Verkeersbesluit diverse verkeersmaatregelen parallelweg N209 (Hoefweg)

Logo Zuid-Holland

PZH-2017-610079276 / DOS-2017-0000272

Inleiding

In het verleden zijn diverse verkeersmaatregelen uitgevoerd op de parallelweg van de N209 (Hoefweg) tussen de Facetlaan en de Groendalseweg, waarvoor een verkeersbesluit verplicht is. De diverse verkeersmaatregelen zijn destijds al uitgevoerd. Ook de verkeersborden- en tekens zijn al reeds aanwezig langs en op de weg. Gelet op de wet- en regelgeving en de zorgvuldigheid in het kader van de Algemene wet bestuursrecht nemen wij alsnog een verkeersbesluit voor alle uitgevoerde maatregelen. Het feit dat een verkeersbesluit nog niet genomen is, zorgt er niet voor dat de werking van de borden geschorst wordt. Dit zou tot onduidelijkheid en onveilige situaties kunnen leiden. Als wegbeheerder, is de provincie Zuid-Holland verplicht een verkeersbesluit te nemen.

Bevoegdheid

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben de bevoegdheid om op grond van artikel 18, eerste lid, sub b van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) verkeersbesluiten te nemen voor wegen die bij haar in beheer zijn. Krachtens het ambtelijk mandaatbesluit voor de provinciale organisatie 2019, het ondermandaatbesluit secretaris 2019 en het ondermandaatbesluit directeur Dienst Beheer Infrastructuur 2019, is deze bevoegdheid door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerd aan het hoofd van de eenheid Advies Beheer Assets.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15, eerste lid, van de WVW dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd. Daarnaast moet een verkeersbesluit worden genomen krachtens artikel 15, tweede lid, van de WVW voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.

Motivering

Uit het oogpunt van:

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • het instandhouden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

is het gewenst om diverse verkeersmaatregelen te nemen in de vorm van het plaatsen van verkeersborden langs de parallelweg van de N209 tussen de Facetlaan en de Groendalseweg.

Belangenafweging

Het belangrijkste doel van de maatregelen is het waarborgen van de verkeersveiligheid op de parallelweg van de N209 tussen de Facetlaan en de Groendalseweg.

 

Vrachtverbod

Het verbod voor vrachtverkeer op een gedeelte van de parallelweg Hoefweg, is ingesteld om de overlast van het vrachtverkeer voor de aanwonenden tot een minimum te beperken. Het vrachtverkeer heeft een alternatieve route om van en naar hun bestemming te komen.

 

Verbod voor motorvoertuigen uitgezonderd tractoren en brommobielen

Een gedeelte van de Hoefweg kruist de afrit van de A12 en overbrugd de A12. Fietsverkeer heeft zijn eigen fietspad dat met een tunnel onder de A12 door loopt. Het autoverkeer kan gebruik maken van de hoofdrijbaan van de N209. In het kader van de doorstroming is een minimaal gebruik van de kruising Hoefweg met de afrit van de A12 wenselijk. Vanwege de beschikbare alternatieven voor de meeste voertuigcategorieën, worden alleen tractoren en brommobielen toegestaan op dat weggedeelte, omdat zij geen andere alternatieven hebben.

 

Adviessnelheid bij drempels

Om te voorkomen dat weggebruikers en/of voertuigen schade oplopen bij het gebruik van de drempels op de Hoefweg, is ter hoogte van de drempels een adviessnelheid ingesteld. De drempels zijn gelegen bij een aantal woningen. Op die locaties heeft de verblijfsfunctie een belangrijkere rol dan de verkeersfunctie.

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is er overleg gepleegd met de korpschef. De politie-eenheid Den Haag heeft aangegeven dat bij reeds uitgevoerde maatregelen, waarbij achteraf een verkeersbesluit genomen wordt, geen inhoudelijk advies afgegeven wordt.

Besluit

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, gelet op het voorgaande, besluiten op de Hoefweg (parallelweg van de N209) volgende verkeersmaatregelen in te stellen:

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten in te trekken die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit;

  • 2.

