de N210 ten westen van de rotonde met de Boezemweg (N476);

    • i.

      aan de noordzijde van de N210 ten westen van de rotonde met de Zuidbroekse Opweg;

    • j.

      aan de zuidzijde van de N210 ten westen van de rotonde met de Zuidbroekse Opweg;

  • 5.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.

  • 6.

    Dit besluit te publiceren in de Staatscourant

Bezwaar en beroep

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit, onder vermelding van “Awb-Bezwaar” in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

 

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en het volgende te bevatten:

  • naam en adres van de indiener;

  • dagtekening;

  • omschrijving van het besluit waar tegen het bezwaar is gericht;

  • gronden van het bezwaar.

 

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan – als tegen dit besluit bezwaar wordt gemaakt – ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Naar boven