Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 20 mei 2020, nr. WJZ/ 20128385, houdende maatregelen vanwege besmetting van SARS-CoV-2 bij nertsen

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 15, eerste lid, 17 en 22 van de Gezondheid- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

nertsenverblijfplaats:

ruimte, kooi, terrein of gebouw, met uitzondering van woonruimte, waar nertsen aanwezig zijn of gewoonlijk worden gehouden en aanverwante ruimtes waar materiaal ten behoeve van nertsen is opgeslagen of gewoonlijk wordt opgeslagen;

onderzoeksprotocol:

set praktische regels over de uitvoering van bloedonderzoek bij nertsen, zoals bekendgemaakt op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

Paragraaf 2. Algemene maatregelen

Artikel 2 Screeningsonderzoek

Een houder van nertsen laat uiterlijk 5 juni 2020 bloed afnemen bij de dieren en laat dit onderzoeken op de aanwezigheid SARS-CoV-2 door het laboratorium van de Gezondheidsdienst voor Dieren overeenkomstig het onderzoeksprotocol.

Artikel 3 Early warning

Een houder van nertsen zendt één maal per week de kadavers van natuurlijk gestorven nertsen van minimaal de speenleeftijd, met een maximum van vijf kadavers per week, aan de Gezondheidsdienst voor Dieren voor onderzoek op SARS-CoV-2.

Paragraaf 3. Wijziging van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s

Artikel 4 Aanwijzing SARS-CoV-2

Aan artikel 5 van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s wordt het volgende onderdeel toegevoegd:

  • g. SARS-CoV-2.

Paragraaf 4. Overige bepalingen

Artikel 5

Maatregelen ten aanzien van bedrijven, genomen op grond van artikel 31b, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet in samenhang met artikel 22 van die wet en de Regeling maatregelen vanwege verschijnselen SARS-CoV-2 bij nertsen, blijven van toepassing totdat de minister die maatregelen heeft ingetrokken.

Artikel 6

De Regeling maatregelen vanwege verschijnselen SARS-CoV-2 bij nertsen wordt ingetrokken.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling maatregelen Sars-CoV-2 bij nertsen.

Artikel 8

Deze regeling wordt bekendgemaakt op www.rijksoverheid.nl en treedt onmiddellijk na haar bekendmaking op het internet in werking.1

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 20 mei 2020

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

Er zijn de afgelopen tijd ontwikkelingen geweest met betrekking tot SARS-CoV-2 en nertsen. Het is gebleken dat deze ziekte zich snel binnen bedrijven verspreidt. Verder is uit onderzoek onder meer gebleken dat nertsen een SARS-CoV-2 infectie ook ‘subklinisch kunnen doormaken’. Dit betekent dat de dieren wel geïnfecteerd zijn met SARS-CoV-2, maar geen ziekteverschijnselen vertonen. Het gevolg hiervan is dat SARS-CoV-2 zich mogelijk ook ongezien kan uitbreiden, zowel binnen een bedrijf, als mogelijk tussen bedrijven. Subklinisch besmette bedrijven zouden dus onder de radar kunnen blijven, wat onwenselijk is gezien de potentiële risico’s voor de volks- en diergezondheid.

Om deze redenen wijs ik infecties met SARS-CoV-2 aan als besmettelijke dierziekte bij nertsen in de zin van artikel 15 van de Gezondheid- en welzijnswet voor dieren (Gwwd). Aanwijzing van SARS-CoV-2 als besmettelijke dierziekte betekent dat alle bevoegdheden die de Gwwd biedt voor preventie en bestrijding van deze ziekte, van toepassing zijn. Op grond van artikel 22 van de Gwwd kunnen ten aanzien van een individueel besmet bedrijf maatregelen worden getroffen, zoals het afzonderen van zieke of verdachte dieren en het ophokken van dieren, en een toegangsverbod. Op grond van artikel 17 van de Gwwd kan ik algemene regels stellen ter voorkoming van overbrenging van deze ziekte, ook ten aanzien van bedrijven waarop geen sprake is van een besmetting.

Om nieuwe besmettingen te ontdekken, geldt er een meldplicht voor symptomen van een infectie met SARS-CoV-2 bij nertsen (artikel 19 van de Gwwd). Om besmettingen snel te ontdekken geldt er daarnaast voor nertsenhouders de verplichting om wekelijks kadavers van natuurlijk gestorven nertsen (van minimaal de speenleeftijd) in te zenden aan de Gezondheidsdienst voor Dieren. Dit betreft in principe alle kadavers, maar tot een maximum van vijf per week. Deze kadavers zullen worden onderzocht op de aanwezigheid van SARS-CoV-2

Alle nertsenbedrijven moeten bloedmonsters nemen van nertsen van iedere locatie waar nertsen worden gehouden. Hiervoor stelt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit een protocol op. De genomen monsters moeten uiterlijk 5 juni aan de Gezondheidsdienst voor Dieren zijn verzonden.

Ten aanzien van besmette bedrijven zullen een bezoekersverbod voor de stal en hygiënemaatregelen bij beschikking (in verband met een verdacht-of besmetverklaring) worden voorgeschreven.

De Regeling maatregelen vanwege verschijnselen SARS-CoV-2 bij nertsen wordt ingetrokken. Dit neemt echter niet weg dat de maatregelen die op grond van die regeling zijn genomen blijven gelden, totdat die maatregelen worden ingetrokken. Van intrekking zal sprake zijn als ofwel de maatregelen overbodig worden ofwel ten aanzien van een desbetreffend nertsenbedrijf een verdacht- of besmetverklaring gaat gelden op grond van onderhavige regeling. In dat laatste geval zullen namelijk maatregelen op grond van de onderhavige regeling gaan gelden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

20 mei 2020, 23:29 uur.

Naar boven