    Door het plaatsen van verkeersborden model A1 (60) van Bijlage 1 van het RVV 1990 een snelheidsregime van 60 km/uur in te stellen:

  • a.

    op de Hoefweg ten oosten van het kruispunt Hoefweg – Facetlaan;

  • b.

    op de Hoefweg ten noorden en zuiden van het kruispunt met de afrit van de A12;

  • c.

    op de Hoefweg ten noordoosten van het kruispunt met de Anjerweg;

  • d.

    op de Hoefweg ten zuidwesten van het kruispunt met de Anjerweg;

  • e.

    op de Hoefweg ten oosten van het kruispunt met de Albert van Het Hartweg;

  • f.

    op de Hoefweg ten zuiden van het kruispunt met de Albert van Het Hartweg;

  • g.

    op de Hoefweg ten oosten van de rijbaan ter hoogte van Hoefweg nummer 146;

  • 3.

    Door het plaatsen van verkeersborden model D4 van Bijlage 1 van het RVV 1990, een verplichte rijrichting in te stellen:

    • a.

      Ter hoogte van het kruispunt Hoefweg – Afrit A12, waarbij het verkeer op de Hoefweg uit beide richtingen verplicht rechtdoor moet rijden;

  • 4.

    Door het plaatsen van verkeersborden model C12 van Bijlage 1 van het RVV 1990 met het onderbord ‘Uitgezonderd tractoren en brommobielen’ het instellen van een geslotenverklaring voor gemotoriseerd verkeer met uitzondering van tractoren en brommobielen:

    • a.

      op de Hoefweg ten zuidoosten van het kruispunt met de Facetlaan;

    • b.

      op de Hoefweg ten noorden en zuiden van het kruispunt met de afrit van de A12;

    • c.

      op de Hoefweg ter hoogte van huisnummer 210 aan de oostzijde van de rijbaan;

  • 5.

    Door het plaatsen van verkeersborden conform model B6 van Bijlage 1 van het RVV 1990, het instellen van een voorrangsregeling op de kruispunten met de Hoefweg, waarbij het verkeer op de Hoefweg voorrang moet verlenen aan het kruisende verkeer:

    • a.

      op de Hoefweg bij het kruispunt met de Facetlaan, ten noordoosten van het kruispunt;

    • b.

      op de Hoefweg bij het kruispunt met de afrit van de A12 ten noordwesten en zuidoosten van het kruispunt;

    • c.

      op de Hoefweg bij het kruispunt met de Anjerweg, ten noordwesten en oosten van het kruispunt;

    • d.

      op de Hoefweg bij het kruispunt met de Albert van Het Hartweg, ten noordoosten van het kruispunt;

    • e.

      op de Hoefweg bij het kruispunt met de Groendalseweg, ten noordwesten van het kruispunt;

  • 6.

    Door het plaatsen van de verkeersborden conform model A4 van Bijlage 1 van het RVV 1990 met daarop ’30 km/h’, het instellen van een adviessnelheid van 30 km/h:

    • a.

      op de Hoefweg ter hoogte van huisnummer 184 aan beide zijden van de rijbaan;

    • b.

      op de Hoefweg ter hoogte van huisnummer 158 aan beide zijden van de rijbaan;

    • c.

      op de Hoefweg ter hoogte van huisnummer 152 aan beide zijden van de rijbaan;

    • d.

      op de Hoefweg ter hoogte van huisnummer 146 aan beide zijden van de rijbaan;

  • 7.

    Door het plaatsen van de verkeersborden conform model C7 van Bijlage 1 van het RVV 1990, het instellen van een geslotenverklaring voor vrachtauto’s:

    • a.

      op de Hoefweg ten zuidwesten van het kruispunt met de Anjerweg;

    • b.

      op de de Hoefweg ten zuidoosten van het kruispunt met de Albert van Het Hartweg;

  • 8.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.

  • 9.

    Dit besluit te publiceren in de Staatscourant

Bezwaar en beroep

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit, onder vermelding van “Awb-Bezwaar” in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

 

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en het volgende te bevatten:

  • naam en adres van de indiener;

  • dagtekening;

  • omschrijving van het besluit waar tegen het bezwaar is gericht;

  • gronden van het bezwaar.

 

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan – als tegen dit besluit bezwaar wordt gemaakt – ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Naar boven